NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

Rijksbegroting 2001

Nieuws

Plannen
per departement

Troonrede

Algemene Beschouwingen

Paars: De tweede helft

Rijksbegroting:
Hoe en wat?

Links

Personeelsbeleid

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 19 SEPT. Een tweede speerpunt van Defensie is de versterking van het personeelsbeleid, waarbinnen de (tegenvallende) werving en het behoud van militairen als ,cruciaal' aangemerkt wordt. Daarvoor is in de begroting 200 miljoen extra uitgetrokken wegens ,,de steeds nijpender situatie op de arbeidsmarkt''. Twee andere speerpunten van Defensie zijn: voortzetting van het veranderingsproces naar meer transparantie en slagvaardigheid en verbetering van financieel beheer en bedrijfsvoering, waarop de Algemene Rekenkamer afgelopen zomer fikse kritiek had.

De verjonging van de krijgsmacht moet doorgaan en moet vooral tot uitdrukking komen door een geleidelijke verschuiving van beroepspersoneel voor onbepaalde tijd (BOT"ers) naar mannen en vrouwen in de leeftijd tussen 18 en 35 met een contract voor een bepaalde (kortere) tijd, doorgaans vier jaar (BBT"ers). Ondanks de tegenvallende wervingsresultaten totnutoe blijft Defensie (72.000 werknemers, inclusief 17.500 burgers) optimistisch voor de toekomst. In de BOT-sector kent de landmacht bijvoorbeeld nu 10.951 militairen en wordt een teruggang tot 10.207 tot 2005 geraamd. In de BBT-sector, waar Defensie dus vooral zijn mensen zoekt, is het huidige aantal 11.900 en raamt de landmacht een stijging tot 14.144 in 2.005.

Volgens staatssecretaris Van Hoof is Defensie de afgelopen jaren door extra middelen voor het personeelsbeleid langzamerhand qua betaling in veel gevallen als werkgever concurrerend met het bedrijfsleven. ,,We kunnen bijna alles zelf beïnvloeden, hoe vaak we oefenen, wat voor materieel we gebruiken, maar aan een zo krappe arbeidsmarkt als nu kunnen we weinig doen'', tekende hij daarbij wel aan. De werving moet sterker worden geprofessionaliseerd, zij is soms nog teveel gebaseerd op een gedateerd beeld van Defensie, namelijk teveel op een beeld uit de tijd dat de klassieke landsverdediging praktisch de enige taak van de krijgsmacht was, vindt de staatssecretaris.

Van Hoof en minister De Grave waarschuwen ervoor een rechtstreeks verband te leggen tussen de wervingsresultaten en het ,,ambtitieniveau'' op het gebied van internationale crisisbeheersing (tegelijkertijd vier eenheden ter grootte van een bataljon met voldoende voortzettingsvermogen). Dat ambitieniveau wordt niet veranderd. De Grave zei dat het hier ook vaak om definitiekwesties gaat. Een uitgezonden bataljon moet na terugkeer in Nederland bijvoorbeeld een bepaalde tijd oefenen om weer als geheel operationeel geschikt te gelden. Maar je zou ook kunnen verdedigen dat zo'n bataljon tijdens de uitzendingsperiode nu juist de beste oefening heeft gehad, namelijk een oefening in de praktijk, aldus De Grave. Volgend jaar wordt het vraagstuk opnieuw bekeken bij een tussentijdse evaluatie van de najaar 2000 uitgebrachte Defensienota, kondigt hij aan.

Terug naar Defensie

NRC Webpagina's
19 september 2000

Den Haag

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad