U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    K U N S T  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Het leven is hopeloos, maar dat hoort zo


Het retrospectief van moderne Russische films 'Aan de oevers van de Neva' heeft een wat plichtmatig karakter. Dat is jammer, want in de jaren tachtig bestond de Sovjet-cinema niet bij de kunstfilms van Tarkovski alleen. Ver van westerse ogen wemelde het van de thrillers, melo-drama's, science-fiction en historische schilderingen.

Door RAYMOND VAN DEN BOOGAARD

ROTTERDAM, 2 APRIL. Voordat het kapitalisme het Russische bioscoopwezen de das om deed, werden bijna alle Russische bioscopen gevuld met recente Sovjet-films. Moskou alleen al telde bijna driehonderd bioscoopzalen, maar geen nood: Sovjet-films waren er in overvloed. Grote filmfabrieken als Mosfilm in Moskou en Lenfilm in Leningrad, studio's in Sverdlovsk, in Odessa en in alle hoofdsteden van de veertien andere Sovjet-republieken produceerden elk jaar tezamen honderden speelfilms.

In het Westen leek in de jaren tachtig de Sovjet-cinema geheel uit kunst te bestaan: Tarkovski, Paradjanov enzovoort. Niets was minder waar: ver van westerse ogen wemelde het van de thrillers, melodrama's, science-fiction en historische schilderingen. Natuurlijk leden veel van die films onder kleingeestige censuur. Toch waren de meeste interessant, want ook wie van de overheid een misstand aan de kaak moet stellen (de mensen werken niet hard genoeg, er is zwarte handel), zag zich voor de noodzaak gesteld de misstand eerst te beschrijven.

Ook in de niet in de eerste plaats als kunst bedreven Sovjet-cinema was het filmbedrijf bezig tegen de grenzen van het politiek-betamelijke aan te schurken. Een heet hangijzer was steeds de ontknoping: de overheid, in de beste tradities van het socialistisch realisme, zag graag een happy end, maar daaraan hebben Russische bioscoopbezoekers sinds jaar en dag een broertje dood.

Het compromis was vaak een combinatie van een happy end in objectieve zin, met een tragic end in subjectieve zin: onschuldig veroordeelde wordt door wakkere vasthoudendheid van politie-inspecteur alsnog vrijgesproken, maar loopt op weg naar huis onder de trein. Wat al die 'gewone' Sovjet-films dragelijk, interessant of zelfs goed maakte was vooral het vakmanschap waarmee ze gemaakt waren. Dat men in al die studio's elk jaar véél films maakte, was aan dat vakmanschap vermoedelijk niet vreemd. Ik heb altijd gedacht dat het buitengewoon interessant zou zijn een week te organiseren met 'gewone' Sovjet-films, uit de jaren tachtig niet alleen maar ook uit de decennia ervoor - tot die uit de Stalin-jaren dertig en veertig, die in het Westen eigenlijk ook grotendeels onbekend zijn. Mijn heimelijke hoop dat de manifestatie 'Aan de oevers van de Neva', die de komende drie weken in het Rotterdamse Lantaarn/Venster plaatsvindt en is aangekondigd als een blik op de opkomst en ondergang van Lenfilm, een van de grootste Sovjet-filmfabrieken, zo'n terugblik zou zijn, wordt echter niet bewaarheid. De Russische filmkriticus Andrej Plachov, die de eerste twee weken van 'Aan de oevers van de Neva' heeft geprogrammeerd - de derde is gewijd aan nieuwe underground-producten uit de stad die inmiddels St.Petersburg heet - heeft zich voornamelijk beperkt tot de Lenfilm-productie van de afgelopen jaren, waarin de Leningradse 'auteurs' een inmiddels wat verzande poging deden een breed internationaal publiek te bereiken.

Er zijn prachtige films bij (alle films van Aleksandr Sokoerov behalve zijn laatste, en alle films van Aleksej German bijvoorbeeld), maar als retrospectief stelt het programma niet zoveel voor. De meeste films zijn bovendien recent in Nederland in roulatie geweest. Zonder iets af te doen aan het vertoonde, kan worden vastgesteld dat het programma van 'Aan de oevers van de Neva' een wat plichtmatig karakter draagt - de manifestatie geldt trouwens als diplomatieke tegenhanger van een Nederlandse filmmanifestatie in Rusland.

Eén gloednieuwe film maakt naar mijn smaak echter veel bezwaren goed. De documentaire filmer Viktor Kossakovski, in Nederland bekend van Bjelovi uit 1993, komt met Sreda (woensdag). Zo indrukwekkend en verrassend is die film, dat hij in één klap alle, in de programmakrant bij de manifestatie weer breed uitgemeten zelfbeklag van Russische filmmakers lijkt te logenstraffen. In Sreda bezoekt Kossakovski allen die, net als hijzelf, op 19 juli 1961 in Leningrad zijn geboren en nog niet zijn verhuisd naar een andere Russische stad, geëmigreerd, gesneuveld in Afghanistan of gewoon overleden. Verder is elke systematiek vermeden. Kossakovski neemt geen interviews af maar observeert: het inenten van de hond, een kleine maagbloeding van de loodgieter na het drinken van vodka, de problemen die de gevangene ondervindt als het hem toegestuurde voedselpakket onreglementair zwaar is uitgevallen, de dochter die van moeder hoort dat ze alleen maar niet is geaborteerd omdat haar ouders rechten op een grotere staatsflat wilden laten gelden.

Kossakovski is zowel een keihard (in de film komen twee frontaal gefilmde bevallingen voor) als een mild observator. Het resultaat is een beeld van de Russische mentaliteit dat wel sentimenteel is, maar gespeend van het pathos dat veel Russische kunstfilms teistert. Sreda speelt - tegen het einde steeds duidelijker - met het verwachtingspatroon van de (Russische) kijker en eindigt bitterzoet: het leven is hopeloos, maar geen nood: dat hoort zo. Zoals een dronkelap tevreden constateert: ,,Alles is in orde. Het weer had mooier gekund.

De toekomst is onbekend.'' Een tragische conclusie dus, en toch ook een beetje happy.

Sreda draait vanavond 20u in het Rotterdamse Lantaarn/Venster, aldaar ook zondagavond 21.30. De VPRO zendt de film later dit jaar uit. Een uitvoerig programma van 'Aan de oevers van de Neva' (t/m 20 april) is als bijlage bij de Filmkrant gevoegd, die gratis verkrijgbaar is bij filmhuizen en dergelijke. Daarin ook informatie over bijprogramma's als talkshows en dichtersavonden. Inl. 010-4361311. Enkele films zijn ook in Den Haag (Haags Filmhuis, Filmstad) en Eindhoven (De Effenaar) te zien. Van het experimentele filmprogramma waren op het moment van deze publicatie nog geen films voor recensie beschikbaar.

NRC Webpagina's
2 APRIL 1997


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)