Onvolledige weergave incidenten Srebrenica
Door een onzer redacteuren
,,Doorrijden'', zei de kapitein toen
gewapende moslims een Nederlands pantservoertuig probeerden tegen te
houden. Alweer een incident dat volgens de betrokken soldaten
onvoldoende is weergegeven in het officiële debriefingsrapport van
Defensie.
DEN HAAG, 14 AUG. Het incident dat nu door Justitie wordt onderzocht en
waarbij volgens een Dutchbat-militair een YPR-pantservoertuig mensen
aangereden zou hebben op weg van compound OP-M naar Potocari, staat niet
omschreven in het 'debriefingrapport' dat in 1995 in opdracht van
minister Voorhoeve (Defensie) werd opgesteld.
De debriefing, waarbij 460 van de 490 in ex-Joegoslavië
Dutchbatters zijn gehoord over hun ervaringen, werd vanaf 4 september
1995 gehouden, nadat Voorhoeve door de marechaussee op de hoogte was
gesteld van mogelijke misdragingen van Dutchbatters bij de ontruiming
van de enclave Srebrenica in juli van dat jaar. De debriefing werd
uitgevoerd door officieren van de landmacht en de marechausse, verdeeld
in twintig teams. Tevens werden drie analyseploegen ingesteld, die het
materiaal van de verhoren moesten analyseren en tot het uiteindelijke
rapport hebben verwerkt. Als externe adviseurs werden voormalig minister
van Defensie J. de Ruiter en voormalig Defensiestaf G. Huyser
aangesteld.
De belangrijkste functie van de debriefing was het verkrijgen van zoveel
mogelijk feitelijke informatie van betrokkenen over mogelijke
schendingen van het oorlogsrecht, het operationele optreden en over
andere relevante aspecten van de val van de enclave. De debriefings
hebben plaatsgevonden aan de hand van te voren opgestelde vragenlijsten
die ook zijn voorgelegd aan de externe adviseurs. Op 4 oktober was het
rapoort klaar en het werd op 30 oktober 195 naar de Tweede Kamer
gestuurd.
Enkele Dutchbatters die een debriefing hebben afgelegd menen dat hun
verklaringen onvoldoende of geheel niet in het rapport zijn opgenomen,
en hebben de publiciteit gezocht. Gisteren berichtte het NOS-journaal op
basis van ,,een bron binnen de defensieorganisatie die anoniem wilde
blijven'' over een incident waarbij een Nederlandse pantservoertuig
Bosnische militairen overreden zou hebben.
Het incident speelde zich af bij de observatiepost Mike (OP-M) bij het
dorp Jaglici. De chaos was daar enorm, want moslim-soldaten waren daar
ook onderling in gevecht geraakt. Toen de Dutchbatters op de avond van
de elfde juli in hun pantservoertuig naar het hoofdkwartier in Potocari
terugwilden, hielden gewapende moslim-soldaten hen tegen. Ze stonden als
een menselijke haag op de weg. Een kapitein gaf de opdracht:
,,Doorrijden.'' Volgens enkele Dutchbatters vielen er mogelijk 20 tot 30
doden, zo berichtte het Journaal.
In het debriefingsrapport staat over de bewust avond en plaats alleen te
lezen dat een Nederlands pantservoertuig, met daarin de vrouw en
kinderen van een lokale leider van Bosnische Moslims (ABiH), de
observatiepost wilde verlaten. Het voertuig werd tegengehouden door twee
ABiH-militairen, die dreigden het te beschieten. De ABiH-leider schoot
vervolgens beide (eigen) militairen door het hoofd, waarop de
Dutchbatters hun weg konden vervolgen. Onderweg van de observatiepost
naar Potocari pikten de Dutchbatters nog meer vluchtelingen op. Tijdens
de rit werden zij nog twee keer beschoten.
In het debriefingsrapport is wel melding gemaakt van een ander,
vergelijkbaar, incident, waarbij Dutchbatters op weg van Srebrenica naar
Potocari over lichamen zouden zijn heengereden. Dat speelde zich af
eerder op de dag van 11 juli. Toen om 16.15 uur Servische strijders de
enclave innamen, probeerde Dutchbat de massale uittocht van
vluchtelingen te begeleiden. Door de continue beschietingen verliepen de
verplaatsingen chaotisch. Overvolle vrachtwagens en pantservoertuigen
reden naar Potocari.
In een brief die later, op 3 augustus 1995 aan de Tweede Kamer zou
worden gestuurd, meldde minister Voorhoeve dat daarbij ook vluchtelingen
van de vrachtwagens zijn afgevallen en onder de voertuigen terecht zijn
gekomen. Uit getuigenverklaringen in een bijlage bij het
debriefingrapport blijkt dat vier Dutchbatters op de bewuste weg
tenminste één lijk hebben zien liggen. Eén getuige
verklaart niet zeker te weten of het lijk al op de weg lag, of dat het
door het voertuig was aangereden.
Het debriefingsrapport vat deze informatie als volgt samen. ,,Tijdens de
hectische verplaatsingen van vluchtelingen van Srebrenica naar de
compound te Potocari op 11 juli zijn er ook veel militaire voertuigen
van Dutchbat over die route gereden. Naar het zich laat aanzien bestaat
de mogelijkheid dat men daarbij over vluchtelingen (dode en/of levende)
is gereden; er is een aantal verklaringen waarin wordt aangegeven dat
dit niet moet worden uitgesloten. Er zijn echter meerdere verklaringen
waarin men meldt dit niet te hebben geconstateerd, zoals een
Dutchbat-militair die, als een van de laatsten die route afleggend,
verklaart geen slachtoffers op de weg te hebben aangetroffen.''
Terug naar overzicht