Web van geruchten over blauwhelmen in Bosnië
SCHAARSBERGEN, 10 MEI. De verhalen over misdragingen van het 12de
bataljon van de luchtmobiele brigade in de moslim-enclave Srebrenica in
Bosnië komen hard aan in Schaarsbergen.
In het protestants militair tehuis aan de Deelenseweg, vlakbij de
kazerne, snelt de beheerder onmiddellijk toe als een soldaat wordt
aangesproken. “Er is vanochtend door de commandant van de kazerne bevel
gegeven dat we niet mogen praten. U moest maar gaan.” En aan de poort
is men al niet veel spraakzamer. “Voor smeuïge verhalen moet je
elders zijn”, snauwt sergeant-majoor Van Rossum.
De nervositeit is begrijpelijk. Dit is de elite-eenheid van de
landmacht-nieuwe-stijl. De grote investeringen in mankracht, materieel
en geld leidden in de afgelopen jaren elders tot scheve ogen. Het ligt
dan ook voor de hand dat geruchten over de 'licht-debiele brigade',
zoals de scheldnaam luidt, bij andere landmachteenheden tot meesmuilend
commentaar aanleiding geven. De geruchten mogen er zijn. Er gaan
verhalen over verkoop van wapens aan plaatselijke milities in
Srebrenica, over prostitutie binnen de muren van het militaire complex,
over mishandelingen van de burgerbevolking. Geruchten over soldaten die
kinderen aanmaakblokjes met jam serveerden of met snoepgoed een
mijnenveld inlokten. Ook wordt er binnen de landmacht gefluisterd over
gebruik van hasj, xtc-pillen en cocaïne. Voordat 'Dutchbat' in de
moslim-enclave arriveerde, liepen er al interne onderzoeken tegen
militairen wegens drugshandel.
Voorzitter B. Snoep van de militaire vakbond AFMP klinkt resoluut. Als
er iets klopt van de verhalen over in Srebrenica, is het schandalig dat
de leiding niet heeft opgetreden. “Het heeft er alle schijn van dat
wangedrag gewoon gedoogd werd”, zegt Snoep. “Niet alleen tegen
misdragingen, maar ook tegen het tolereren of verzwijgen daarvan moet
hard opgetreden worden.”
Evenmin kan de vakbondsvoorzitter begrijpen dat de geruchten, die al in
januari rondgingen, nu pas onderzocht worden. “Gebruik van drank en
drugs komt voor; dat valt niet te vermijden. En hoerenloperij is te
tolereren”, vindt Snoep. “De jongens hebben een leuke avond, de dames
verdienen wat pecunia en iedereeen is gelukkig. Maar binnen een militair
complex kan dat absoluut niet. Wachtposten die zich met de dames
bezighouden, terwijl er achter hun rug militair materieel wordt
gestolen.”
Pag.3: Idealisme bederft snel in Srebrenica
Anderhalf jaar geleden vertrok 'Dutchbat' met hooggestemde idealen naar
Srebrenica. Anders dan hun Canadese voorgangers zou men een goed contact
opbouwen met de bevolking. De luchtmobiele brigade wilde zich actief
bemoeien met de hulpverlening en door middel van 'sociale patrouilles',
die geen concreet militair doel dienden, een mooie band met de 'locals'
kweken. En anders dan de Oekraieners in de naburige enclave Zepa, die
het daar zo naar hun zin hadden dat ze niet vervangen wilde worden, zou
men zich niet laten corrumperen.
Maar in de 'hogedrukpan' Srebrenica gaan idealen al snel verloren. Meer
dan 40.000 moslim-vluchtelingen zijn hier door de Servische
Bosniërs bijeengedreven op een gebied van zo'n tien bij vijftien
kilometer en leven van de schaarse voedselhulp die de belegeraars
doorlaten. Rond de enclave liggen Servische eenheden, die de
bevoorrading van de troepen stelselmatig frustreren en eind vorig jaar
een groep verlofgangers een week lang gijzelde. Observatieposten van de
Nederlanders liggen vaak onder vuur. Overste Vermeulen, commandant van
de eerste lichting van de luchtmobiele brigade in Srebrenica, noemde het
bij zijn terugkeer in juli vorig jaar 'puur krijgsmansgeluk' dat er niet
meer doden en gewonden waren gevallen.
