U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 TECHNOLEASE

 NIEUWS &
ACHTERGRONDEN

 DISCUSSIE &
OPINIE

 KAMERSTUKKEN

'Mister Clean' laat de technolease niet glippen
Door onze redacteuren CEES BANNING en TOM-JAN MEEUS
DEN HAAG, 24 APRIL. Een procedure 'inleiden' is iets anders dan er een afronden. Zeker in de Brusselse bureaucratie, die sinds gisteren officieel zijn tanden zet in het dossier-technolease om te achterhalen of sprake was van verboden staatssteun. In minder de helft van de gevallen - de ene deskundige schat veertig procent, de andere twintig - leidt zo'n procedure ook tot een sanctie.

Vaker echter verdwijnen onderzoeken in de mist, ergens op de weg tussen een nationale hoofdstad en Brussel.

Maar diezelfde deskundigen wijzen er ook op dat sinds de komst van de Belgische socialist Karel van Miert naar het zogenoemde 'DG4', waar naast onderzoeken naar staatssteun ook kartels en monopolies worden onderzocht, een andere wind waait op het directoraat-generaal. Van Miert heeft zich, zoals zoveel socialisten sinds de val van de Muur, omgeturnd tot een aanhanger van een zo optimaal mogelijk marktwerking. Dat is, zei hij in februari in een vraaggesprek met deze krant, de beste voorwaarde ,,een goed sociaal stelsel te creëren en betaalbaar te houden''.

Dus zodra de oud-voorzitter van de Vlaamse Socialistische Partij (SP), een mister clean vergeleken met veel door corruptie bezoedelde partijgenoten, kans ziet op te treden tegen interventies in de markt, talmt hij geen moment met optreden. Zo ook inzake technolease. Nadat in de publiciteit kwam dat het ging om de sale-and-lease-back van technologie à 2,8 miljard gulden met een financieel voordeel voor Philips en een fiscaal profijt voor de Rabobank, stelde Van Miert droogjes vast dat Nederland hoe dan ook ,,illegaal'' had gehandeld. Bij de geringste twijfel moet een lidstaat zo'n zaak ter toetsing van de Europese regels aanmelden in Brussel. Wie dat niet doet, overtreedt de Brusselse regels, zei Van Miert.

Maar met de officiële inleiding van een procedure tegen Nederland wegens de Philips-technolease, is dit dossier een zaak geworden die ver boven zulke formaliteiten uitstijgt. Het is een kwestie geworden die ook de reputatie van Van Miert raakt als hoeder van de open Europese markt, nu het hier om ,,het zwaarste dossier'' (aldus zijn woordvoerder) uit Nederland gaat dat Brussel ooit in onderzoek heeft genomen.

Over zijn kans van slagen wordt verschillend gedacht. Bij technolease speelt de complicatie dat Europese lidstaten zogeheten 'fiscale autonomie' hebben. Dat is ook het hart van het Nederlandse verweer: ieder land heeft de vrijheid zijn eigen fiscale wetten te stellen en bij technolease was slechts sprake van reguliere wetstoepassing. Dus niet van staatssteun.

Daar staat tegenover dat 'DG4' begin jaren negentig Italië sommeerde verleende steun terug te eisen van een bedrijf waarvoor de overheid wetgeving had geïntroduceerd en onmiddellijk weer ingetrokken nadat de onderneming van de fiscale faciliteit profijt had getrokken. Deze jurisprudentie kan Van Miert goed van pas komen in het technolease-dossier, zeggen deskundigen. Want gebruikmaking van deze faciliteit werd beperkt nadat Philips en Fokker er in 1993 en 1994 de voordelen van hadden.

De sancties na een eventueel Brussels verbod zijn op het oog beperkt. Van Miert kan Nederland gelasten de verleende staatsteun terug te vorderen van de bevoordeelde bedrijven, rente inbegrepen. In dit geval gaat het eerder om Rabo dan Philips; de bank kreeg immers de faciliteit waarmee Philips kon worden gered. Philips maakt zich dan geen zorgen, zei vice-president Eustace gisteren. ,,Als het een zaak wordt dan is het iets tussen de Nederlandse regering en Brussel'', zei hij. ,,Het raakt ons niet. Philips staat aan de zijlijn.''

Ook biedt de jurisprudentie concurrenten van Rabo en Philips de mogelijkheid geleden schade wegens competitievervalsing te verhalen op de overheid indien Brussel technolease verbiedt. Dat kan, althans in theorie, in de papieren lopen. Ook hierover bestaat jurisprudentie. Vraag is wel hoe, pakweg, Sony hard kan maken dat het op een specifieke markt is benadeeld omdat Philips zijn technologie van de overheid mocht verkopen en terugleasen.

Hoe dan ook, voor zowel de overheid als Philips en de Rabo is een Brussels onderzoek lastig. Alle belastinggegevens zullen worden opgevraagd; feiten en data die bedrijven liefst uiterst vertrouwelijk behandelen maar nu in handen moeten worden gesteld vaaaan de Brusselse bureaucratie. Daarbij kan deze procedure lang duren; Gasunie heeft meegemaakt dat pas na twaalf jaar procederen vast kwam te staan dat het vermoeden van staatssteun niet kon worden bewezen.

NRC Handelsblad, 24 april 1997

NRC Webpagina's
april 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad