ABN Amro geeft schade toe
Door onze financiële redactie
AMSTERDAM, 11 MEI. ABN Amro
heeft gisteren tegenover de aandeelhouders toegegeven dat de reputatie
van de bank schade heeft geleden naar aanleiding van de beursgang van
World Online.
"Het vertrouwen heeft door de commotie een deuk opgelopen", aldus bestuursvoorzitter J. Kalff. "U kunt er van op aan
dat wij dit soort ervaringen niemand meer aandoen". Volgens de topman
zit ABN Amro met de koersdaling van het Internetbedrijf " net zo in de
maag als de aandeelhouder". De aandelen van World Online zijn sinds de
beursgang in maart met tweederde in waarde gedaald.
De uitspraken van Kalff, die gisteren vertrok als bestuursvoorzitter bij
ABN Amro, staan in schril contrast met de boodschap die de bank twee
weken eerder verzond. Toen verklaarde hij dat de bank bij het debacle
rond World Online geen enkele fout had gemaakt. "We zouden het een
volgende keer precies zo doen", stelde hij destijds. Probleem voor ABN
Amro is dat het erkennen van schuld grote gevolgen kan hebben, gezien
het grote aantal schadeclaims dat de bank bedreigt als gevolg van
mogelijke onjuistheden in het prospectus. Kalff had al eerder, onder
meer in een interview, aangegeven dat het debacle rond World Online
deels een verantwoordelijkheid van ABN Amro was geweest. " Het is een
betreurenswaardig misverstand dat onze eerste reactie - na de
stabilisatieperiode van een maand - in brede kring is opgevat als een
aanval op de particuliere aandeelhouder", hield hij de aandeelhouders
gisteren voor. "Wij voelen ons verbonden met onze klanten en hun wel en
wee". Volgens Kalff heeft de combinatie van scherp dalende fondsen (ten
tijde van de beursgang) en een te hoog verwachtingspatroon geleid tot
"deze teleurstelling". Kalff zei verder dat ABN Amro mee wil werken aan
nieuwe beursregels om incidenten zoals met World Online niet meer te
laten plaatsvinden. Hij ziet in de vorming van de nieuwe Europese beurs
Euronext een goede gelegenheid de toelatingseisen voor fondsen tegen
het licht te houden, omdat de regels van de partners (Amsterdam,
Brussel en Parijs) toch geharmoniseerd moeten worden.