U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Brand Volendam

Nieuws

Onderzoek

Brand in Het Hemeltje

Achtergrond

Links

'We zijn door de tijd ingehaald'


Volendamse bestuurders en hun ambtenaren deden hun best "een levensgevaarlijke situatie" te verbeteren, maar faalden. Als de nazorg is geregeld, stellen ze hun functies beschikbaar.

Door onze redacteuren HARM VAN DEN BERG en MARCEL HAENEN

VOLENDAM, 6 JAN. Eerder op de dag zijn vier slachtoffers van de brand in Het Hemeltje naar hun graf gebracht. Om half acht 's avonds zegt burgemeester F. IJsselmuiden van Edam-Volendam als hij de bijzondere raadsvergadering opent: "De verschrikkingen van de Nieuwjaarsnacht en het daaruit voortvloeiend leed dat de bevolking is aangedaan, valt met geen pen te beschrijven."

De aanwezige raadsleden hebben voor zich op tafel het feitenrelaas dat een precies inzicht geeft in de moeite die de gemeente in de afgelopen jaren heeft gedaan om van het horecapand van Veerman met drie drukbezochte bars een veilige plaats te maken. De meeste leden van de grootste oppositiefractie Volendam 80 zijn weggebleven omdat zij een vergadering niet gepast achtten zolang er "mensen voor hun leven vechten". B en W achtten de situatie echter zo ernstig dat ze de vergadering hebben doorgezet.

IJsselmuiden en zijn wethouders schrokken toen ze de feiten op een rijtje zagen. Zoals een ambtenaar gisteravond zei: "In Volendam wordt het een ondernemer niet moeilijk gemaakt." De korte mededelingen in het lange overzicht, beginnend in 1969 toen het café nog in andere handen was, geven hem gelijk. Een aanpak van pappen en nathouden, aanschrijvingen, dreigen met bestuursdwang, nieuwe aanschrijvingen. Een treurige opsomming.

Toch blijkt uit diezelfde feiten ook dat het huidige college, samen met het vorig jaar vernieuwde ambtelijk apparaat de zaak serieus heeft willen aanpakken. Diverse raadsleden beaamden dat in een korte reactie tijdens de raadsvergadering. IJsselmuiden: "Wij kenden een grote prioriteit toe aan de brandveiligheid van de horeca-gelegenheden. Ook 't Hemeltje werd bezocht."

Vooral de speciale ambtenaar voor brandpreventie Cees Bont, ook lid van de vrijwillige brandweer in Volendam, maakte er vanaf september 1999 flink werk van. Hij rapporteerde na een bezoek in mei vorig jaar dat in het pand van Veerman "bij een incident een levensgevaarlijke situatie kan ontstaan". Een waarschuwing die slechts op één manier kan worden uitgelegd.

De bestuurders gaven de eigenaar desondanks weer vier maanden de tijd om de noodzakelijke aanpassingen zoals betere vluchtwegen en brandblussers te realiseren. Eerst moest de kermisdrukte achter de rug zijn. "Op het genoemde tijdstip werden de voorgeschreven voorzieningen niet gerealiseerd", stelde de burgemeester vast. Sterker nog, er waren op de afgesproken datum geen tekeningen gemaakt, noodzakelijk voor de bouwvergunning. Ambtenaren drongen daar nog eens op aan en, zoals de burgemeester moest vaststellen, "daarna hebben ons geen signalen bereikt". Voor IJsselmuiden en de Volendamse wethouders was het donderdag bij het doornemen van al die stukken al wel duidelijk: we hebben gefaald en zullen de "volledige politieke verantwoordelijk hiervoor dragen". Het raadslid P. Nordmann (Gemeentebelangen) zei het zo: "We zijn door de tijd ingehaald." Voor het college wordt het een vertrek-op-termijn: "Wij achten het niet verantwoord om het schip in de huidige situatie te verlaten en de gemeente in een bestuurlijke impasse te brengen".

In Zaandijk had het openbaar ministerie anderhalf uur eerder opening van zaken gegeven en duidelijk gemaakt dat de onthullende brief van de preventieman geen gevolgen zou hebben voor de bestuurders.

Op neutraal terrein, ver weg van de burgemeester van Volendam met wie hij de afgelopen dagen steeds persconferenties had gehouden, presenteerde de fungerend hoofdofficier van de regio Zaanstreek- Waterland, Th. Bot, de eerste justitiële bevindingen. In het politiebureau van Zaandijk begon hij met een soort verontschuldiging. Terecht staat deze begrafenisdag "in het teken van rouw en verwerking". Maar "onvermijdelijk" is ook de vraag wie verantwoordelijk is voor de ramp "die niemand in de verste verte heeft gewild". Want dat staat vast: van opzet is geen sprake. Toch lopen de eigenaar van de rampkroeg en zijn 24-jarige dochter en bedrijfsleider grote kans zich later dit jaar voor de strafrechter te moeten verantwoorden. Justitie opent een strafrechtelijk onderzoek omdat het tweetal op vele punten brandvoorschriften willens en wetens zou hebben genegeerd.

Het gemeentebestuur mag mogelijk nog politieke moeilijkheden verwachten, strafrechtelijk worden ze ongemoeid gelaten. Ook al zou de gemeente door gebrekkige controle enige schuld hebben aan de tragedie "dan nog is de gemeentelijke overheid die een exclusieve bestuurstaak uitoefent" op grond van recente rechtspraak "strafrechtelijk immuun", aldus Bot. Dit zou alleen anders zijn geweest als een gemeentelijk ambtenaar "in weerwil van besluiten van de gemeente zelfstandig anders zou hebben gehandeld. Daarvan is in dit geval niet gebleken", zei de hoofdofficier.

Die bevindingen laten onverlet dat de gemeente mogelijk wel civielrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade. Overigens is er ondanks al het trompetgeschal van zogeheten letselschade-advocaten - die in de media miljoenenclaims in het vooruitzicht stelden - nog niet gebleken dat gedupeerden in Volendam zich op dit gebied daadwerkelijk willen gaan roeren. Het grootste advocatenkantoor van Volendam Abma van Eeuwijk - waar drie letselschade- advocaten werken - heeft een dag na de ramp in ieder geval besloten niet namens slachtoffers schadeclaims te zullen indienen. Volgens advocaat P. Keuchenius verwachten de advocaten "niet zonder scrupules schadevergoeding" te kunnen eisen. De horeca is voor hen immers ook een goede klant in het kleine Volendam. Inmiddels heeft Veerman laten weten dat zijn bars aan de dijk nooit meer open gaan.

Als het gaat om de juridische aansprakelijk van de overheid voor haar handelingen, dan wordt steevast verwezen naar het zogeheten 'Pikmeerarrest'. Dit arrest gaat over een ambtenaar van de Friese gemeente Boarnsterhim, die in 1993 opdracht gaf 500 kubieke meter verontreinigd baggerslib in het Pikmeer te storten, in strijd met de milieuvoorschriften. De Hoge Raad oordeelde in 1996 dat de gemeente hiervoor niet strafrechtelijk kon worden vervolgd. De reden: de gemeente is een openbaar lichaam met een publieke taak. Ambtenaren zijn als uitvoerders van die bestuurstaken zo nauw verbonden met de gemeente dat tegen hen evenmin strafvervolging kan worden ingesteld, aldus de Hoge Raad.

NRC Webpagina's
6 januari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad