Ondanks regeerakkoord
Peper blijft nadenken over rol provincies
Door onze politieke redactie
Minister Peper (Binnenlandse Zaken) zal
zich inzetten voor versterking van de rol van provincies. Maar hij zal
zich niet onthouden van ,,prikkelende gedachten'' over de toekomst van
het middenbestuur.
Peper antwoordde dit gistermiddag in de Tweede Kamer op vragen van het
Kamerlid Te Veldhuis (VVD). Hij bevestigde zich te zullen houden aan de
afspraken in het regeerakkoord over het versterken van de bestuurlijke
rol van de provincies.
Aanleiding was een optreden van de minister voor de EO-radio, vorige
week. De minister zei daarin te vrezen dat de provincies in de
`gevarenzone' terechtkomen wanneer de opkomst bij de Statenverkiezingen
beneden de 50 procent uitkomt.
Peper sprak ook van provincies die `verkruimeld' zitten tussen rijk en
gemeenten. Hij riep de provincies op de ogen niet te sluiten voor
actuele ontwikkelingen en discussies in het openbaar bestuur.
Commissarissen van de koningin en politici van de VVD reageerden met
grote verontwaardiging op de uitspraken van Peper.
VVD'er Te Veldhuis meende dat de minister geen expliciete koppeling had
mogen maken tussen opkomstpercentage en bestaansrecht van een
bestuursorgaan. De minister ,,wil een gemeente als Rotterdam toch niet
in de gevarenzone manoeuvreren omdat daar vorig jaar minder dan 50
procent van de kiezers is opgekomen?'', aldus Te Veldhuis. Bovendien
stelde de VVD'er dat Pepers uitlatingen juist een negatief effect op de
opkomst zouden kunnen hebben.
Minister Peper meende dat zijn uitspraken juist zouden kunnen leiden tot
een hogere opkomst. ,,Mijn uitspraak heeft heel wat discussie opgeroepen
in provincies'', aldus de minister, ,,en dat heeft heel veel
provinciebestuurders extra aanleiding gegeven om uit te leggen wat zij
doen. Is dat geen fantastische bijdrage aan de vitalisering van het
middenbestuur?''
De minister constateerde in de Tweede Kamer, zoals hij ook voor de
EO-radio deed, dat er in het openbaar bestuur allerlei nieuwe
samenwerkingsverbanden zijn ontstaan in regio's, met landsdelen, met
`restanten van stadsprovincies'. Het denken daarover ,,mag niet
stilstaan'', aldus de minister die nadrukkelijk aankondigde daaraan een
bijdrage te willen leveren.
Minister Peper: ,,Ik zou het voor mijn rol wat te mager vinden als ik
alleen het regeerakkoord steeds weer zou herhalen.'' VVD'er Te Veldhuis
daarentegen wenste dat de minister zich voortaan zou onthouden van
,,vrijblijvende of algemeen filosofische gedachten''.
|