De verhouding met de plaatselijke bevolking verslechterde het laatste
jaar zienderogen. In juni vorig jaar openden schildwachten al eens het
vuur op indringers die legermaterieel wilden stelen, twee indringers
raakten daarbij gewond. Binnen de - officieel gedemilitariseerde -
moslimenclave bestaan wapendepots, waar plaatselijke milities uit putten
als ze guerrilla-expedities ondernemen tegen de Servische belegeraars.
De Nederlandse troepen kunnen daar alleen tegen optreden in samenwerking
met de lokale autoriteiten, die niet al te bereidwillig zijn. Veel
'locals' houden het hoofd boven water met smokkel, diefstal en
prostitutie; de houding tegenover 'Dutchbat' zou ook vijandig zijn omdat
het zich minder dan andere VN-eenheden inlaat in schimmige handeltjes.
“Verveling en frustratie over de eigen machteloosheid en de groeiende
vijandigheid van de plaatselijke bevolking kunnen tot ontsporingen
leiden”, zegt Snoep van de AFMP. “Als kinderen je constant lopen te
jennen, dan jen je terug. Als een burger zegt dat een weg veilig is, en
je maten rijden even later op een landmijn, dan wordt je wrokkig.” Maar
zelfbeheersing is nu juist een eigenschap waar in de vooropleiding
eindeloos op gehamerd moet worden, zegt Snoep. Daar zit volgens de
vakbondsvoorzitter het probleem.
De luchtmobiele brigade bestaat grotendeels uit BBT'ers, Beroeps
Bepaalde Tijd, die een contract van 2,5 jaar uitdienen. Na een
vooropleiding van een half jaar dienen ze een half jaar in Bosnië.
In de wens om voldoende recruten te krijgen, heeft de landmacht te veel
concessies gedaan aan de kwaliteit, aldus Snoep. “Ik zeg niet dat de
jongens dom zijn, maar wel laag opgeleid. Dienstplichtigen kon je binnen
twee uur uitleggen hoe je met een kaart en een kompas moet omgaan, bij
deze jongens heb je een hele dag nodig, hoor ik van instructeurs van
onze bond. Sinds januari zit er weer een lichting in Seedorf, die moet
over een half jaar naar Bosnië. Zo'n vooropleiding schiet beslist
tekort als je in een complexe situatie terecht komt, zoals in
Srebrenica.”
Daarnaast wordt er volgens Snoep met name binnen de luchtmobiele brigade
te veel ingespeeld op esprit de corps. Snoep: “Het wordt er ingehamerd
dat ze de crème de la crème zijn, een soort
Übermenschen. Zo'n mentaliteit moeten we vijftig jaar na de oorlog
niet hebben. In crisissituaties gaan zulke jongens dan als Rambo's
optreden.”
Toch is het op dit moment zeer de vraag of wangedrag van Nederlandse
troepen structureel is, of dat er sprake is van losse incidenten. De
VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR noemt de geruchten zelfs “absolute
nonsens”. Woordvoerder M. Nyberg van UNHCR in Zagreb: “We hebben met
onze field officers ter plaatse gepraat, die bezweren ons dat er niets
is gebeurd. Srebrenica is een mierenhoop, als er iets voorvalt, horen
zij dat. En dan had de Bosnische regering dat ook wel aan de grote klok
gehangen, want die doet niets liever dan de VN in diskrediet brengen.”
Ook bij de Belgische afdeling van Artsen zonder Grenzen, die in
Srebrenica medische posten heeft, is niets over misdragingen bekend.
Terug naar overzicht