U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Affaire Srebrenica

Nieuws

Chronologische reconstructie

Commissie Bakker

Achtergrond

Opinie

Links

HOOFDARTIKEL NRC HANDELSBLAD

Naïef Nederland


IN DE TWEEDE KAMER wordt verschillend gedacht over de precieze taakopdracht van de uit eigen kring samengestelde Tijdelijke Commissie Besluitvorming Uitzendingen, beter bekend onder de naam commissie-Bakker. Is het een onderzoek naar het besluitvormingsproces rondom Nederlandse deelname aan vredesmissies of gaat het om een onderzoek naar het drama in Srebrenica?

Twee van de drie weken die waren uitgetrokken voor de openbare verhoren zijn inmiddels achter de rug. En hoewel zo nu en dan uitstapjes worden gemaakt naar andere vredesmissies is duidelijk dat Srebrenica wel degelijk het hoofdonderdeel vormt van het onderzoek van de commissie- Bakker. Om een simpel voorbeeld te geven: als het de commissie werkelijk te doen zou zijn om de besluitvorming in algemene zin, was men afgelopen woensdag tijdens het verhoor van oud-minister Voorhoeve niet zo uitvoerig stil blijven staan bij de keuze van de muziek die de militaire kapel speelde toen Dutchbatters van hun missie in Srebrenica terugkeerden.

Er is een commissie met een niet heldere doelstelling aan het werk. Het past geheel in het patroon dat de slordige besluitvorming rond Srebrenica bij stukjes en beetjes door de openbare verhoren wordt blootgelegd. Onbedoeld weerspiegelt de diffuse opdracht van de onderzoekscommissie de gang van zaken rond de uitzending van het Nederlandse bataljon naar de moslimenclave in Bosnië. Want hoewel de verhoren nog niet zijn afgerond en het eindrapport nog moet worden geschreven, is nu al zonneklaar dat intenties en verwachtingen van de uitzending bij de direct betrokkenen totaal verschillend waren. Uit de verhoren tot nu toe rijst een beeld op van elkaar om de tuin leidende en tegensprekende politici, ambtenaren en militair verantwoordelijken, allen behept met een geheel eigen verwachtingspatroon.

DIT KOMT HET schrijnendst naar voren bij de cruciale vraag of het Nederlandse bataljon in Srebrenica nu wel of niet verzekerd kon zijn van luchtsteun bij eventuele aanvallen van Bosnische Serviërs op de enclave. Volgens oud-premier Lubbers en de toenmalige ministers Ter Beek en Kooijmans was het Nederlandse kabinet die garantie in januari 1994 van de zijde van de Verenigde Naties gegeven. Maar degene die Ter Beek in de zomer van 1994 als minister van Defensie opvolgde, Voorhoeve, verklaarde afgelopen woensdag tegenover de commissie dat er nooit sprake was geweest van harde garanties. 'Redden wat er te redden viel' was zijn devies, want hij had Srebrenica van het begin af aan beschouwd als een niet te verdedigen enclave.

Als op het hoogste beleidsvormende niveau zoveel onduidelijkheid bestaat, hoeft het niet te verbazen dat er op het uitvoerende niveau zoveel mis kon gaan. Er hoeft geen twijfel over te bestaan dat de schuld voor het Srebrenica-drama volledig ligt bij de Bosnische Serviërs. Maar dat neemt niet weg dat Nederland indertijd een grote verantwoordelijkheid op zich heeft genomen door met onheldere afspraken een bataljon beschikbaar te stellen.

Ongetwijfeld heeft iedereen met de beste bedoelingen geopereerd. Maar goede bedoelingen zijn niet voldoende in het internationale krachtenspel. Nederland toont verantwoordelijkheid was het beeld in eigen land toen tot de uitzending besloten werd. Maar voor de buitenwereld toonde Nederland vooral naïviteit. Een dergelijke boodschap is hard. Te hard wellicht. Het verklaart althans de krampachtigheid waarmee het drama-Srebrenica wordt onderzocht.

NRC Webpagina's
2 juni 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad