Beurs eiste meer informatie transacties
Blokkade dreigde voor World Online
Door onze redacteuren MICHIEL VAN NIEUWSTADT en
JOOST ORANJE
ROTTERDAM, 25 APRIL. De
Amsterdamse beurs heeft vlak voor de introductie gedreigd World
Online's beursgang te stoppen. De AEX wilde op het laatste moment extra
informatie krijgen en ontduiking van beursregels voorkomen.
De opstelling van beursorganisatie AEX leidde tot irritatie bij de
begeleidende bank ABN Amro, omdat de beurs met aanvullende vragen kwam
nadat het voorlopige prospectus reeds was goedgekeurd. Om een
beslissing over de beursgang te forceren, dreigde ABN Amro drie dagen
voor de introductie nog met een kort geding. Daarna belde de bank
persoonlijk met beurspresident G. Möller, die een compromis
accepteerde waarna de weg voor de beursgang vrij was. Een en ander
blijkt uit onderzoek van deze krant op basis van documenten en
achtergrondgesprekken met een tiental betrokkenen van alle partijen. Een
AEX woordvoerder bevestigt dat de beurs heeft gedreigd de World
Onlinenotering niet te laten doorgaan. ABN Amro wil geen officeel
commentaar geven. De bank houdt morgen een persconferentie waarin ze
haar visie op de beursgang toelicht.
Een reconstructie van de gebeurtenissen laat zien dat de AEX vooral
vragen had over een verkoop van World Online-aandelen van oprichtster
Nina Brink aan de Amerikaanse beleggingsmaatschappij Baystar. De beurs
vermoedde dat Brink via deze transactie de 'lockup' wilde ontwijken, de
regeling die bepaalt dat bepaalde aandeelhouders hun aandelen niet
binnen een vastgestelde termijn mogen verkopen. Hoewel Brinks regeling
met Baystar al in het voorlopig prospectus was goedgekeurd door de AEX,
eiste de beurs in de week van 6 maart nieuwe documenten. Deze kwamen
pas boven water nadat gedreigd was met stopzetten van de notering.
Uit de gegevens werd duidelijk dat Brink in december haar aandelen voor
60 miljoen dollar aan Baystar had verkocht. Een deel van deze opbrengst
(35 miljoen) werd op een Zwitserse rekening van Brink overgemaakt, het
andere deel (25 miljoen) werd omgezet in participaties Baystar.
Daarnaast maakte Brink de afspraak met Baystar dat zij de helft van de
opbrengst zou krijgen als de beleggingsclub de aandelen zou verkopen.
Op het beleggingsbeleid van Baystar had Brink echter geen invloed.
De beurs wilde Baystar, dat zich niet aan de lockup had verplicht,
alsnog onder deze regeling brengen. Voor de Amerikanen was dat
onbespreekbaar. Daarop stelde ABN Amro een compromis voor waarin niet
Baystar, maar Brink zelf een extra lockup-regeling kreeg opgelegd. Dit
compromis werd uiteindelijk in het prospectus toegevoegd. Andere
gegevens over de transactie met Baystar, zoals de verkoopprijs en
Brinks belang in Baystar, bleven buiten het prospectus. Zowel ABN Amro
als de AEX betoogt dat de regels dat niet voorschrijven. Raadslieden
van beleggers wijzen echter op de Europese Richtlijn over opstelling
van prospectussen, waarin expliciet vermeld staat dat de regels
minimumeisen zijn. Volgens de richtlijn moet alle informatie voor een "
verantwoord oordeel" onverkort worden gemeld. Intussen is vanuit de
Tweede Kamer kritiek geuit op het feit dat de AEX geen onderzoek
instelt naar de beursgang. De beurs bekijkt vooralsnog alleen de
publieke uitlatingen van Nina Brink over haar aandelenverkoop. Maar
volgens de VVD moet het onderzoek veel uitgebreider zijn. Ook
coalitiegenoten PvdA en D66 zijn kritisch over de rol van de
Amsterdamse effectenbeurs.