OM heeft twijfel over strafzaak soldaten Bosnië
DEN HAAG, 12 MEI. Het Openbaar Ministerie in Arnhem is er absoluut
niet zeker van dat onderzoek naar wangedrag van Nederlandse Militairen
in Bosnië zal leiden tot een strafzaak.
Dat zegt persofficier Besier
van het parket in Arnhem. Tot dusver
kent het Openbaar Ministerie in Arnhem slechts een 'vaag verhaal' bekend
van één soldaat die 'van horen zeggen' heeft dat
Nederlandse militairen zich in Bosnië tussen juli en december vorig
jaar hebben misdragen. Het zou hierbij gaan om het uitdelen van giftige
snoepjes, wapenverkoop, prostitutie in het legerkamp en verkrachting. is
er “absoluut niet zeker van dat het onderzoek zal leiden tot een
strafzaak”.
Vanmiddag zal de landmacht een intern onderzoek afronden naar de
geruchten over de misdragingen in Bosnië. Onder druk van het feit
dat het imago van de krijgsmacht door de verhalen wordt aangetast is
vanochtend aan een strafrechtelijk vooronderzoek begonnen door acht
marechaussees op last van de hoofdofficier van justitie in Arnhem .
Naast verhoren in Schaarsbergen, waar het twaalfde bataljon van de
luchtmobiele brigade is gelegerd dat in die periode in Bosnië was,
zullen zij waarschijnlijk ook afreizen naar Srebrenica en indien nodig
naar andere plaatsen in Bosnië.
Nieuwe geruchten worden niet in het onderzoek betrokken. Het gaat
slechts om het verslag van een verhoor van één militair op
16 februari. Onder druk van nieuwe anonieme berichten over misdragingen
is het onderzoek naar de oude melding opnieuw geopend en is de soldaat
in kwestie op 3 mei opnieuw gehoord. Daarbij kwamen volgens officier
Besier
geen nieuwe feiten aan het licht.
Besier
zegt dat het OM ook vanwege de belangrijke rol die Nederland in
het voormalige Joegoslavië speelt na wil gaan of de verhalen van
horen zeggen substantieel zijn en er ooggetuigen kunnen worden gevonden.
Minister Voorhoeve kondigde woensdag in de Kamer aan dat er bij de
landmacht nog geen ooggetuigen van de incidenten gevonden zijn.
Terug naar overzicht