WOL-commissaris Miller verdedigt zich tegen kritiek op
dubbelrol
'Ik ben altijd open en eerlijk geweest'
A. Miller ligt onder vuur als
commissaris van World Online: "Het prospectus is maar een samenvatting
van wat de advocaten en adviseurs te zien krijgen. Zij moeten zorgen
dat het publiek alle relevante informatie krijgt."
Door onze redacteur MICHIEL VAN NIEUWSTADT
ROTTERDAM, 11 APRIL. Aandacht van de media is niets nieuws voor Avram
C. Miller (55). De manier waarop de commissaris van World Online en
voormalig directeur business development van chipmaker Intel
dezer dagen de krantenkoppen haalt is dat wel. Tot voor kort werd
Millers inzet voor liefdadigheidsprojecten geprezen evenals zijn visie
op ontwikkelingen rond Internet. Nu staat hij in het middelpunt van de
aandacht wegens mogelijke belangenverstrengeling en zelfverrijking.
"Het is allemaal erg triest", zegt hij in een telefonisch interview
vanuit San Francisco. "Ik heb mijn hele leven hard gewerkt. Ik ben
altijd open en eerlijk geweest. Daar sta ik hier bekend om."
De zakendeal die Millers imago bedreigt begon voor hem met een tip van
M. Schulhoff, de voormalig topman van World Online en daarvoor de baas
van Sony in de Verenigde Staten. Schulhoff is bij World Online intussen
ontslagen omdat hij met de credit card van het bedrijf zakenrelaties
gefteerd zou hebben op de wallen.
Miller: "Ik kwam hem tegen op een conferentie. Hij heeft me toen verteld
over World Online. Een Nederlands bedrijf. Dat vond ik leuk. Tussen
1969 en 1974 studeerde ik medicijnen in Rotterdam." In het Nederlands:
"Ik spreek het nog steeds."
Het was op zijn beurt Miller die World Online-topvrouw Nina Brink
introduceerde bij Lawrence Goldfarb, de baas van het investeringsfonds
Baystar, dat kort na de beursgang 1,2 miljoen aandelen World Online zou
doorverkopen. Miller: "Ik herinner me niet meer precies wanneer ik
Brink met Goldfarb in contact heb gebracht. Het moet niet lang na mijn
aantreden als commissaris zijn geweest, in mei 1999. Ik introduceerde
haar voortdurend bij nieuwe mensen en nieuwe bedrijven, misschien wel
vijfhonderd in totaal. Dat was mijn functie bij het bedrijf."
De eerste zakelijke contacten tussen Goldfarb en Miller stammen volgens
hem van afgelopen zomer: "Larry Goldfarb is een vriend van me. We
houden allebei van jazzpiano. Toen ik in het voorjaar vertrok bij Intel
heeft hij me een plek aangeboden op zijn kantoor in San Francisco.
Afgelopen zomer was hij op zoek naar investeerders. Hij heeft me
aangeboden in zijn fonds te investeren en dat heb ik gedaan. Mijn
investering in Baystar is minder dan een procent van mijn totale bezit.
Hoeveel hij waard is zeg ik niet want dan kunt u uitrekenen wat de
totale waarde van mijn bezittingen is. Ik heb veel van dat soort
investeringen. Misschien wel in twintig venture capital-
bedrijven. Voor Baystar is mijn investering niet significant.
Misschien eentiende van het totale kapitaal. Ik ben geen juridisch
expert, maar voor een beursgang in de Verenigde Staten zou deze
informatie geloof ik niet van belang zijn geweest." Miller wil weinig
over Baystar kwijt, behalve dat het een zogeheten crossover
fonds is dat participeert in beursgenoteerde en niet beursgenoteerde
ondernemingen: "Ik ken niet al hun investeringen. Met hun investering in
het Belgische Lernout & Hauspie ben ik bekend ja, maar ik heb hen niet
met Baystar in contact gebracht." Volgens Miller gaan de plannen voor
Wolstar, een gezamenlijke investeringsmaatschappij voor
Internetbedrijven waarmee Baystar en World Online in het tweede
kwartaal van dit jaar zouden beginnen, voorlopig in de ijskast. "Ik
denk dat we wat dat betreft een pauze moeten inlassen. Er zijn te veel
andere dingen die ons op dit moment bezighouden.'Miller ontkent ook dat
hij de belangrijkste man was achter het ontstaan van de deal met Intel
dat in juni van het afgelopen jaar tien procent van de aandelen World
Online kocht voor 67 miljoen dollar. "George Coelho was daarvoor
verantwoordelijk, het hoofd Internetinvesteringen van Intel. De
beslissing om in World Online te investeren is genomen nadat ik was
vertrokken." Als lid van de raad van commissarissen heeft Miller twee
keer zijn goedkeuring gegeven aan het prospectus van World Online. Toch
zegt hij: "Het prospectus is maar een samenvatting van de informatie
die advocaten en andere adviseurs te zien krijgen. Het is aan hen om te
zorgen dat alle relevante informatie bij het publiek terecht komt. Het
is niet aan mij om dat na te kijken. Ik had bovendien niet het idee dat
ik bij dit soort technische zaken een belangrijke rol had. Elke
commissaris heeft verschillende capaciteiten. Die van mij liggen op het
gebied van Internet."
Miller wijst erop dat hij niet vertrouwd is met de details van de
Nederlandse wet: "Dat is een zaak voor advocaten. En wij hebben Goldman
Sachs en ABN Amro ingeschakeld, goede betrouwbare banken. Dat was onze
verantwoordelijkheid." Over de volledigheid en juistheid van het
prospectus zegt hij geen mening te hebben. Datzelfde geldt voor de
verkoop van aandelen door Brink aan Baystar. Van de overeenkomst zelf
zegt hij niet meer te weten dan vorige week is vastgesteld: "De
overeenkomst tussen Brink en Baystar is privé. Als commissaris
had ik daarmee weinig te maken. Ik heb er niet naar gekeken en de
overeenkomst dus ook niet goedgekeurd. Vorige week hebben accountants
ernaar gekeken. Zij hebben de deal goedgekeurd."
Doordat Brink in december aandelen verkocht is zij in feite onder de
verplichting van het aanhouden van haar aandelen uitgekomen? Miller: "Zo
heb ik het prospectus niet geïnterpreteerd. Zo'n verbintennis, een
lockup, is in mijn ervaring, voor het management een normale eis
van de adviseurs en zakenbanken die bij een beursgang betrokken zijn.
Ik ben er zelf aan gebonden. Ik denk dat dat een goede zaak is. De
overeenkomst tussen Brink en Baystar is niet aan de raad van
commissarissen voorgelegd. Het was een privé-transactie. "