Na Srebrenica is Nederland niet meer hetzelfde
Het verloren vaderland
We waren the good guys - tot de val van Srebrenica
. Nederland heeft
de afgelopen herdenkingsweek afscheid genomen van typisch Hollandse
illusies, meent historicus Henri Beunders. Waarom hebben wij ons zo
vergist?
Nederland is niet meer hetzelfde. En wij weten het. Om precies te
zijn: sinds 11 juli 1995 weten wij het. Srebrenica
was geen
bedrijfsongelukje. Het was het einde van een tijdperk. Het tijdperk van
maakbaarheid van de samenleving en ontplooiing en onaantastbaarheid van
het individu. Het tijdperk van de babyboomers wier motto, zoals Gerard
Reve ooit zei, was: “Groots en meeslepend wil ik leven. Maar met behoud
van maandsalaris”.
De handgranaat die een van die moslims, uit woede over de weigering van
Dutchbat
hen te beschermen, gooide naar dat eveneens onbeschermde
pantservoertuig, heeft niet alleen een einde gemaakt aan het leven van
soldaat Van Renssen. Die handgranaat heeft heel Nederland getroffen,
heeft een einde gemaakt aan die misschien wel typisch Nederlandse
illusie dat de wereld overzichtelijk in elkaar steekt, dat voor elk
probleem een oplossing is als je maar wilt, dat er alleen good guys en
bad guys zijn en dat wij zelf in de eerste categorie thuishoren. Al gaat
de morning after gepaard met heftig gekissebis over de vraag wie de
schuld heeft van het drama - 'Dutchbat
', zeggen een paar
toneelschrijvers, 'Voorhoeve', zegt de pers, 'De VN', zegt Voorhoeve -
Nederland heeft de afgelopen herdenkingsweek afscheid genomen van deze
illusies. En voelt zich nu verwarder, kleiner, eenzamer.
N ederland is niet meer hetzelfde. De kranten van de afgelopen week
heb ik naast elkaar op de vloer gelegd. Af en toe heb ik de tv aangezet,
en ik kan tot geen andere conclusie komen.
Maandag. Sorgdrager stelt celstraf ter discussie. Volgend jaar zal
Nederland, met 33 per honderdduizend inwoners, de meeste gedetineerden
van West-Europa hebben. Nederland? Waar men vroeger de leegste
gevangenissen had van de wijde omtrek? Afscheid van veilig Nederland.
Ook maandag. Eeuwige roem en fortuin voor Richard Krajicek, winnaar van
Wimbledon, die wordt geëerd in Den Haag maar als belastingvluchtige
woonachtig is in Monte Carlo. Afscheid van patriottisme en amateurisme.
Dinsdag. De Erasmus Universiteit mag de briljante gymnasiaste Meike
Vernooy, ondanks haar negens en tienen, niet toelaten. Ze moet gewoon
met de meute meeloten. Op last van Ritzen, de verdediger van het
Nederland van gisteren. Hij voert een vergeefse strijd: de Universiteit
van Utrecht begint aan een elite-opleiding. Afscheid van egalitair
Nederland.
Woensdag. De werkgevers willen verhoging van de pensioenleeftijd tot 67
jaar om de AOW in de toekomst betaalbaar te houden. Er is niemand onder
de veertig die gelooft dat hij überhaupt nog AOW zal krijgen.
Afscheid van het Nederland van Drees.
Donderdag. 'Vrees voor imago verjaagt Heineken uit Birma'. Afscheid van
de soevereine macht van de multinationals, nieuwe overwinning voor de
publieke opinie en de media, beide dubbelzinnige fenomenen met veel
mogelijkheden tot hypocrisie.
En elke dag een nieuw document, een nieuwe onthulling, een nieuwe
aanklacht dan wel apologie over Srebrenica
. In deze week van herdenking
stonden de kranten er bol van en eiste het Joegoslavië-tribunaal
opnieuw de onmiddellijke arrestatie en berechting van de
oorlogsmisdadigers Mladic en Karadzic. Srebrenica
,
Dutchbat
, und kein Ende.
