Militair misverstand bij val van Srebrenica
Een ordinair misverstand tussen
twee hoge militairen blijkt een belangrijke rol te hebben gespeeld bij
de val van Srebrenica in 1995.
Door onze redacteur STEVEN DERIX
PARIJS, 20 APRIL. Het zijn geen vrienden, generaal-majoor Cees Nicolai,
voormalig chefstaf van de VN-vredesmacht UNPROFOR, en kolonel Thom
Karremans, oud-commandant van Dutchbat, rollen die in 1995, bij de val
van Srebrenica, tot wrijvingen leidden. Gisteren in Parijs, tijdens hun
verhoor door een Franse onderzoekscommissie, wisselden ze geen woord.
Het drama van de val van de Bosnische moslim-enclave "is een puzzel van
de werkelijkheid", zo zei Karremans gisteren. De onderzoekscommissie,
in het leven geroepen op aandringen van de Franse organisatie Medicins
sans Frontières, heeft tot nu toe nog niet veel bijgedragen aan
de oplossing van de puzzel. Ook gisteren bleven belangrijke vragen -
waarom bleven de luchtaanvallen ter verdediging van de enclave uit en
wat was de rol van generaal Bernard Janvier, de Franse opperbevelhebber
van de VN - onopgehelderd. Voor Karremans staat vast dat het lang zal
duren voordat de puzzel compleet is: "minstens een generatie, zo niet
meer".
Een deel van de puzzelstukjes heeft Karremans zes jaar na dato wel op
zijn plaats. Eind mei, begin juni 1995, toen de Bosnische Serviërs
de enclave steeds meer begonnen af te knijpen en het aan alles begon te
ontbreken - brandstof, voedsel, en vooral manschappen die van de
Serviërs niet mochten terugkeren van verlof - constateerde de
commandant van Dutchbat III dat zijn bataljon niet meer operationeel
inzetbaar was.
Feit is dat Karremans over de hopeloze situatie van Dutchbat en de
burgerbevolking uitvoerig rapporteerde aan de leiding van UNPROFOR en
aan 'Den Haag'. Vast staat ook, zei Karremans, dat hij na het begin van
de Servische aanval op 6 juli 1995 zijn superieuren in UNPROFOR diverse
malen heeft gevraagd om de inzet van NAVO-vliegtuigen om de troepen van
generaal Mladic te stoppen.
Dat de VN na het debacle van de luchtaanvallen van medio mei (de
Bosnische Serviërs gijzelden toen honderden VN-militairen)
besloten hadden de procedures voor het 'luchtwapen' alleen in te zetten
als een "last resort", was de commandant van Dutchbat bekend. Maar, zo
zei Karremans, soms breekt nood nou eenmaal wet. De vraag waarom de
(zeer beperkte) luchtsteun pas kwam op 11 juli, toen de Serviërs
al in Srebrenica stonden, moesten de "hogere echelons" maar
beantwoorden.
Generaal-majoor Nicolai behoorde tot die hogere echelons. Als chefstaf
van UNPROFOR-commandant Rupert Smith in Sarajevo was hij in juli 1995
de hoogste Nederlandse militair in Bosnië. Het was generaal
Nicolai in Sarajevo, en niet de fel gekritiseerde Franse
opperbevelhebber generaal Janvier in Zagreb, die op 6 en 8 juli
verzoeken tot luchtsteun van Karremans afwees, omdat ze "niet voldeden
aan de richtlijnen" zoals de VN die had vastgelegd in de zogenoemde
post airstrike guidance.
Bekend is dat Janvier aarzelde op de avond van 10 juli, toen
Nederlandse pantservoertuigen die de Serviërs de weg versperden,
werden beschoten en wél werd voldaan aan de richtlijnen. Bekend
is ook dat noch Janvier, noch de richtlijnen, maar een ordinair
misverstand tussen Nederlanders ervoor zorgde dat de luchtsteun ook de
volgende dag urenlang uitbleef.
Zes uur 's ochtends, 11 juli, gaf Karremans bunkeralarm: over een uur
zouden veertig NAVO-toestellen massale luchtaanvallen (air strikes)
uitvoeren op Servische doelen. Pas om tien uur merkte Karremans dat hij
zich had vergist: er kon alleen sprake zijn van beperkte close air
support voor Dutchbat (bijvoorbeeld bommen op de Servische
voertuigen), hetgeen een nieuwe aanvraag vergde.
Hoe het misverstand heeft kunnen ontstaan, is nog steeds niet
opgehelderd, zei Nicolai. Zelf heeft hij wel een theorie: Brantz, de
commandant in Tuzla, en Karremans zijn op het verkeerde been gezet door
de mededeling (waarschijnlijk van Nicolai zelf) op de avond van de
tiende juli dat veertig NAVO-toestellen de volgende dag niet zoals
gebruikelijk zouden cirkelen boven de Adriatische Zee, maar vanaf 06.00
uur boven Tuzla zouden vliegen om zo snel mogelijk te kunnen reageren
op een aanvraag van close air support. Brantz en Karremans
interpreteerden de mededeling als een aankondiging van de massale
airstrikes; daarvoor was geen nieuwe aanvraag nodig.
Karremans zelf leek na de zitting Nicolai's theorie te bevestigen.
"Brantz vertelde mij", zei hij tegen journalisten, "dat er meer
vliegtuigen zouden komen dan ik ooit gezien had. In ieder geval meer
dan twee toestellen voor close air support." Een fout van
Karremans? "Nee, Brantz en ik hadden dezelfde mening. Het is verkeerd
gelopen in de hiërarchieke lijn." Maar wie vertelde er dan dat er
air strikes zouden komen? Karremans, geïrriteerd: "Dat moet je aan
de VN vragen. Aan Nicolai."