De Franse politie deed gisteravond een inval in het TVM-hotel. De renners werden afgevoerd. Tegen twaalven keerden ze terug.

Door onze redacteur GUIDO DE VRIES

ALBERTVILLE, 29 JULI. Assistent-ploegleider Guido van Calster van TVM praat in de hal van hotel Million in Albertville met een journalist, als een kalende man met een snor op hem afkomt. Het is 18.10 uur, dinsdagavond. De man toont Van Calster zijn legitimatie - police zegt hij met zachte stem - en vraagt de ploegleider mee te gaan naar de receptie, waar de rechercheur de kamernummers van de TVM-renners noteert.

Een TVM-renner betreedt, begeleid door politie-agenten, het ziekenhuis.

De rechercheur voert via zijn gsm een kort gesprek, terwijl Van Calster zijn koffertje schikt. Een ogenblik later stappen zo'n twintig mannen en één vrouw het driesterrenhotel binnen, waar nauwelijks gasten zijn te zien. Het zijn rechercheurs zonder uniform, die van het terras van café-restaurant Bar le Val komen. Vanaf dat terras, op een steenworp van het chique Million, hebben ze rond vijf uur de renners en begeleiders van TVM na de bergetappe Vizille-Albertville 'thuis' zien komen.

Intussen rijdt een aantal politie-auto's af en aan. Agenten in blauw, zo'n twintig mensen, omsingelen hotel Million aan de Place de la Libération. Bij de entree posteren twee van hen zich. Een enkeling voorbehouden mag niemand de uitspanning nog binnen. In de hal overleggen de met aktetassen, dossiers en telefoons gewapende rechercheurs in ijltempo met elkaar. Hun jonge baas (,,deze inval is een vervolg op het dopingonderzoek tegen de opgepakte ploegleider Cees Priem'', zegt hij desgevraagd) roept dat ze ,,op de tweede etage'' moeten zijn.

Madame Million, de vrouw van de hoteleigenaar, weet niet haar overkomt. ,,Quelle kermesse'' roept ze vanachter de balie, haar beide handen geheven. ,,Zijn ze gek geworden? Geheel onaangekondigd komt hier zo'n stelletje agenten binnen. Wat zal mijn cliëntèle denken? En ik kan mijn koks voor vandaag wel naar huis sturen, het restaurant blijft natuurlijk dicht.'' Bij de receptie meldt zich woordvoerder Otto van der Veen van TVM. Hij verzoekt de twee enige binnengekomen journalisten (,,het is een genante vertoning, heren'') het hotel te verlaten.

Van der Veen vertelt dat de rechercheurs alle kamers van de renners en verzorgers hebben doorzocht. De tweede assistent-ploegleider van TVM, Hendrik Redant, loopt tegen half zeven de voordeur van Million uit, vergezeld door twee rechercheurs. Hij begeeft zich naar het kleine parkeerterrein, naast het hotel, waar de auto's van TVM staan geparkeerd. Een voor een moeten de wagens open, waarna de politiemensen álles doorzoeken. Urenlang. Zelfs de banden van de fietsen die op de ploegauto's zijn geparkeerd worden leeggelaten, moppert een mecanicien.

Vóór het hotel neemt de drukte toe. Op de stoep bij de ingang staat de auto van de krant L'Aujourd'hui, die de TVM-affaire deze Tour het eerst in de publiciteit bracht. Er komt nog meer 'blauw', er zijn honderden journalisten, fotografen en camera's, die elke beweging van de 'verdachte ploeg' vastleggen. Een vrouwelijke fan van TVM-rijder Jeroen Blijlevens probeert haar favoriet met een mobiele telefoon te bereiken. ,,Ik begrijp er niks van dat hij niet antwoordt'', zegt ze met een Brabantse tongval, ,,Jerommeke is al bekant twee uur binnen.'' Een oude Franse toeschouwer schudt het hoofd wegens ,,het machtsvertoon van de politie''. Is het niet net een razzia uit de oorlog, vraagt hij temidden van de mensenmassa.

Om 20.10 uur betreedt Jean-Claude Killy, een superbaas binnen het concern dat de Tour organiseert, hotel Million. Wie door het venster gluurt, ziet hoe de ex-skikampioen praat met Van Calster. Wil Killy de de politie tot bedaren brengen of komt hij om TVM te steunen? Niemand weet het. Achter de poort van het parkeerterrein van Million dragen rechercheurs inbeslaggenomen materiaal van TVM in een personenauto. Enkele vuilniszakken, een paar fotokoffers en een rood-witte zak worden meegenomen. De grote bus van TVM, die elders staat geparkeerd, blijkt te zijn onderzocht. Wat daar is gevonden, blijft eveneens duister. Maar de Australische chauffeur, James Alexander, wordt tegen negen uur afgevoerd, tegelijk met ploegleider Redant. Waarheen? Woordvoerder Van der Veen van TVM zegt dat hij ,,geen idee'' heeft. Even later is het de beurt aan de zes TVM-renners. In twee auto's moeten ze naar het ziekenhuis 'Pierre de Coubertin'. ,,Voor een bloedonderzoek'', heeft Van der Veen van de recherche gehoord. Blijlevens en Bart Voskamp zitten in de eerste wagen, Oetsjakov en Ivanov in de tweede. De laatste twee hebben een jas over hun hoofd getrokken, om aan de gemotoriseerde paparazzi te ontsnappen.

In het tumult bij het vertrek raakt een Nederlandse fotograaf een auto. Een agent springt schreeuwend op hem af. De diender wil hem afvoeren, maar na luid protest van pers en publiek blijft het bij het noteren van zijn naam. Het is half twaalf als coureurs het ziekenhuis verlaten. Ze hebben honger, want ze hebben die avond alleen een pannenkoekje genuttigd. En ze zijn niet gemasseerd. Tegen middernacht keren ze bij Million terug. Daar vormt zich een haag van cameramannen, journalisten, toeristen en plaatselijke toeschouwers. Blijlevens stapt even uit, zijn vijf collega's ballen de vuisten naar de opdringerige belangstellenden. Er klinkt applaus. Dat houdt pas op als de wielrenners zonder commentaar via de achterdeur het hotel ingaan.