Nederland is niet meer hetzelfde - maar als wanneer? Moeilijke vraag.
Van de meeste periodiseringen van tijdperken blijft, bij nader
onderzoek, weinig heel, of helemaal niets. Neem de
'decennium-dictatuur': tegenwoordig beginnen de jaren zestig volgens de
één ergens rond 1965, volgens de ander rond 1955.
Als er een knal van een gebeurtenis plaatsvindt die de gebruikelijke
orde van zijn sokkel licht, dan is het gemakkelijk de datum ervan te
onthouden. De Duitsers weten bijvoorbeeld dat 11 november 1989 het einde
van het ene tijdperk inluidde en het begin van een nieuw. De val van de
Muur was voor een blad vol goede bedoelingen als Die Zeit, dat zoals de
Westduitse sociaal-democratie, de Deling had aanvaard en zelfs
toegejuicht als het beste voor Duitsland en de wereld, aanleiding om
zich achter de oren te krabben. Waarom hebben wij ons zo vergist? Hoe
kwamen wij aan onze, gelogenstrafte, illusies over Duitsland en de
wereld? Wanneer werden die geboren?
Voor Nederland werd het breukjaar 1995. Waarom hebben wij ons zo vergist
over wat we in voormalig Joegoslavië konden uitrichten? Hoe kwamen
wij aan onze illusies?
I n deze krant beschreef F.G. de Ruiter deze week de sentimental
journey die hij met zijn vrouw sinds mensenheugenis maakt naar het
Franse provinciestadje La Courtine. Daar was hij in 1959 gelegerd
geweest, en verliefd geworden op de vrouw in de bar ook nog. Het liedje
dat Rijk de Gooyer destijds zong over La Courtine - tekst: Eli Asser -
speelde voortdurend door zijn hoofd. Beste ouders, lieve Ine Ik
schrijf dit uit La Courtine Dat was lachen onder 't eten! Onze generaal
is door een slang gebeten. Dit zijn de eerste twee coupletten van dit
liedje over de eerste naoorlogse buitenlandse ervaring van Jan Soldaat
(Indië was immers nog binnenland): Ik ben nou een kettingroker Ik
speel heel goed vals met poker Ik zit hartstikke vol littekens En ik
slaap met 'n pistool onder de dekens. Daarom ouders, lieve Ine 'k Zit
nu één week in La Courtine Maar ik kan je nu al schrijven:
'k Zou hier best m'n hele leven willen blijven. Op elk couplet volgde
studio-gelach, dat het gevoel voor het absurde - want onvoorstelbare -
moest versterken. Het ingeblikte lachen gaf de houding weer van de
Nederlanders tegenover de krijgsmacht in het algemeen: belachelijke
instelling. Ons 'laatste kleine oorlogje' op Nieuw-Guinea, drie jaar
later, versterkte het operette-karakter van Nederland in oorlog.
Militair krijgsvertoon werd bestempeld als een idioot trucje van het
establishment.
Het lachen om 'La Courtine' is ons in Srebrenica
wel vergaan. Is
Srebrenica
het logische gevolg van het lacherige anti-militarisme dat in
La Courtine begon en met de egoïstische weiger-yuppen eindigde?
D eze week kwam ook een einde aan de documentaire-serie op de tv van
Frans Bromet, 'Gescheiden' geheten, over ex-echtgenoten en het
persoonlijke relaas van hun mislukte huwelijk. Het was reality-tv van de
schaarse soort: integer en zeer verhelderend over hoe je in onmogelijke
situaties verzeild kunt raken, over hoe je bewust en onbewust tegelijk
naar een Griekse tragedie toewerkt waarvan het slot alleen maar
verliezers telt.
Sommigen konden jaren later nog om alle ellende en misverstanden lachen.
