Vooral premier Kok heeft een probleem
Premier Kok wilde duidelijk
zijn, vorige week, over de benoeming van Lubbers op een hoge VN-post.
Dat is niet gelukt.
Door onze redacteur GIJSBERT VAN ES
DEN HAAG, 31 OKT. Fijnzinnig inzicht komt met vaste regelmaat uit de
kring van de SGP-fractie in de Tweede Kamer. De 'staatkundig-
gereformeerden' vinden het "raar en slecht" dat premier Kok en minister
Van Aartsen kennelijk niet met één vaste hand hebben
gewerkt aan de benoeming van een Nederlander op een hoge VN-post, zo
stellen ze in een vanmogen verspreide verklaring. Om er zuigend aan toe
te voegen: "Het blijft een fenomeen dat oud-premier Lubbers, hoewel
afgetreden, meer onrust in de coalitie weet te veroorzaken dan tien De
Hoop Scheffers bij elkaar."
Waar premier Lubbers was, heerste een broeierige sfeer: van 'creatief
meedenken' en van 'bilateraaltjes' in het algemeen en van voortdurende
grensconflicten met zijn minister van Buitenlandse Zaken, Van den Broek,
in het bijzonder. Premier Kok is anders. Hij is niet de eerste minister
die bovenop zijn collega-bewindslieden gaat zitten. Kok is mogelijk het
andere uiterste. Hij laat veel op z'n beloop, waarna hij in de
publiciteit opeens kan toeslaan met heldere en soms zelfs krasse
uitspraken die niet alleen de buitenwereld maar vaak ook de
'binnenwereld' van zijn eigen kabinet onaangenaam verrassen.
Vrijdag meldde Kok dat hij op 13 oktober per telefoon van VN-topman Kofi
Annan te horen had gekregen dat Lubbers kans maakt op een hoge VN-post.
De premier zou deze kennis een week 'onder de pet' hebben gehouden, ook
voor zijn minister van Buitenlandse Zaken, om te voorkomen dat deze voor
het Nederlandse kabinet onaangename ontwikkeling zou kunnen 'uitlekken'.
Minister Van Aartsen heeft dit beeld inmiddels drastisch bijgesteld. Kok
verzweeg niets, zo luidde de boodschap, want Van Aartsen wist al ruim
een week eerder dan Kok dat Lubbers was opgedoken in het VN-circuit.
Sterker nog: Van Aartsen heeft eerder ook met Kok besproken.
Uit de vanmorgen verzonden brief van Van Aartsen moet de Kamer leren dat
de premier en de minister van Buitenlandse Zaken de afgelopen weken een
eendrachtige VN-politiek hebben gevoerd. Maar daarmee is voor de Kamer
bepaald niet alles gezegd. Want wat heeft de premier afgelopen vrijdag
dan feitelijk bewogen om zichzelf min of meer centraal te stellen in de
reconstructie van een beslissende week waarin niet minister Pronk maar
oud-premier Lubbers de hoge VN-post kreeg aangeboden? Voor diverse media
herhaalde Kok vrijdagavond dat hij de kandidatuur van Lubbers in die
week niet nader met Van Aartsen had besproken. Was het gebrek aan
vertrouwen? Was hier sprake van hogere strategie? Was het, in het licht
van Van Aartsens lezing van de gang van zaken, überhaupt wel een
relevante mededeling geweest, aangezien Van Aartsen eerder dan Kok wist
dat VN-topman Kofi Annan het oog op Lubbers had laten vallen?
Drie weken geleden beleefden Kok en Van Aartsen enkele moeilijke uren in
de Kamer, na stevige maar door velen onbegrepen uitspraken van de
minister van Buitenlandse Zaken over een tweede verkiezingsronde in
Joegoslavië. Dit Kamerdebat kreeg een verrassende wending. Waar
alle (negatieve) aandacht zich aanvankelijk richtte op de 'arrogante' en
'eigenwijze' Van Aartsen, maakte in de Kamer uiteindelijk de premier de
diepste buiging. Kok erkende met zoveel woorden dat het geen pas had
gegeven dat hij op vrijdag (!) scherpe kritiek had geleverd op Van
Aartsen, terwijl hij in de dagen daarvóór geen contact had
gezocht met zijn belaagde collega-minister.
Op Buitenlandse Zaken werd drie weken geleden opgelucht vastgesteld dat
het probleem-Van Aartsen was omgebogen tot een probleem-Kok. Zoals ook
morgen Kok in de Kamer méér heeft uit te leggen dan Van
Aartsen.