Gesloten deuren
ER BESTAAN SINDS deze week twee
lezingen over de val van de moslimenclave Srebrenica in de zomer van
1995. Een Franse en een Nederlandse. Ex-premier Juppé verklaarde
voor een commissie van onderzoek uit het Franse parlement dat de
toenmalige Franse regering de enclave had willen verdedigen en, toen die
eenmaal gevallen was, had willen heroveren. Maar de Nederlanders hadden
luchtsteun afgewezen om zich vervolgens tegen het veroveringsplan te
keren.
Ex-minister Van Mierlo repliceerde: Juppé haalt alles door elkaar. Dutchbatcommandant Karremans verzocht in de dagen voor de val
van de enclave herhaaldelijk maar tevergeefs om luchtsteun, minister van
Defensie Voorhoeve wees die uiteindelijk toch af toen Srebrenica
praktisch verloren was en de bewoners op de vlucht sloegen richting de
Nederlandse legerplaats buiten de stad. Voor het veroveringsplan waren
Amerikanen en Britten onmisbaar geweest, en die weigerden. Ook als Den
Haag er voor gevoeld had - wat niet het geval was - zou er van een
tegenaanval geen sprake zijn geweest.
Op de achtergrond speelt mee de verdenking dat de Franse bevelhebber van
de VN-strijdkrachten in voormalig Joe goslavië, generaal Janvier,
geïnspireerd door Parijs, bewust luchtsteun aan de enclave heeft
tegengehouden. Voor dergelijke steun was een dubbele sleutel ingesteld:
instemming van de NAVO die de steun moest geven, en instemming van de
VN, in laatste instantie de secretaris-generaal. Tijdens de gij zeling
van blauwhelmen door de Bosnische Serviërs in het voorjaar van 1995
zou Janvier, of een andere Franse generaal, bij de Servische president
Milosevic de vrijlating van de gegijzelden hebben verkregen in ruil
voor een toezegging dat de Serviërs niet meer vanuit de lucht
zouden worden aangevallen. De gijzeling zelf was een wraakoefening
geweest na bombardementen door de NAVO.
IN HET RAPPORT van secretaris-generaal Kofi Annan van november 1999
over het VN-optreden in voormalig Joegosla vië wordt gezegd dat
bij het voorafgaande onderzoek geen aanwijzingen zijn gevonden die deze
verdenking staven. Veeleer wijt Annan, onder wie de VN-missie op de
Balkan ressorteerde, het debacle aan bureaucratisch onvermogen -
waarvoor hij niet schroomt het boetekleed aan te trekken. Telegrammen
kwamen niet aan op de plaats van bestemming, telefonades werden niet
geregistreerd, het VN-hoofd kwartier in New York was niet op de hoogte,
misverstanden over de NAVO-inzet deden zich regelmatig voor, mede als
ge volg van de dubbele sleutel.
Met enige spanning werd de afgelopen dagen uitgekeken naar het horen van
generaal Janvier door de Franse onderzoekscommissie. Tot veler
verrassing had dat verhoor gisteren achter gesloten deuren plaats.
Argument: zijn verklaringen zouden het werk van het Internationale
Tribunaal voor oorlogsmisdaden in voormalig Joegoslavië kunnen
bemoeilijken. Janvier is ook door Annans onderzoeksteam gehoord, maar
hij wordt in het VN-rapport niet geciteerd. Over zijn rol blijft
onduidelijkheid bestaan.
Indertijd voelde het Nederlandse kabinet weinig voor een onderzoek met
als argument dat voor zoiets internationaal geen steun kon worden
verwacht. Dat alleen al maakt de repliek van Van Mierlo op de woorden
van Juppé pikant. Nu een van de hoogste Franse politieke leiders
uit die tijd zijn mond opendoet, is het inzicht in de gang van zaken
troebeler geworden, niet helderder. Het dichtst bij een objectief
verslag van de gebeurtenissen blijft voorlopig het rapport van Annan.