Ik herinner me één man, tot op het bot woest en
gefrusteerd, die dat niet kon. Jarenlang was hij, zei hij, getreiterd
door zijn vrouw. Als ie thuis kwam van zijn werk, wilde hij altijd even
stoom afblazen achter zijn pc. Dat mocht niet, hij moest koken, praten
en spelen met de kinderen. Hij deed dat allemaal. Maar kreeg er niet
veel voor terug. “Ik ben in mijn huwelijk negen keer met haar naar bed
geweest, waarvan acht keer met ruzie.” Zij: “Hij was zo dik en zo
zwaar. Zijn hoofd liep helemaal paars aan als hij bezig was. Ik voelde
me verpletterd, machteloos”. Maar de twee kinderen die ze wilde, kwamen
er, en daarna vroeg ze echtscheiding aan. Het einde van het liedje was
dat hij toch weer thuis kwam, dwars door de voordeur, zwaaiend met een
hamer. Nu zat hij aangeslagen op de bank, gebukt onder loonbeslag,
levend van 275 gulden in de week. Alle speelgoed ten spijt, zag hij zijn
kinderen nog zelden.
Dit was een aflevering van Bosnië in zakformaat. Hierin hadden Ter
Beek, die Dutchbat
wegens 'de eer' naar Bosnië stuurde, en daarna
Voorhoeve, die Dutchbat
daar liet omdat 'wegrijden laf zou zijn', kunnen
zien waar het op de Balkan eigenlijk allemaal om draaide. Om buren en
beminden die om welke redenen dan ook - machtstrijd,
incompatibilité d'humeur, kinnesinne - langzaam maar zeker
afdaalden van de hemel van de huwelijksdag naar de hel op aarde.
Een goede buur is beter dan een verre vriend, zegt het Hollandse
spreekwoord. Daar kan sinds Srebrenica
een spreekwoord bij: je buurman,
je naaste, je geliefde is, als het verkeerd gaat, je grootste vijand.
Met de multi-culturele samenleving die Bosnië was, en Nederland
inmiddels is, is het niet anders. Het multi-culturalisme is een
verrijking van de cultuur en de beschaving, maar het kan, dankzij
democratie, emancipatie en de ruim voorhanden zijnde handwapens,
eindigen in oorlog en apartheid. Hoe meer gelijkheid, hoe meer strijd.
D e grote vraag van Srebrenica
blijft deze: hadden we dit drama
kunnen voorzien? Hadden we het moéten voorzien? Ja, we hadden het
kúnnen voorzien en we hadden het móeten voorzien. Het
probleem is dat we het niet hebben wíllen zien: een jaar geleden
leefde Nederland nog in het tijdperk van de betrokkenheid en de illusie.
Er kwam laatst een vriendin langs, terug uit Cuba. Ze had twee
cadeautjes bij zich uit het land waar Fidel Castro in dat jaar de
rechtse dictator Batista verdreef en de linkse revolutie aan de macht
hielp. Het ene kadootje bestond uit twee poppetjes, verpleegstertjes,
vervaardigd uit het primitiefste plastic op aarde. Het was, zo begreep
ik, de grootste cultureel-industriële prestatie van de bijna dertig
jaar oude revolutie. Het andere cadeautje was een munt, met de kop van
Che Guevara erop. Had ze gekocht van een jongetje in Havana die
fluisterend zei dat het een schaarse herdenkingsmunt betrof. Hij vroeg
drie dollar. Zij pingelde af tot één dollar, en voelde
zich trots. De volgende dag ontdekte ze dat de munt gewoon pasgeld was,
en dat die drie pesos die er op stond inderdaad drie pesos waard was, 24
cent ongeveer.
Naïveteit heeft zijn mooie kanten, maar hoe naïef mag je zijn?
Te veel naïveteit leidt via bittere teleurstelling tot cynisme en
afstomping. Dat laatste toonde donderdag het NOS-Journaal. Het toonde
beelden van een demonstratie in Den Haag naar aanleiding van deze eerste
Srebrenica
-herdenkingsbijeenkomst. Vroeger zagen we duizend
demonstranten, tienduizend demonstranten, honderdduizend demonstranten,
een half miljoen demonstranten, voor of tegen wat ook. Nu waren het een
handjevol Nederlanders die in de residentie stonden te gedenken, te
demonstreren, of wat ze daar ook deden. Ik was daar niet verbaasd over.
Wie wil demonstreren tegen zichzelf?
