'Iedereen moet leren leven met de dood'
Geen bloemenzee voor Het
Hemeltje, maar samen het Onze Vader brommen in de kerk. Zo herdenkt het
katholieke Volendam de slachtoffers.
Door onze redacteur YASHA LANGE
VOLENDAM, 3 JAN. Het Ave Maria klinkt zacht uit de luidsprekers van de
Mariakerk in Volendam. In de aula is het stil en bewegingloos, de tijd
lijkt even bevroren.
Zo'n zeshonderd bezoekers vooral jongeren, sommigen met hun hand in het
verband zitten stil op de lange houten banken. Blik op oneindig tijdens
een eerste avondwake in Volendam. Er zullen er meer volgen: vanavond,
morgenavond, in het weekeinde. Op het programma staan ook aparte
uitvaartdiensten voor de overledenen.
Zo rouwt de hechte, katholieke gemeenschap van Volendam, zeggen
aanwezigen. Geen bloemen op straat bij café Het Hemeltje, maar
gezamenlijk in de kerk het Onze Lieve Vader brommen. "Dat zij rusten in
vrede."
De redenen om naar de kerk te komen spreken voor zich, zegt Carlo (22).
"Steun zoeken bij elkaar, dat doe je gewoon op zo'n moment. En respect
betuigen. Om anderen het gevoel te geven dat ze er niet alleen voor
staan." William (22) zegt hetzelfde. Ze vertellen uitgebreid hoe ze de
afgelopen dag hebben doorgebracht in het jongerencentrum: bij elkaar
zitten, praten, wie is er gewond, hoe is het met je zus. William: "Het
is vervelend dat de namen van de gewonden niet bekend worden gemaakt.
Daardoor krijg je veel indianenverhalen." Carlo: "Ik hoorde dat een
vriendin van mij dood was. Was ik stuk van, maar het bleek later niet
waar te zijn."
De overledenen liggen vandaag opgebaard thuis. Familie, vrienden en
kennissen brengen een bezoek aan de nabestaanden. Zes leden van de St.
Vincentius a Paulo parochie van pastoor J. Berkhout zijn omgekomen. "De
huisbezoeken en de diensten, dat is typerend voor Volendam", zegt de
pastoor. De kerkdiensten zijn de troost, zegt hij. "Zo moet het ook
zijn. Het geloof zit Volendammers in de genen."
Hij wil geen kritiek uiten op de Nederlandse hulpverlening, maar toch:
"Hier lossen de families het graag in eigen kring en met elkaar op."
Berkhout heeft er een historische verklaring voor. Volendam was een
geïsoleerd katholiek dorp waar de mensen leefden van de zee. "Als
er vissers verdronken, werden de nabestaanden door de gemeenschap
opgevangen. En hoewel Volendam is veranderd, minder afgesloten is dan
vroeger, blijven jongeren die trouwen vaak hier wonen en is de
gemeenschapszin onveranderd."
Voor René Zegerius, werkzaam bij de GGD Amsterdam en aangesteld
als coördinator nazorg in Volendam, is de sociale structuur in
Volendam "heel positief". Toch kunnen er mensen buiten de boot vallen,
zegt hij. "Binnen de familie of de kerk problemen oplossen is het beste,
dat staat voorop en dat zullen wij ook gebruiken. Maar sommige zaken
kunnen niet door geestelijke verzorgers of vrienden worden verholpen."
Hij doelt op mensen met een post traumatische stress stoornis of
langdurige problemen met rouwverwerking. "Met alle respect, maar in de
behandeling daarvan voorziet de pastoor niet." De wonden van de
cafébrand blijven letterlijk zichtbaar. Dat vergt een "zeer
specifieke aanpak", zegt Zegerius. "Mensen zijn voor het leven getekend.
De verwerking is een heel langdurig traject." De eerste aanzet is
gegeven. De RIAGG en GGD werken samen met de plaatselijke pastoors en
huisartsen. Er is een informatie- en adviescentrum geopend. De
brandweerlieden en politieagenten zijn opgevangen door interne
traumateams. Er is een bijeenkomst voor leden van het Rode Kruis geweest
en ook voor de huisartsen wordt begeleiding geregeld.
Lector Herman Tol van de Mariakerk lijkt al te zijn begonnen met de
rouwverwerking. In zijn toespraak tijdens de eerste avondwake zegt hij
dat "iedereen moet sterven, het leven gaat voorbij". De dierbare
overledenen hebben nu de eeuwige rust gevonden, zegt hij een paar keer.
Hij vraagt God om vertrouwen en kracht en zegt dat "iedereen moet leren
leven met de dood, ook al is dat een zware opgave en went het nooit."
Voor sommige aanwezigen komt die boodschap iets te vroeg. Vol ongeloof
staan ze buiten, na de dienst. De gesprekken gaan over vertwijfeling,
nog niet over het verdriet. "Dat komt later", zegt Ton (21). "Het is nu
nog verbijstering en onzekerheid. Hoe kon het gebeuren? Wie is er
gewond? Later, als er verminkte vrienden rondlopen en de begrafenissen
achter de rug zijn, dan kom het verdriet pas echt." Koningin Beatrix
bezocht gisteren het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. Ze bleef
er tweeënhalf uur, een uur langer dan gepland, en sprak met de
medische staf, nabestaanden en slachtoffers. Vice-premier Jorritsma was
erbij. Zij liet na afloop weten dat koningin Beatrix aangeslagen was
door het bezoek aan het ziekenhuis.
Ook Ton was in het AMC en hij is er nog van ondersteboven. Met de zus
van een vriend ging het nog wel, alleen haar hand en rug waren verbrand.
"Maar daarnaast lag een jongen, onherkenbaar, zijn hele gezicht
opgezwollen. Echt verschrikkelijk. Pas toen ik zijn naam hoorde besefte
ik dat ik hem ken. Dit gaat echt jaren duren."