Tweede Kamer graaft in 'Srebrenica'
Maandag begint de Tweede Kamer
met hoorzittingen over de inzet van Nederlandse militairen in
humanitaire en vredesoperaties. Het zal vooral gaan over Srebrenica.
"Wij willen zó graag vrede brengen", zegt voorzitter van de
onderzoekscommissie, Bert Bakker (D66).
Door onze redacteuren CEES BANNING
en PETRA
DE KONING
DEN HAAG, 20 MEI. Wat ze moeten doen tegen 'zinloos geweld' op straat
weten Nederlandse politici niet, maar op wereldniveau hebben ze
onmiddellijk een oplossing. Die opmerking, van Rob de Wijk van het
Instituut Clingendael, geeft veel Kamerleden een ongemakkelijk gevoel.
D66-Kamerlid Bert Bakker moet erom lachen. Hij zegt: "Ik herken er wel
wat in. Dat vingertje naar de rest van de wereld. Moralistische trekjes
zijn ons niet vreemd. En wij willen zó graag vrede brengen."
Bakker is voorzitter van de commissie die de besluitvorming onderzoekt
over Nederlandse vredesmissies. Maandag begint de commissie met de
openbare verhoren.
Militairen mopperen er al jaren over. Dutchbat, de Nederlandse VN-
eenheid die de 'veilige' enclave Srebrenica in Bosnië had moeten
beschermen, kreeg alle ellende, alle verwijten over zich heen.
Serviërs veroverden het gebied in de zomer van 1995, duizenden
moslims werden gedood. Maar het waren politici die Dutchbat hadden
gestuurd - te licht bewapend, en met een onmogelijke opdracht. Nu wordt
eindelijk ook de rol van politici onderzocht.
Blij was de krijgsmacht ook met de toespraak van premier Kok, tien dagen
geleden bij de opening van het veteraneninstituut in Doorn. Hij zei dat
het drama Srebrenica niet mocht worden 'afgeschoven op militairen'. "De
verantwoordelijkheid voor een politiek besluit tot deelname, en de
voorwaarden waaronder, ligt bij de regering en volksvertegenwoordiging."
Meer dan zeventigduizend militairen uit tientallen landen nemen nu deel
aan zo'n twintig humanitaire en vredesoperaties in verschillende delen
van de wereld. Ze doen aan 'conflictpreventie', peace-keeping (de
vrede bewaren) en peace-enforcing (vrede afdwingen).
Nederland wil er graag aan meedoen. In de Defensienota van vorig jaar
staat het nog eens: hoofdtaken van Defensie zijn niet alleen het
beschermen van Nederland en de Navo-lidstaten, maar ook ondersteuning
van de internationale rechtsorde en het vergroten van de stabiliteit in
de wereld. Op dit moment zijn 4.217 Nederlandse militairen betrokken bij
humanitaire en vredesoperaties. Dat is bijna acht procent van het
militair personeel van de krijgsmacht.
De top van de krijgsmacht, politici en ambtenaren worden de komende
weken gehoord door de 'Tijdelijke Commissie Besluitvorming
Uitzendingen', de commissie-Bakker. Uitgenodigd zijn onder meer: de
generaals Van der Vlis, Couzy, Schouten, de ministers van defensie Ter
Beek, Voorhoeve en De Grave, de ministers van Buitenlandse Zaken Van den
Broek, Kooijmans, Van Mierlo en Van Aartsen, de premiers Lubbers en Kok,
en de Kamerleden Valk (PvdA), Blaauw (VVD), De Hoop Scheffer (CDA),
Hoekema (D66), Vos (GroenLinks) en Van Middelkoop (GPV).