Srebrenica
heeft in één klap de vraag, die de
cultuurpessimisten van de jaren vijftig en daarvoor al stelden, op
ieders bord gelegd: waar ligt de grens van alle vrijheid en blijheid?
Wanneer worden de goede bedoelingen verdreven door hun akelige,
averechtse gevolgen? “De ramp is gewoon te afgrijselijk voor positieve
conclusies”, sprak Voorhoeve op de besloten herdenkingsbijeenkomst
donderdag op zijn ministerie.
Geldt dat ook voor de hele periode sinds het vorige nationale trauma, de
periode sinds 1945? Voorhoeve noemde de enclave Srebrenica
'een glazen
huis'. Geldt dat ook voor het Nederland dat vorm kreeg in de
optimistische jaren van Wederopbouw? Eén steen, en het hele huis
van illusies ligt aan gruzelementen?
Waarom hebben zovelen geloofd in die revolutie van Castro? Terwijl het
op die munt, rond die kop van Che Guevara, toch duidelijk staat: 'Patria
o muerte', het vaderland of de dood. Waarom hebben wij die
heldhaftigheid voor hèn gereserveerd, en niet voor onszelf? Dan
hadden die vierhonderd Dutchbatters zich in Srebrenica
misschien
doodgevochten voor het vaderland van de menselijkheid. Net als Leonidas,
de koning van Sparta en opperbevelhebber van de Griekse troepen die in
480 voor Christus de pas van Thermopylai moesten verdedigen tegen de
oprukkende Perzen onder leiding van Xerxes. Toen het Xerxes gelukt was,
op aanwijzing van de Griekse gids Efialtés, en dankzij de
onoplettendheid van het flankbewaking, Leonidas' stelling te omtrekken,
brak er paniek uit. De meeste Griekse contingenten namen de vlucht.
Leonidas en zijn driehonderd Spartanen hielden stand, en sneuvelden
allen.
Wat zou er gebeurd zijn als Karremans en zijn vierhonderd Dutchbatters
zich hadden doodgevochten ten gunste van de moslims? Zou Nederland tot
in lengte van dagen geroemd zijn, in plaats van bespot en verguisd? We
weten het niet. “De geschiedenis onthult haar alternatieven niet”,
aldus Voorhoeve. Misschien zou de reactie van de wereld nog honender
zijn geweest. Misschien zou Dutchbat
belachelijk zijn gemaakt, als
zijnde onprofessioneel omdat het zich niet aan de regels hield, als de
minkukels van de eeuw. De regering zou zijn afgetreden en Voorhoeve zou
weer professor zijn geweest in de provincie.
W e weten het niet. Wat W.F. Hermans zei, blijft waar: “Een held
is iemand die ongestraft onvoorzichtig is geweest”. Nu weten we slechts
één ding zeker: een niet-held die te voorzichtig is, wordt
zeker gestraft. Maar met Voorhoeve moet men concluderen dat de schuld
niet bij de Dutchbatters ligt. Want hoe kan men een held zijn, met een
thuisfront dat zich nog altijd wentelde in een wereld van vrijheid en
vrijblijvendheid, luxe, illusies en geloof in eigen onaantastbaarheid?
In een wereld waarin de media de macht hebben overgenomen, de televisie
voorop, als lafste en corruptste aller media, met als goede tweede de
politici die denken dat alles tot succes kan worden omgetoverd als er
maar de juiste beeldvorming gecreëerd wordt in diezelfde media? De
televisie overstelpt de burger met eindeloze fragmenten werkelijkheid,
zonder veel structuur en duiding. Het gevolg is dat we, in vergelijking
met bijvoorbeeld honderd of zelfs vijftig jaar geleden, worden
blootgesteld aan het honderd-, zo niet duizendvoudige aan mensen,
meningen èn beelden van ellende. De kijker zit door de live
coverage van al deze ellende bijna in dezelfde morele noodsituatie als
de Dutchbatters ter plekke. De verdediging is dezelfde: signalen niet
binnen laten, door loochening, ontkenning, rationalisering, verdringing,
aanwijzing van zondebokken. Dat zijn de defensie-mechanismen, bedoeld om
te kunnen overleven. De televisie heeft niet alleen de kwantiteit van de
beelden tot een onmogelijke hoeveelheid vergroot, ook de kwaliteit ervan
is drastisch veranderd, en vaak niet ten goede.
