K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In 9 theaters Geslaagde komedie van Eddy Terstall over twintigers en de liefde In de Jordaan doen de echte macho's aan mikado
Door PIETER STEINZ
Misschien ligt het aan zijn hobbies, blindschaken en sterrenkijken, misschien aan zijn zachtblauwe polotruitjes; het kan ook gewoon zijn naam zijn, Dimitri, of zijn sterrenbeeld, Maagd. Maar telkens moet hij aanzien hoe de door hem aanbeden vrouwen vallen voor harteloze macho's. Maarten, de beste vriend van Dimitri en een onverbeterlijk salonhaantje, denkt te weten wat er aan schort. ,,Je zet die meisjes op een voetstuk. Je maakt prinsesjes van ze, en zo word jij een hofdame. Alle wijven zijn domme dozen; ze hebben een hufter nodig.'' En hoewel Maarten niet de vertrouwenwekkendste raadgever is - zelf zit hij zwaar onder de plak bij zijn vriendin - besluit Dimitri om zichzelf net zo hufterig te gaan gedragen als zijn rivaal Gino. Wat volgt is een moeizame metamorfose, die uiteindelijk halfhartig bekroond wordt. De romantische tragikomedie Hufters & hofdames is de derde speelfilm van de Amsterdammer Eddy Terstall (1964), die in 1992 debuteerde met een low-budgetdrama over illegale Brazilianen in de Jordaan (Transit) en twee jaar geleden velen tegen zich in het harnas joeg met zijn platvloerse racisme-satire Walhalla. Aanvaringen met de producent van deze laatste film motiveerden Terstall om een volgende keer alles zo veel mogelijk in eigen hand te houden. Hufters & hofdames werd gemaakt met een vriendenclub, in een kort tijdsbestek (zestien dagen voor de opnames, acht voor de montage), en voor onwaarschijnlijk weinig geld: veertigduizend gulden. Het 'no-budget'-karakter van de film stond succes niet in de weg: vorig jaar werd de video preview enthousiast ontvangen tijdens de Nederlandse Filmdagen; in januari had de 35mm-kopie de eer om als enige Nederlandse speelfilm in première te gaan op het Film Festival Rotterdam. Hufters & hofdames is alle aandacht ten volle waard. Het door Terstall en Rolf Engelsma geschreven scenario is niet alleen een charmant exposé over de voetangels en klemmen van de moderne liefde, maar biedt ook een licht en geestig portret van een groepje twintigers in de Jordaan. De structuur van de film - die twee keer hetzelfde verhaal vertelt vanuit het gezichtspunt van achtereenvolgens Dimitri en zijn hufterige tegenhanger Gino - is origineel, en de overvloedige dialogen hebben over het algemeen het juiste naturel. Dat je niet een-twee-drie geneigd bent om de film een meesterwerk te noemen, komt dan ook vooral omdat Robert Jan Westdijk met Zusje de lat voor onafhankelijke films zo hoog heeft gelegd. Zusje verraste vorig jaar door het uitstekende spel van een heel nest jonge acteurs: Kim van Kooten, Roeland Fernhout, Hugo Metsers III, Ganna Veenhuysen. De merendeels onbekende spelers in Hufters & hofdames (Rifka Lodeizen, Arthur de Boer, Nadja Hüpscher) zijn ten minste zo fris en enthousiast, maar hebben af en toe duidelijk moeite met de hun verstrekte teksten. De show wordt gestolen door de voormalige VPRO-coryfee Daan Ekkel, die als de grofgebekte Maarten grossiert in apodictische onzin ('Als de ouders van een chick je leuk vinden, lig je er helemaal uit'), en vooral door de schuchter acterende Marc van Uchelen (De aanslag, Terug naar Oegstgeest, Walhalla), die de juiste droge humor etaleert om zijn Dimitri niet zielig te maken. Als zijn platonische vriendin hem vertelt over de 'vechtsport met houten stokken' van haar nieuwe vriend, hoor je hem zacht maar sarcastisch 'O ja, mikado' zeggen. Het glorieuze middelpunt van Hufters & hofdames is het dorp Amsterdam, waar iedereen in dezelfde cafés komt en onbekommerd elkaars vriendjes en vriendinnetjes overneemt. Terstalls derde film gaat niet diep en oogt wat rafeliger dan het verwante Zusje, maar straalt een zomerse opgeruimdheid uit. Als in de slottitels zelfs excuses worden aangeboden aan de figuranten die zijn 'gesneuveld om verhaaltechnische redenen', weet je: sympathieker kan een film bijna niet zijn.
|
NRC Webpagina's
2 APRIL 1997
|
Bovenkant pagina |