U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Brand Volendam

Nieuws

Onderzoek

Brand in Het Hemeltje

Achtergrond

Links

'Opvang altijd te krap bij echte ramp'


Slachtoffers van de brand zijn naar het buitenland vervoerd. Minister Borst vraagt zich af of Nederland voldoende capaciteit heeft.

Door onze redacteuren WIM KÖHLER en GUIDO DE VRIES

AMSTERDAM, 2 JAN. In de vrijwel verlaten entreehal van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam drinkt J. de Boer uit Edam koffie uit een plastic beker. Hij heeft zojuist zijn neefje uit Volendam bezocht, dat in café de Wir War is gewondgeraakt. "Ik heb begrepen dat zijn letsel meevalt, ze zeggen dat hij weer helemaal de oude wordt. Hij mag snel weer naar huis." In de nieuwjaarsnacht brachten ambulances vijftig jonge mensen naar het AMC. Nog nooit zijn er zo veel gewonden tegelijk aangekomen, zelfs niet bij de Bijlmerramp van 1992, aldus het ziekenhuis. Tien van de gewonden zijn inmiddels naar een brandwondencentrum vervoerd, zeven konden na behandeling naar huis. Vanochtend lagen nog 33 Volendammers in het AMC, van wie er "elf ernstig tot zeer ernstig aan toe zijn", aldus woordvoerder J. Kortenray. Kort nadat het AMC op de hoogte was van de brand, stelde het zijn rampenplan in werking. "Iedereen die opgepiept kon worden, is opgepiept", vertelt Kortenray. "Binnen no-time was een groot aantal artsen en verpleegkundigen aanwezig." Het AMC maakte "een speciale afdeling met een operatieruimte en een intensive care" vrij voor de slachtoffers.

In het Amsterdamse VU-ziekenhuis rukten vier leden van het traumateam direct na de brandmelding uit. In een ambulance. Normaal gebeurt dat per helicopter, maar die kan alleen bij daglicht vliegen. De voornaamste taak van het traumateam is het "stabiliseren van lichaamsfuncties", zoals de longen, het hart en de hersenen, zegt een woordvoerder. Het is "onvoorstelbaar wat we aantroffen", vertelt een lid van het kwartet. "Gezichten waren verbrand - armen, benen, alles." Het VU-ziekenhuis nam dertien patiënten op, van wie er twaalf naar de intensive care zijn gebracht. Het pastorale centrum en het medisch maatschappelijk centrum van het VU-ziekenhuis vangen de familieleden van de gewonden op. Ook in het AMC staan hulpverleners voor hen klaar. Een Volendams ouderpaar vertelt bij de uitgang dat de kans bestaat dat zijn kind alsnog naar een brandwondencentrum moet. 's Avonds komt minister Borst (Volksgezondheid) in het AMC op bezoek. Ze prijst in het Radio 1 Journaal de samenwerking tussen de ziekenhuizen en de brandwondencentra in Nederland, België en Duitsland. Borst vraagt zich af of de capaciteit van de Nederlandse brandwondencentra (in totaal 20 25 behandelplekken in Beverwijk, Groningen en Rotterdam) moet worden uitgebreid. "Iedere ramp gebruik je om iets van te leren." "Bij een echte ramp is de capaciteit altijd onvoldoende", zegt P. de Jonge van het brandwondencentrum in Beverwijk. Zijn centrum heeft negen "speciale boxen, een soort intensive care" voor slachtoffers met ernstige brandwonden. , ,In het algemeen zijn dat er voldoende. Als je een centrum wil inrichten dat altijd álle calamiteiten aankan, zou dat heel groot moeten zijn en bijzonder kostbaar. Het zou ten minste negentig procent van de tijd leegstaan." Op het moment van de ramp was een aantal van de Nederlandse 'boxen' bezet. Achttien slachtoffers met brandwonden zijn per helicopter of ambulance naar België vervoerd, drie naar Aken. De Jonge: "Bij dit soort calamiteiten doen we veel samen met centra in België en Aken. Zij doen in tijden van nood óók een beroep op ons. Denk maar aan de brand in een Antwerps hotel, in 1994." Het vervoer van patiënten met brandwonden levert volgens De Jonge geen problemen op. "De mensen worden in stabiele toestand gebracht. Onderweg worden ze beademd en er is altijd iemand bij voor de pijnbestrijding." Edammer De Boer vertrekt uit het AMC. Hij heeft net vernomen dat "een maatje" van zijn gewonde neef "van hier naar een brandwondencentrum moet". Mensen die bij een brand levensgevaarlijk gewond raken, sterven vaker aan long- dan aan huidschade. Hete lucht, in combinatie met agressieve of giftige gassen - die in het Volendamse café waarschijnlijk vooral uit brandende kerstversiering vrijkwam - heeft de longen dan zo ernstig beschadigd dat de gewonde niet voldoende zuurstof kan opnemen en kooldioxide kan afgeven om in leven te blijven. De door huidtransplantaties en intensieve zorg sterk verbeterde overlevingskansen voor brandwondenslachtoffers wordt dus beperkt door longschade. Voor het herstel daarvan is de patiënt vooral op zichzelf aangewezen. De arts kan ondersteunen met goede beademing, bescherming tegen infecties en het geven voldoende vocht en voeding.

De longschade wordt meestal pas in het eerste etmaal na de brand enigszins duidelijk. Patiënten met verschroeide en door chemicaliën aangetaste luchtwegen missen grote delen van het beschermend en bevochtigend slijmvlies in hun keel en luchtpijp. Diep in de luchtwegen doorgedrongen hete en agressieve gassen vernietigen in het ergste geval massaal de longblaasjes waar zuurstof en kooldioxide tussen lucht en bloed worden uitgewisseld. In reactie op de beschadiging ontstaat al snel een ontstekingsreactie waarbij de luchtpijp en het longweefsel zwelt door vochtophopingen. Patiënten met longschade worden beademd en onder een lichte narcose gehouden om iedere inspanning te vermijden.

Ook als die zwellingen verdwijnen en het ergste voorbij lijkt, blijven de patiënten gevoelig voor luchtweginfecties die makkelijk tot longontsteking leiden. Hete gassen zijn net zo schadelijk als agressieve of giftige gassen.

NRC Webpagina's
2 januari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad