K U N S T
|
NIEUWSSELECTIE
|
In Amsterdam, Rialto; Rotterdam, Lantaren/Venster; Utrecht, 't Hoogt. Alejandro Agresti's filmmozaïek over het opspelend verleden van Argentinië De dolende zielen van de Vuile Oorlog
Door PIETER STEINZ
In zijn televisiefilm Everybody Wants To Help Ernst (1992) en zijn met een Gouden Kalf bekroonde politieke fabel Secret Wedding (1988) proberen de hoofdpersonen greep te krijgen op hun eigen verborgen verleden. In zijn voorlaatste, allegorische film El acto en cuestión (1993) is de hoofdrol voor een illusionist die alles en iedereen kan laten verdwijnen. En in Buenos Aires vice versa, dat deze week een Nederlands bioscooproulement krijgt, draait het om de problemen van een samenleving die haar geschiedenis onverwerkt met zich mee torst. ,,In Argentinië heerst het mechanisme van zo snel mogelijk vergeten'', verklaart Agresti deze maand in een interview met De Filmkrant. Het land heeft dan ook veel waaraan het niet graag herinnerd wordt: meer dan 30.000 mensen verdwenen in de periode 1976-1982 spoorloos; ze werden het slachtoffer van de zogeheten Vuile Oorlog die de militaire junta voerde tegen linkse, vaak vermeende oppositie. Het is aan de 'vragen stellende kinderen' van deze desaparecidos dat Agresti zijn vorig jaar voor het filmfestival van Cannes geselecteerde film opdraagt. Aanvankelijk lijkt Buenos Aires vice versa niet meer (en niet minder) dan een portret van een metropool waarvan de bewoners ronddolen in verwarring en eenzaamheid. In korte licht-absurdistische scènes, die elkaar abrupt opvolgen, wordt een groot aantal personages aan ons voorgesteld: een jonge portier in een unheimlich betaal-per-uurhotel, een blind meisje dat net de relatie met haar vriend be eindigd heeft, een ouder echtpaar dat al jarenlang niet buiten het eigen appartement is geweest, een gestoorde vrouw die elke dag de tafel dekt voor de televisie waarop haar ex-echtgenoot een nieuwsshow presenteert. Af en toe lopen de personages elkaar tegen het lijf; nu eens blijken ze elkaar te kennen, dan weer eten ze in hetzelfde restaurant of winkelen ze in dezelfde straat. Het vertelprocédé dat Agresti hanteert is dat van James Joyce in het beroemde 'Wandering Rocks'-hoofdstuk van Ulysses, waarin de chaos en leegheid van Dublin onderstreept worden door het schijnbaar doelloze gezwalk van de stadsbewoners. Pas wanneer de film over de helft is wordt langzaam duidelijk wat de dolende zielen met elkaar gemeen hebben. Zoals waarschijnlijk iedere Argentijn zijn ze op de een of andere manier persoonlijk betrokken bij de gruwelijke recente geschiedenis van hun land. Zo blijken de mensenschuwe echtelieden de ouders van een verdwenen vrouw, en het meisje dat ze hebben gevraagd om een videoverslag van het stadsleven is de dochter van twee desaparecidos. En in de ijzingwekkendste scène van de film luistert de jonge hotelportier het rendez-vous af van zijn oom met een blind meisje: niet alleen blijkt de oude man een voormalige folteraar die er genoegen in schept het meisje te vernederen, maar ook laat hij zich ontvallen dat zijn neefje de vrucht van een gevangenisverkrachting is. ,,Ik zou het liefst mijn herinneringen vergeten, of ze bij het ochtendgloren aan de straat zetten'', zegt een van de bijfiguren in Buenos Aires vice versa. Een beter motto had Agresti zijn film niet kunnen meegeven. Zijn personages zijn bang voor het verleden en willen het eigenlijk niet onder ogen zien. Tegelijkertijd realiseren ze zich dat alleen Vergangenheitsbewältigung ervoor kan zorgen dat de door huichelarij en leugens verstikte stad weer leefbaar wordt. Buenos Aires vice versa is ontegenzeglijk weerbarstig. Niet alleen door de sombere moraal (zelfs uit de laatste beelden blijkt hoe tjokvol bedrog Argentinië nog steeds is) en de labyrintische structuur, waarvan de samenstellende delen pas laat op hun plaats vallen, maar ook door de groezelige documentaire stijl, die wordt gekenmerkt door jumpcuts, wilde camerabewegingen, en onscherpe, wiebelige en grofkorrelige beelden. Maar de kijker wordt beloond, als je dat woord mag gebruiken in het geval van een film die vooral door de onderhuidse gruwelijkheid nog lang tot nadenken stemt. De kracht van het scenario en de vaak poëtische dialogen maken Agresti's elfde speelfilm tot een origineel hoogtepunt in een genre vol voetangels en klemmen: de politiek-psychologische thriller. Wie de kans krijgt, zou hem twee keer moeten gaan zien.
|
NRC Webpagina's
19 MAART 1997
|
Bovenkant pagina |