Volendam sluit een stille periode af
Volendam rouwde gisteravond met
een stille tocht om de tien doden van de cafébrand op
nieuwjaarsnacht.
Door onze redacteur YASHA LANGE
VOLENDAM, 13 JAN. Er zou niet geapplaudisseerd worden na de toespraken,
had de organisatie van de stille tocht in Volendam bepaald. En
inderdaad, na de speeches van burgemeester IJsselmuiden, commissaris van
de koningin Van Kemenade en premier Kok blijft het doodstil in het
voetbalstadion.
Dan mag Marjorie Koning (21), een van de getroffen jongeren uit
Volendam, het woord voeren. Ze haalt fel uit. Ze is woedend dat de ramp
niet kon worden voorkomen, dat "veiligheid ondergeschikt is gemaakt aan
belangenverstrengeling, gemakzucht en geld". Ze is boos op "mensen die
menen te moeten oordelen terwijl ze er niks van weten". En ze is ook
boos op de media. "Toon een beetje respect." Ze spreekt haar
bewondering uit voor de brandweer, de andere hulpverleners en alle
Volendammers die het hoofd hoog proberen te houden. Het publiek negeert
spontaan het applausverbod.
De toespraak van Kok, ach. Henk Kras, de voorzitter van voetbalclub
Volendam haalt zijn schouders op. "Mooie woorden hoor, maar die heb ik
allemaal al eens eerder gehoord." De toespraak van Marjorie daarentegen
"die kwam recht uit het hart. Geweldig." De stille tocht van
gisteravond eindigt in 'zijn' stadion. Het veld blijft volstromen, door
de lengte van de stoet van ruim 20. 000 mensen missen velen het begin
van de ceremonie. In het stadion zingen koren Mijn herder is de Heer
en Ave Verum. Op het veld en op de tribunes wordt stil
geluisterd. Premier Kok gebruikt in zijn toespraak welgeteld negen keer
het woord 'steun'. Sommigen komen pas binnen als het bijna afgelopen is
en Jantje Smit al het Ave Maria heeft ingezet.
De afgelopen dagen was het stil in Volendam, vinden de jongeren. "Het
leek wel alsof je niet mocht lachen", zegt Hester (20). Gesprekken
gingen alleen maar over de ramp, her en der stonden groepjes te praten,
mensen liepen licht gebogen over straat. "Ik werd er af en toe echt moe
van. Die bedrukte sfeer", zegt ze.
Vraag de jongeren - in de meerderheid tijdens de stille tocht - naar de
reden van hun komst en de bekende woorden vallen: respect tonen,
medeleven betuigen, steun zoeken bij elkaar, een gevoel van
saamhorigheid. Hester voegt hieraan toe: "Voor mij is deze tocht het
afsluiten van een rouwperiode. Behalve voor de direct betrokkenen, denk
ik dat dat voor heel veel anderen ook geldt. Het leven gaat toch door."
De jongeren hebben zich voor de stille tocht verzameld op het
Europaplein, voor 'hun' centrum Pius X. Allemaal een bloem in hun hand
tot nu toe waren het vooral mensen van buiten Volendam die bloemen
legden. De sfeer is niet bedrukt. De één tilt de ander op
om te kijken hoeveel mensen er zijn, een meisje slaat een jongen met
haar witte roos, er wordt gelachen. De zenuwen, zegt een jongen. Een
meisje stoort zich eraan: "Als je echt verdriet hebt, sta je niet zo te
geinen." De spanning moet eruit, zegt haar vriendin: "Als we straks
langs De Hemel komen is het doodstil." Dat is precies wat er gebeurt als
om zeven uur de klokken van de Mariakerk luiden. Stilte, serieuze
gezichten, de stoet zet zich in beweging. Voorop de jongeren met
lampionnen, het gemeentebestuur en het hoge bezoek. Achterin duurt het
meer dan een uur voor er beweging in de massa komt de toegang tot de
dijk is de flessenhals, maar ook achterin blijft het stil. Bij
café De Hemel pakken jongeren de bloemen aan en zetten agenten
hun pet af. Als jongere uit Volendam kon je het niet maken om
niet mee te lopen, in de stille tocht. "Het voelt als een
verplichting", zegt Ilja Schouten, blond haar, dikke jas. Hij is een
beetje ziek. "Maar niet komen kán niet. Dan krijg ik maandag op
school te horen: hé, waar was je?" Hij denkt dat veel
jongeren het als een verplichting voelen, omdat de hechte gemeenschap
vraagt om een duidelijk teken van saamhorigheid. De tocht moest van,
voor en door de Volendammers zijn. Het moest hun ritueel zijn en ze
waren er een beetje bang voor dat de herdenking zou worden 'overgenomen'
door 'mensen van buiten'. Dat is gelukkig niet gebeurd, zegt een vrouw
die anoniem wil blijven. Ze is opgelucht: "Het was een Volendams
gebeuren." Ook premier Kok moet dat hebben aangevoeld, want hij
refereert eraan. "Ook het onverdraaglijke moeten wij doorstaan en
dragen. Daarom zijn ook wij mensen van buiten uw Volendamse gemeenschap
vanavond hier. Om samen te rouwen, om bij elkaar steun en troost te
vinden."
Henk Kras, de voorzitter van Volendam, luistert rustig. Maar als Niels
Bergsma, één van de jongeren die spreekt, een vergelijking
trekt met de goede pretaties van voetbalclub Volendam begint hij een
beetje te glimmen van trots. Niels zegt dat de stand Volendam-Ramp nu 0-
1 is. "Maar als wij achter de gewonden gaan staan kunnen we gelijkmaken.
En als wij weer een biertje kunnen drinken op de dijk en kunnen lachen
mag de scheidsrechter fluiten. Dan is het Volendam-Ramp: 2-1."