Reclameverbod bij beursgang is verkeerd
signaal
Menno Tamminga
Reclame is ook een vorm van
vrije meningsuiting. Als de overheid die vrijheid aan banden wil leggen
moet zij overtuigende en dwingende argumenten hebben. Minister G. Zalm
(Financiën) steunt een voorstel van de Amsterdamse effectenbeurs om
reclame-uitingen van bedrijven die met hun aandelen naar de Amsterdamse
effectenbeurs gaan, tijdens de inschrijfperiode te verbieden.
De aanleiding is de afgang van World Online, een Nederlandse
internetdiensten-aanbieder, die in maart naar de Amsterdamse
effectenbeurs ging op een koers van 43 euro per aandeel. Meer dan
150.000 particuliere beleggers kochten de aandelen, die vervolgens in
een bijna vrije val meer dan tweederde van hun waarde hebben verloren.
Nu schermen diverse beleggersgroepen met rechtszaken tegen het bedrijf,
tegen de banken die de effecten aan het publiek aanboden en tegen
oprichtster en voormalig bestuursvoorzitter N. Brink, die na alle
commotie aftrad.
De toezichthouders die verantwoordelijk zijn voor de Nederlandse
financiële markten kwamen vorige week met een scala aan
initiatieven om de regelgeving rondom beursintroducties te verzwaren en
te verhelderen. De beurzenorganisatie AEX, de dagelijkse
financiële controleur, heeft nieuwe voorschriften uitgevaardigd,
waaronder het reclameverbod vanaf het moment dat het voorlopig
prospectus wordt gepubliceerd tot aan het moment van de eerste
beursnotering. Dat zijn minimaal zes dagen. Minister Zalm heeft een
brief met beleidsvoornemens, waaronder steun voor een reclameverbod,
naar de Tweede Kamer gestuurd. De derde beleidsmaker, de Stichting
Toezicht Effectenverkeer ( STE), die de AEX controleert, krijgt meer
bevoegdheden in de dagelijkse controle, zo laat Zalm doorschemeren, in
het fiatteren van het prospectus van een 'beursganger' bijvoorbeeld.
De meeste maatregelen van de AEX voor toekomstige prospectussen zijn
nuttig, zoals expliciete regels voor openheid over eigen transacties van
topmanagers in aandelen van de beursganger in de periode voor de
feitelijke beursintroductie. Meer nog dan regelgeving is op deze punten
van belang hoe de regels worden toegepast. De AEX heeft hier nooit een
overtuigende indruk gemaakt, ingeklemd als zij zit tussen
commerciële belangen (beursnieuwelingen zorgen voor inkomsten,
status en, soms, navolgers) en bescherming van beleggers. De mensen die
de regels moeten uitvoeren zijn wellicht nog belangrijker. De eerste
voorzitter van de, inmiddels bijna mondiaal gezaghebbende, Amerikaanse
beurscommissie SEC in 1933 was Joe Kennedy, een van de meest gehaaide
speculanten in de roaring twenties. Hij kent alle trucs,
zei president F. Roosevelt op de vraag waarom hij juist deze man had
benoemd.
Het jaartal 1933 zegt nog iets anders: in de VS is de markt, van banken
tot en met beleggers, al bijna zeventig jaar gewend aan onafhankelijk
beurstoezicht. In Nederland niet meer dan een jaar of tien. De VS
hebben een voorbeeldfunctie: het reclameverbod is ontleend aan de
Amerikaanse praktijk. Maar zoals wel vaker pikken Nederlandse beslissers
één element eruit, zonder de complete context inclusief de
culturele worteling te nemen. Bekend ander voorbeeld: bedrijfsmanagers
die wel opties willen hebben, maar daarover geen openheid wensen te
geven. Wel Amerikaanse lusten, geen Amerikaanse lasten.
Het reclameverbod valt ook in die categorie. Was de wat larmoyante
reclame van World Online aanleiding voor de hype en de koersval? Zalm
geeft daarvoor geen argumenten. Geeft een verbod op reclame bescherming
tegen excessieve koerssprongen? Niet in de VS, waar een
beursintroductie op de eerste dag van handelen soms in waarde
verdubbelt, of meer.
En dan de uitvoering. Geldt het verbod alleen voor Nederlandse media, of
mag een beursganger tijdens de black-out wel in de Financial
Times adverteren? En geldt het verbod ook voor bijvoorbeeld de
grootaandeelhouder die op eigen kosten een advertentiecampagne voor
'zijn' bedrijf financiert?
Het reclameverbod suggeert bescherming die niet bestaat. Met 1,5 miljoen
beleggende huishoudens is volkskapitalisme ook politiek interessant,
maar de regels moeten geen loterij zonder nieten suggereren, waarin
beleggen louter winnaars oplevert.
Financiële speculatie als bij de beursgang van World Online is
onlosmakelijk verbonden met vrije financiële markten. De speculatie
is in dit geval gevoed door de (achteraf bekeken) krankzinnige prijzen
in de ongereguleerde grijze handel, waarin professionele beleggers en
speculanten hun gang kunnen gaan. Die markt heeft geen centrum, al komen
de meeste prijzen in Londen tot stand. Deze virtuele markt valt niet te
verbieden, moet ook Zalm erkennen.
Reclame moet ook niet verboden worden. Zorg er juist voor dat de
potentiële belegger zich adequaat en tijdig kan informeren.
Doorbreek het raamwerk van regels en usances dat nu in het voordeel is
van de banken die de aandelen van de beursganger aan het publiek
verkopen.
Het voorgestelde insnoeren van uitlatingen van topmanagers en het verbod
op de verspreiding van rapporten van analisten zijn verkeerde signalen.
Verleng de periode waarin een prospectus beschikbaar moet zijn. Drie
dagen is te kort, maak daar een week van. Dwing duidelijke en expliciete
informatie af in een prospectus, in elk geval in de Nederlandse taal.
Geen vrijheid van beleggen zonder vrijheid van informatie.
Menno Tamminga is redacteur van NRC Handelsblad.