De bevrijdende uitbraak uit het corset van sociale en politieke dwang en
dictatuur die na de oorlog begon, was in 1995 al lang ontaard in een
nieuwe dictatuur: die van amusement, commercie en schaamteloosheid.
Zowel in de politiek als op de tv.
Vorig jaar zond RTL, die deze week een nationalistisch-bombastische clip
uitzond over die winnaar van Wimbledon - 'RTL feliciteert Richard
Krajicek' - de speelfilm The Killing Fields uit. Op het moment dat Dith
Pran, het Cambodjaanse hulpje van de Amerikaanse journalist Sydney
Schanberg, wanhopig over de skeletten in die velden des doods liep, werd
het drama onderbroken door reclame. Tuitmondje, wulpse borsten. 06-9666!
De media-actie van de regering na de val van Srebrenica
vorig jaar valt
in dezelfde categorie obsceniteiten. Terwijl de moslims in de dagen na
11 juli 1995 tot hun knieën in het bloed stonden, stonden de
Dutchbatters in Zagreb tot hun enkels in het bier, toegejuicht door
prins Willem Alexander, Kok en Voorhoeve die allen wisten over dat
kniehoge bloed. Die media-actie was niet afgedwongen door de
Veiligheidsraad of de Bosnische Serviërs, volgens Voorhoeve de
enige en echte hoofdschuldigen van het drama Srebrenica
. Die actie was
het resultaat van een in decennia gegroeide overtuiging dat het er
helemaal niet om gaat wat er in werkelijkheid is gebeurd, maar om hoe je
het naderhand weet te verkopen. Politieke overleving boven alles.
Het gaat niet meer om de waarheid maar om de geloofwaardigheid. Dat
geldt voor Heineken maar ook voor Amnesty International. Dat geldt voor
Shell, maar ook voor Greenpeace met zijn actie tegen de Brent Spar. Net
als bij Cuba en 'Echtscheiding' ging het de politici na Srebrenica
om
beheersing, koste wat kost, van de beeldvorming. Dat staat een
werkelijke analyse en evaluatie in de weg, en dus een katharsis.
De mensen die geloofden in Cuba en Castro weten inmiddels beter, al
weten ze eigenlijk niet meer waarom ze er ooit zo in geloofden. De
mensen uit de serie 'Echtscheiding' gaven ook toe dat ze sadder but
wiser zijn, al weten ze eigenlijk evenmin hoe het zo ver had kunnen
komen en ook niet hoe het anders had gekund. Maar de meesten van hen
erkenden wel dat ze er zelf verantwoordelijk voor waren. Alleen de
politici en het parlement blijven stug volhouden dat de schuld bij de
ander lag, niet bij hen zelf.
Nederland is niet meer hetzelfde na de afgelopen 'herdenkingsweek'. Na
de catastrofe die voortkwam uit naïveteit, kwamen de desillusie en
de zelfhaat die daar weer uit voortvloeide. Misschien is de -
calvinistische? - gretigheid waarmee we ons overgaven aan zelfkastijding
over hoe slecht we toch eigenlijk wel niet zijn, toch nog een typisch
Nederlandse afsluiting.
Maar het is een afscheid. Ons gevoel van nationale morele superioriteit
was op niets anders gebaseerd dan op het geluk van onze kleinheid. Wie
groot is begaat grote misdaden, wie klein is kleine.
In de serie van Frans Bromet ging het telkens maar om twee individuen en
één voorval - dat ze elkaar waren tegengekomen en met
elkaar waren getrouwd. Als je zag hoeveel energie het die individuen
kost om over het persoonlijke trauma dat volgde heen te komen, dan kan
men zich een voorstelling maken van de energie en de tijd die het de
Dutchbatters, ja heel Nederland, zal kosten om te wennen aan het nieuwe
tijdperk dat is ingeluid met een handgranaat.
Terug naar overzicht