Voorhoeve: snel helderheid over gedrag 'Dutchbat'
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 10 MEI. Er zijn tot nu toe geen ooggetuigen van
misdragingen van Nederlandse militairen in Bosnië gevonden “maar
de verhalen nemen we ernstig”. Dat zei minister Voorhoeve vanochtend
tijdens een debat in de Tweede Kamer over de politieke en militaire
situatie in het voormalige Joegoslavië.
Intussen heeft de hoofdofficier van justitie in Arnhem een
strafrechtelijk onderzoek gelast naar de geruchten over misdragingen.
Het gaat daarbij om wapenverkoop, uitdelen van giftige snoepjes (jam
gesmeerd op aanmaakblokjes), seksueel verkeer met Bosnische vrouwen
binnen het militaire kamp en verkrachtingen.
Voorhoeve gaf toe dat het nu ging om een aantal berichten die harder en
specifieker zijn dan de melding van één militair in
januari bij terugkeer van het twaalfde bataljon van de luchtmobiele
brigade uit Bosnië. Na die melding is toen de marechaussee
ingeschakeld. Maar er zijn, volgens Voorhoeve, toen geen feiten boven
tafel gekomen die tot strafvervolging konden leiden. Nu worden zowel de
nieuwe, meer ernstige geruchten onderzocht als de melding uit januari.
“Ook de militairen willen dit, omdat het een smet is op het blazoen van
hun voortreffelijke werk in het voormalige Joegoslavië”, aldus
Voorhoeve. Er zijn geen klachten van de plaatselijke bevolking bij de
Nederlandse commandanten gekomen over misdragingen. Evenmin hebben de
commandanten van de strijdende partijen melding gemaakt van wangedrag
van Nederlandse militairen. Zij zouden die feiten zeker hebben
uitgebuit, aldus Voorhoeve.
Het merendeel van de defensiewoordvoerders in de Kamer wil wachten met
een uitspraak over de geruchten tot het onderzoek eind deze week is
afgerond, maar mevrouw Sipkes (GroenLinks) vroeg zich af of de
'macho'-opleiding van de militairen niet heeft bijgedragen aan mogelijke
misdragingen.
Minister Voorhoeve antwoordde dat er juist bij recrutering en opleiding
wordt gekeken of de kandidaten voor het nieuwe leger geschikt zijn om
zeer moeilijke taken ook in verre landen op zich te nemen. Eind van de
week zal hij de Kamer schriftelijk rapporteren over de bevindingen van
het interne onderzoek.
Uit het debat vanochtend bleek dat een grote meerderheid in de Kamer
niet wil dat de Nederlandse militairen nog voor lange duur in het
voormalige Joegoslavië worden ingezet. Mochten er geen vervangers
worden gevonden voor de Nederlandse militairen in de enclave Srebrenica
dan zal de regering de Nederlandse aanwezigheid daar moeten beperken tot
hooguit een totaal van twee jaar, waarvan op 1 juli achttien maanden om
zijn.
Terug naar overzicht