'Claims tegen bank kansrijk'
Het vertrouwen tussen World
Online en beleggers is zoek. Tussenkomst van de rechter lijkt niet lang
meer te duren. "En de bewijslast ligt bij de banken."
Door onze redacteuren MICHIEL VAN NIEUWSTADT en
ERIK VAN DER WALLE
ROTTERDAM, 5 APRIL. Na de beursgang van Smit Trafo in 1994 en de
problemen rond de obligaties van Coop eind jaren tachtig dreigt ABN Amro
wederom te maken te krijgen met claims van boze beleggers. "Maar er is
een belangrijk verschil", stelt hoogleraar effectenrecht M. den Boogert
van de Rijksuniversiteit Groningen. "In die zaken ging het om relatief
geringe bedragen. Bij World Online spreek je al snel over miljarden."
Bij de mislukte beursgang van Smit Trafo was ABN Amro de rechter voor:
nog voordat er sprake was van een claim konden aandeelhouders hun
stukken weer inleveren en hun geld terugkrijgen, hetgeen de bank naar
schatting zo'n 40 miljoen gulden kostte. "Eens maar nooit weer",
verklaarde bestuursvoorzitter Jan Kalff toen over deze financiële
compensatie. Of zijn woorden in 1995 nu nog gelden, zal de komende
weken blijken. Onder leiding van de banken ABN Amro en Goldman Sachs
werd in maart bijna 3 miljard euro binnengehaald voor World Online. In
korte tijd halveerde de beurskoers van het bedrijf.
Een serieuze claim is zeker niet kansloos, zeggen verschillende
juristen. Met name het ontbreken van informatie over de vroegtijdige
verkoop van het grootste deel van Brinks aandelen in WOL zou de bank
kunnen worden aangerekend. De bewijslast ligt volgens advocaat G. Hooft
Graafland vooral bij ABN Amro. " Wanneer de aanklacht luidt dat de
banken beleggers misleid hebben, dan ligt bij de banken tot tweemaal
toe de bewijslast. Eerst moeten zij aantonen dat er van misleiding geen
sprake is. Dus dat er geen relevante informatie is weggelaten. Wanneer
de rechter dat argument afwijst, moeten zij vervolgens aantonen dat hun
geen blaam treft."
Het bestaan van verschillende versies van het emissieprospectus vindt
Hooft Graafland sowieso een vreemde zaak. Pas in de definitieve versie
van het prospectus - die na de inschrijvingsperiode verschijnt - werden
verdere eisen gesteld aan de eventuele opbrengst van Brinks
aandelentransactie in december. , ,Zowel de voorlopige als de
definitieve prospectussen moet je zien als reclame-uiting. Voor beide
stukken is ABN Amro natuurlijk aansprakelijk." Hoogleraar Den Boogert
vindt de nu aankondigde weg van advocaat Spong (oplichting) niet de
snelste route. "Bij een gewone koopovereenkomst stelt de wetgever steeds
hogere eisen aan de verkopende partij. Zo'n beursgang is een soort
koopovereenkomst. Als blijkt dat relevante informatie ontbrak, is er
sprake van een wanprestatie."
Directeur Paul Frentrop van Deminor Nederland - een vertegenwoordiger
van grote beleggers - is sceptischer. "Claims hebben in Nederland
zelden iets opgeleverd. Het verschil tussen de introductiekoers en de
huidige koers is moeilijk volledig aan Brink te wijten. Maar ja die
ligt nu op de grond." Volgens Frentrop zouden analisten en adviseurs ook
eens kritisch moeten kijken naar hun eigen handelwijze. Die waren
allemaal bijzonder enthousiast. En zeker ABN Amro en Goldman Sachs die
het aandeel op 43 euro hebben geprikt. " Natuurlijk zijn bij deze
fondsen de traditionele maatstaven moeilijk te hanteren om de waarde te
bepalen. Maar je kan wel kijken naar de prijs die bij de laatste
verkoop is gerealiseerd: namelijk die 6 dollar die Brink per aandeel in
december ontving. Zelfs in de nieuwe economie lijkt me dat een serieuze
indicatie."
De Tweede Kamer wacht eventuele maatregelen van de Amsterdamse beurs of
de toezichthouder STE af. CDA-Kamerlid H. de Haan: "Als blijkt dat
alles via de regels is verlopen, moeten we weer kritisch kijken naar de
wetgeving. Ik vind dat we dit soort geintjes gewoon moeten uitsluiten."