R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
O O G I N O O G :
Loes Luca, een ideale taxichauffeur
DOOR FRITS ABRAHAMS
Bij Luca besef je weer hoe bijzonder het idee achter Taxi is: de taxi als een soort intiem stamcafé, een ankerplaats voor dolende zielen, die tegenover de geduldig luisterende chauffeur tot verrassende momenten van zelfinzicht komen. Taxi neigde vroeger nogal eens naar joligheid, maar het lijkt wel alsof het programma droefgeestiger wordt. Mijn hemel, wat een ellende trekt er soms aan de kijker voorbij. Sombere, dronken mannen die zich naar hun huis laten brengen waar niemand op hen zit te wachten, al even eenzame bejaarden en ouders die verstoten zijn door hun kinderen. Taxi wordt steeds meer een programma over het menselijk tekort. Maar zolang Loes Luca aan het stuur zit, kunnen de suïcideneigingen - hopelijk ook bij de kijker - nog even onderdrukt worden. Zij is vooral goed in gescheiden mannen. Die strómen leeg zodra Loes haar moederlijke Rotterdams in de strijd gooit. Hebbie nog tips voor mij, vroeg ze onlangs aan zo'n klagende man, want zélf is ze ook gescheiden, en ze heeft het er maar moeilijk mee. Nou, zei die man, het voordeel is dat wanneer je 's morgens om half vier wakker wordt je ongemoeid kunt gaan lezen in je zesduizend boeken. Maar hij miste wél het vrijen, een lekker warm lijf tegen je aan. Loes beaamde het volmondig: een leven zonder vrijer is niks. Gisteren klom een man, na een mislukt huwelijk van zestien jaar, bij Loes in de taxi. Ik kan volstaan met het weergeven van de rauwe dialoog. Hij kwam uit de buurt van Utrecht, en Loes wendde een effectieve, Rotterdamse variant van het Uutregs aan. ,,Ik kom er nu aagter dat ik van 'r hou.'' ,,Dat mojje dan tegen d'r zeggen.'' ,,Ze wil nu een eigen leven, zonder toestaanden. Ik heb ook nog drie kinderen.'' ,,Ook daat nog!'' ,,Een joggie van elf dat continu in z'n bed plast.'' ,,En hoe red jij het in je eentje.'' ,,Het kan niet slechter. Je gaat zeven dagen werken, je gaat slaappillen slikken.'' ,,Geen domme dingen doen, hè?'' ,,Ik heb tussendoor an de chloor gezeten.'' ,,Waat?'' ,,Ik zaat in mijn oude huis, ik kon niemand bereiken, je denkt: waat kan het mij verrotte.'' ,,En toen?'' ,,Een glas chloor genomen.'' ,,En toen?'' ,,De buurvrouw braak bij me in en vond me, en mijn jongste kind zaag me ook liggen.'' ,,Wat heeft die daaraan overgehouden?'' ,,Daarna is ie in zijn bed gaan plassen.'' ,,Dat mag je zo'n kind toch niet aandoen.'' ,,Ik had Het spijt me gebeld. Daat programma van Caroline...'' ,,Terpstra.'' ,,Terpstra, ja.'' Dit is nu het type dialoog waarvan je zou willen dat je het vaker aantrof in Nederlandse dramaseries. David Mamet, de Amerikaanse toneelschrijver, maakt ze zo, maar die moet dan ook erg veel naar mensen geluisterd hebben. Loes Luca heeft niet alleen goed geluisterd, ze kan die mensen ook nog spélen. Want die taxichauffeur van haar - helaas, heren - blijft een rol.
|
NRC Webpagina's
7 JANUARI 1997
|
Bovenkant pagina |