Een rapport dat de standpunten niet zal
wijzigen
De politieke invloed van het
rapport van de commissie- Bakker is bescheiden. De Tweede Kamer is
verdeeld over de vraag of er een parlementaire enquête moet komen
over de val van Srebrenica.
Door onze redacteur RAYMOND VAN DEN BOOGAARD
DEN HAAG, 4 SEPT. Wie in de Tweede Kamer al vóór een
parlementaire enquête naar de val van Srebrenica was (D66, CDA,
GroenLinks), is dat na de publicatie van het rapport van de commissie-
Bakker nog steeds. En wie de beslissing over deze hete aardappel het
liefst verder in de tijd zou willen verschuiven (PvdA) of zelfs
faliekant tegen is (VVD), vindt vermoedelijk troost in een juist vorige
week door het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) aan
de minister verzonden brief dat hun onderzoek naar Srebrenica (in 1995)
medio volgend jaar klaar zal zijn. Wie vijf jaar kan wachten, kan dat
ook wel zes.
Hoe bescheiden de politieke invloed van het rapport zal zijn, kwam
vrijdag al naar voren uit de opmerkingen van premier Kok, die de
conclusies al leek over te nemen voordat ze gepubliceerd waren.
"Als de aanbevelingen van de commissie-Bakker relevant zijn, dan nemen
we ze mee", zei de premier, sprekend over een mogelijke uitzending van
Nederlandse troepen naar een VN-vredesoperatie in Eritrea. Alle
gelegenheid dus nog om de uitkomsten van Bakker bij de besluitvorming
over deze uitzending te betrekken - de zaak moet sowieso wachten op een
resolutie van de Veiligheidsraad van de VN, voorzien voor 11 september.
Voorstanders van een parlementaire enquête naar het drama-
Srebrenica vinden in het rapport van de commissie-Bakker nieuwe
ammunitie. "Een parlementaire enquête blijft het aangewezen
middel voor de Kamer, om tot een politieke afronding van deze zaak te
komen", meent CDA-Kamerlid Van der Knaap, die het 'onthutsend' vond te
lezen hoe midden jaren negentig ministers in internationale fora
'liepen te leuren' met Nederlandse troepen voor vredesoperaties.
Op het rapport van het NIOD moet het parlement wat het CDA betreft
wachten, omdat een enquête, anders dan een wetenschappelijk
onderzoek, niet alleen factfinding behelst, maar een
politieke daad is.
Bij GroenLinks heeft men zich er al bij neergelegd dat in ieder geval op
het boek van het NIOD gewacht moet worden: "Voor de regeringspartijen
spelen voor zo'n beslissing nu eenmaal coalitieoverwegingen een rol",
verzucht Kamerlid Vos.
Naar het oordeel van GroenLinks bevat het rapport van de commissie-
Bakker goede argumenten voor een parlementaire enquête. "Er wordt
immers geconstateerd dat de Kamer slecht geïnformeerd was en meer
zelf onderzoek zou moeten verrichten." Een enquête zou dit verzuim
ten aanzien van Srebrenica een beetje goed kunnen maken.
Regeringspartij D66 blijft ook geporteerd van een parlementaire
enquête, juist omdat uit de bevindingen van de commissie-Bakker
blijkt dat "de Tweede Kamer in dezen niet brandschoon is en onder
invloed van emoties bepaalde beslissingen heeft genomen", aldus Kamerlid
Dittrich. "Dat is soms gebeurd op grond van niet goed in kaart gebrachte
argumenten. In feit komt het er dan op neer dat je de uitgezonden mensen
tot een speelbal van politieke motieven hebt gemaakt". De door Kok
vrijdag voorspelde 'relevante aanbevelingen' in het rapport bestaan
vooral uit pleidooien voor betere informatievoorziening door de
ministeries aan de Kamer en minder onderlinge tegenwerking tussen de
ministeries onderling zo'n beetje de uitkomst van elke parlementaire
enquête in Nederland sinds de jaren zeventig, en derhalve
nauwelijks geschikt als dynamiet onder de coalitie. Desondanks waren
vanochtend, in de uren voor de officiële preesentatie van het
rapport Bakker, de grote regeringspartijen PvdA en VVD verreweg het
voorzichtigst en terughoudend met het geven van een voorlopige reactie.
Aan het begin van de middag liet de VVD tenslotte weten 'met
belangstelling te hebben kennisgenomen'. Niet kritiek op het kabinet of
individuele ministers overheerst in de eerste reacties, eerder lijkt de
Kamer de hand in eigen boezem te steken. GroenLinks bepleit de
instelling van een permanente Kamercommissie uitzendingen, die, goed
geïnformeerd door de ministeries uiteraard en ook op grond van
eigen onderzoek, zou moeten nagaan of aan alle criteria voor Nederlandse
uitzendingen wordt voldaan. En dat niet alleen vóór
uitzending, maar ook gaande de vredesoperatie.
Slechts de Socialistische Partij (SP) is van mening dat het rapport-
Bakker 'moet leiden tot grotere terughoudendheid' bij de uitzending van
Nederlandse troepen voor vredesoperaties. De grotere partijen,
GroenLinks incluis, lijken echter beducht dat een pleidooi voor
scherpere voorwaarden bij uitzending, en strengere controle op de
mogelijke evolutie van die voorwaarden, zou kunnen leiden tot een
ernstige belemmering bij de uitzending van troepen - tot een nieuw
Nederlands isolationisme bij vredesoperaties dus eigenlijk.
"De winkel moet wel openblijven", laat een buitenlandspecialist uit de
Kamer weten. "Als uitzending nu vreselijk veel moeilijker wordt, dan
hebben we onszelf met het rapport van de commissie-Bakker aardig in de
voet geschoten".
De werkelijkheid van militaire operaties verdraagt zich ook niet
noodzakelijkerwijze met het streven naar de perfecte parlementaire
controle, valt ook te horen. "De commissie-Bakker mag er dan voor
pleiten dat de Kamer, liefst in het openbaar, op de hoogte wordt
gehouden over het verloop van operaties, maar de ervaring leert dat de
grote mogendheden dat verloop veelal onder elkaar bepalen, zonder
consideratie voor de Nederlandse besluitvorming".