De commissie, die bestaat uit zeven Kamerleden, las ter voorbereiding
vierhonderd strekkende meter documenten van Buitenlandse Zaken en
Defensie en hoorde achter gesloten deuren al zo'n zestig getuigen:
militairen, politici, ambtenaren en wetenschappers. De geschiedenis van
de commissie-Bakker gaat terug naar augustus 1998. Er waren nieuwe
onthullingen over Dutchbat in Srebrenica en de Tweede Kamer richtte een
werkgroep op die zou bedenken hoe kon worden voorzien in "een optimale
informatieverstrekking aan de Tweede Kamer over de afhandeling van
Srebrenica". De oppositiepartijen CDA, GroenLinks en SP waren voor een
parlementaire enquête, maar de regeringspartijen PvdA, VVD en D66
wilden eerst de bevindingen afwachten van het Nederlands Instituut voor
Oorlogsdocumentatie (NIOD). Dat instituut had in het najaar van 1996 het
verzoek gekregen de val van de enclave te onderzoeken. De Tweede Kamer
wilde een internationaal onderzoek, maar daar bestond volgens Van Mierlo
geen steun voor in buitenland.
In de enclave, die door de VN was uitgeroepen tot 'veilig gebied',
werden moslimmannen door de Serviërs gescheiden van hun vrouwen en
kinderen, onder de ogen van Dutchbat. Tot nu toe zijn er 2.200 lichamen
geborgen, 7.300 mensen worden nog vermist.
Midden volgend jaar publiceert het NIOD de onderzoeksresultaten, en als
politici doen wat ze nu zeggen, zal er uiteindelijk toch ook een
parlementaire enquête komen. Bij zo'n onderzoek kunnen
betrokkenen, anders dan bij het NIOD en de commissie-Bakker, onder ede
worden gehoord.
Het voorbereidend werk van zo'n enquête-commissie is dan al
gedaan: het NIOD-onderzoek en de bevindingen van de commissie-Bakker.
Eerder al werden rapporten van de commissie-Van Kemenade en van de VN
gepubliceerd. Commissaris van de Koningin Van Kemenade onderzocht in
1998, in opdracht minister Frank de Grave (Defensie) of het ministerie
loyaal had meegewerkt aan het verzamelen en het geven van informatie.
Ofwel: was er een Defensie-doofpot? Van Kemenade was al binnen twee
maanden klaar met zijn onderzoek, en nee, er was volgens zijn commissie
geen informatie achtergehouden. Maar, zei hij: "Er kleven, achteraf
gezien, wel vele tekortkomingen en onzorgvuldigheden aan het
informatieproces, die mede moeten worden gezien in het licht van de
toenmalige omstandigheden"
De Grave reageerde opgelucht op de eindconclusie ('geen doofpot'). Hij
was ook ingenomen met een rapport van de Verenigde Naties. Het
Nederlandse lichtbewapende VN-bataljon van honderdvijftig man kon op 11
juli 1995 weinig doen tegen de Servische overmacht, concludeerde de VN.
De tweeduizend Serviërs waren bewapend met tanks en artillerie.
Bovendien werden herhaalde Nederlandse verzoeken om luchtsteun genegeerd
door VN-commando's. Of de verzoeken drongen niet eens door tot het VN-
commandocentrum. Dutchbat was volgens het rapport wél
tekortgeschoten in de communicatie met de VN over de misdaden die er in
juli in en rondom Srebrenica werden gepleegd.
Volgens NIOD-directeur J. Blom is het voor zijn onderzoek goed dat het
"openhartige rapport" van de VN al beschikbaar is. Maar het is, zegt
hij, vooral gericht op de eigen organisatie en besteedt nauwelijks
aandacht aan lokale gebeurtenissen en de Nederlandse context. Aan dat
laatste element verwacht de commissie-Bakker nu een belangrijke bijdrage
te leveren. De commissie zal niet alleen de besluitvorming over
Srebrenica onderzoeken. Ook uitzendingen naar Cambodja, Cyprus, de Golf
('Desert Storm'), Haïti en Angola komen aan de orde. Het rapport
moet op 4 september klaar zijn. Een klein jaar later komt het NIOD-
rapport. Of er daarna nog behoefte is aan een parlementaire
enquête? "Daar wil ik nu als commissievoorzitter niet op
vooruitlopen", zegt Bakker. "Er ligt tegen die tijd ontzettend veel
materiaal, maar wellicht is het oordeel van de Kamer dat alleen een
enquête een definitieve streep kan zetten onder het drama-
Srebrenica."