U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Brand Volendam

Nieuws

Onderzoek

Brand in Het Hemeltje

Achtergrond

Links

Loszittende, dunne kleding brandt het snelst


Was hun synthetische feestkleding van invloed op de verwondingen van de Volendamse jongeren? De kledingbranche vreest van wel.

Door onze redactie wetenschappen

ROTTERDAM, 3 JAN. Gesmolten synthetische kleding en kerstversiering die met de verbrande huid van Volendamse slachtoffers moest worden weggesneden - met dat gruwelijke beeld maakte een woordvoerder van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam gisteren voor de tv-camera duidelijk hoe gevaarlijk kleding kan zijn.

De brand in Volendam is voor de kledingbranche, het ministerie van VWS (Volksgezondheid) en de Stichting Consument en Veiligheid onmiddellijk aanleiding om opnieuw te vergaderen over het vermelden van het brandgevaar op kledingetiketten. Het maken van afspraken over kledingetikettering is vijf jaar geleden gestopt nadat de etiketten voor kinderpyama's waren geregeld. Lange, makkelijk rondzwierend nachtponnen vatten makkelijk vlam en leidden in het verleden tot gruwelijke brandwonden bij jonge kinderen. In de Verenigde Staten is het aantal kinderen met ernstige brandwonden sinds de jaren zeventig sterk afgenomen. Daar werden toen geïmpregneerde brandwerende katoenen stoffen geïntroduceerd die echter weer in een kwaad daglicht kwamen te staan doordat de broomhoudende vlamvertragers slecht zijn voor het milieu. Sommige ouders dachten dat de toevoegingen ongezond voor het kind waren.Of er nu etikettering komt of niet, brandvertragende materialen of niet, de woordvoerder van Consument en Veiligheid laat er geen twijfel over bestaan dat in Volendam, waar een lawine van brandende kersttakken op de nieuwjaarsvierders neerdaalde, de invloed van de kleding niet zo vreselijk groot is geweest. Veel gewonden verbrandden vooral hun handen en gezicht. Bij sommigen is echter een groot deel van de huid met brandwonden overdekt. Daar kan het soort en het materiaal van de kleding een rol hebben gespeeld bij de ernst van de verwondingen. De vraag is of modebewuste generaties zich iets aantrekken van etiketten, als de textielfabrikanten zelf niet terughoudend worden in het toepassen van vlamgevaarlijke materialen in kleding. Waarschuwingen op etiketten zijn moeilijk omdat het gebruikte materiaal niet allesbepalend is. Het maakt veel uit of kleding strak of los zit en of het weefsel dik of dun is. Onderzoekers van de Amerikaanse Cornell University publiceerden dit voorjaar hun onderzoek naar brandproeven van kleding op een metalen, met water gevulde etalagepop. Loszittende, dunne kleding brandt eerder en feller dan strakzittende kleren. Dikke stoffen zoals jeans vatten niet zo snel vlam als dunne stoffen. De brandduur en de bereikte temperatuur verschillen niet al te veel tussen kunststof en katoen, schrijven de onderzoekers.

Maar sommige kunststoffen smelten en veroorzaken dan ernstige brandwonden. Polypropyleen en acryl zijn op dat punt berucht, maar ontbranden net zo makkelijk als de natuurlijke stoffen katoen en linnen. Nylon en wol ontvlammen minder makkelijk. PVC is moeilijk in de brand te krijgen, maar als het ontbrandt komen er schadelijke chloorverbindingen bij vrij. Niet alle kunstvezel is gevaarlijk. Een vrijwel onbrandbare kunstvezel is aramide. Die kan worden toegepast in werkkleding van mensen die in een vuurgevaarlijke omgeving werken, waar katoenen overalls vaak niet zijn toegestaan.

NRC Webpagina's
3 januari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad