U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Brand Volendam

Nieuws

Onderzoek

Brand in Het Hemeltje

Achtergrond

Links

Longschade grootste levensgevaar bij brand

Door onze redactie wetenschappen
ROTTERDAM, 1 JAN. Mensen die tijdens een brand levensgevaarlijk gewond raken sterven vaker aan long- dan aan huidschade. Hete lucht, in combinatie met agressieve of giftige gassen die uit verbrande kunststof (kerstversiering) vrijkomt heeft de longen dan zo ernstig beschadigd dat de gewonde niet voldoende zuurstof kan opnemen om in leven te blijven. Patiënten met longschade worden beademd en vaak gedeeltelijk onder narcose gehouden om iedere zuurstofvragende inspanning te vermijden.

De artsen va het brandwondencentrum in Beverwijk hebben gezegd dat een team van het centrum een deel van de nieuwjaarsdag bezig zal zijn om ook de ernst van de toestand van de in andere ziekenhuizen opgenomen patiënten te beoordelen. Gebruikelijk is dat bij zo'n triage patiënten in drie groepen worden ingedeeld: mensen die na verzorging en observatie waarschijnlijk snel naar huis kunnen; mensen die intensieve behandeling behoeven en slachtoffers die niet te redden zijn en voor wie alleen ondersteunende, palliatieve zorg rest. Triage is na iedere grotere ramp gebruikelijk en is bedoeld om de op dat moment schaarse voorzieningen op de beste manier in te zetten. Patiënten die ondanks intensieve zorg toch zullen overlijden kunnen extra ongemak ondervinden van een intensieve behandeling en houden IC-bedden bezet en artsen bezig die nog levensreddend kunnen zijn voor mensen die er op het oog minder ernstig aan toe zijn.

De ernst van de brandschade aan de huid is meestal snel te beoordelen en leidt tot de verdeling in eerste- tweede- en derdegraadsbrandwonden. De door huidtransplanataties sterk verbeterde overlevingskansen voor patiënten met ernstig verbrande huid wordt nu vooral beperkt door longschade. Voor het herstel daarvan is de patiënt vooral op zichzelf aangewezen. De arts kan slechts ondersteunen met goede beademing, bescherming tegen infecties en het geven voldoende vocht en voeding.

De opgelopen longschade wordt meestal pas tijdens een observatie-opname in het eerste etmaal na de brand enigszins duidelijk. De in de luchtwegen doorgedrongen hete en agressieve gassen kunnen alleen de luchtpijp hebben aangetast, maar in het ergste geval zijn er veel longblaasjes verloren gegaan. In reactie op de beschadiging ontstaat een ontstekingsreactie waarbij het longweefsel zwelt door vochtophopingen.

Het lot van mensen met ernstige longschade kan wekenlang onzeker blijven. Patiënten met verschroeide en door chemicaliën aangetaste luchtwegen missen grote delen van het beschermend en bevochtigend slijmvlies in hun keel en luchtpijp. Ze zijn daardoor ook in de periode dat ze alweer redelijk herstellen en het ergste voorbij lijkt nog erg gevoelig voor luchtweginfecties die makkelijk tot longontsteking leiden. Bij patiënten die ook ernstige brandwonden hebben raakt vanwege de beschadigde huid de vochthuishouding ontregeld. Maag en darmen reageren vaak met oprispingen waardoor overgeefsel of alleen maagzuur via de slokpijp in de luchtpijp terecht kan komen, wat ook weer ontstekingen in de longen kan veroorzaken.

Patiënten die in de acute fase erg benauwd zijn kunnen toch nog goed herstellen als de belemmerende zwellingen en vochtophopingen en hun longen weer verdwijnen. Ernstig aangetaste longblaasjes herstellen echter niet meer tot weefsel waarin luchtwegen en bloed zuurstof en koolmonoxide kunnen uitwisselen. Er ontstaat littekenweefsel waardoor de longcapaciteit is verminderd, maar mensen die geen topsportcarrière nastreven of zeer hoge bergen willen beklimmen hebben tot op hoge leeftijd meestal een enorme overcapaciteit van hun longen, zolang zie die niet zelf door roken aantasten.

NRC Webpagina's
1 januari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad