Over de provincie...
HET WAREN GISTEREN verkiezingen voor de Provinciale Staten. Dat feit
dient dan ook voorop te staan bij de beoordeling van de uitslag. Dan kan
worden geconcludeerd dat de kiezer onomstotelijk duidelijk heeft gemaakt
dat de provinciale politiek absoluut niet leeft.
De provincies hebben de twijfelachtige eer de eerste bestuurslaag van het land te zijn die
niet meer is gebaseerd op het mandaat van een meerderheid van de
kiezers. Slechts 45,5 procent van de stemgerechtigden vond het
noodzakelijk te gaan stemmen. In de drie grote steden is zelfs niet meer
dan één op de drie kiezers opgekomen. Ook de
belangstelling onder jongeren is schrikbarend laag gebleken.
Dit zijn toch de punten die het meest tot nadenken stemmen.
Vooruitlopend op de dramatisch lage opkomst is de afgelopen weken al het
nodige opgemerkt over de rol en de toekomst van de provinciale politiek.
Wat daarbij opviel was de krampachtigheid in de reacties van de direct
betrokkenen. Tekenend was bijvoorbeeld de gebeten reactie uit de
provinciehuizen op de objectieve vaststelling van minister Peper
(Binnenlandse Zaken) dat de provincie zich in de gevarenzone bevindt.
Als het probleem al wordt ontkend, is het begin van een oplossing nog
heel ver weg.
DE MENSEN die wel hebben gestemd hebben de bestaande politieke
krachtsverhoudingen in de provincies niet spectaculair veranderd,
maar wel her en der markante accenten gezet. Zeker bezien vanuit de
bevoegdheden van de provincies op milieugebied is van belang dat de
Staten over het algemeen linkser en groener zullen worden. Het linkse
blok (PvdA, D66, GroenLinks en SP ) is met ruim 5 procent ge groeid
naar 38,2 procent. Maar ook de vaak milieuvriendelijke kleine
christelijke partijen hebben zich versterkt. Dan de partijen zelf:
GroenLinks heeft het aantal eigen Statenleden meer dan verdubbeld, D66
is ruim eenderde van de zetels kwijtgeraakt, de enorme opmars van de
VVD is om gezet in een voorzichtige neergang, terwijl PvdA en CDA bei
de licht hebben gewonnen. Voor de laatste partij is het niet zonder
betekenis dat ten opzichte van 1995 de provincies Groningen en
Gelderland zijn 'teruggewonnen' van de VVD. De christen-democraten
kunnen nu in zes van de twaalf provincies bij de onderhandelingen voor
de vorming van het college van Gedeputeerde Staten het initiatief nemen;
voor de VVD is deze rol nog maar in vijf provincies weggelegd. Wat
dat betreft kan worden gezegd dat het CDA weer enigszins te rug is bij
zijn 'wortels'.
|