Stemt de kiezer of stemt hij niet
Door onze redacteur KEES VAN DER MALEN
Het bestuur van hun provincie kiezen mensen
met hun voeten: ze blijven thuis. Hoe jonger, hoe lager opgeleid en hoe
verder verwijderd van de kerk, des te kleiner de kans dat iemand gaat
stemmen. Depressies en koudefronten spelen volgens politicologen een
ondergeschikte rol.
Bij de provinciale-statenverkiezingen van vandaag is de opkomst een
dominante factor. Thuisblijvers bepalen in sterke mate winst en verlies
van partijen. Sinds begin jaren tachtig daalt het aantal kiezers dat
opkomt gestaag. Bij de vorige statenverkiezingen, maart 1995, bleef de
helft van de kiezers thuis.
Een eerste factor is het weer. Politici zijn zeer beducht voor
depressies op een verkiezingsdag. Zij geloven stellig dat slecht weer
automatisch minder kiezers naar de stembus brengt. Maar de 9de juni van
1994 was een milde zomerdag en toch kwam die dag slechts 35,6 procent
van de kiezers op voor de Europese verkiezingen een absoluut
dieptepunt. ,,Het is een typisch broodje-aapverhaal. Nog nooit is
overtuigend aangetoond dat het weer een factor van betekenis is en toch
komt het iedere keer terug, omdat het zo plausibel lijkt'', zegt de
politicoloog Cees van der Eijk van de Universiteit van Amsterdam.
Waarom blijven kiezers dan thuis? Omdat ze het nut van verkiezingen niet
inzien. Omdat ze zeggen geen tijd te hebben. Of omdat ze de politiek
niet zien zitten. Bij de Kamerverkiezingen stemmen kiezers met hun
hoofd, bij gemeenteraadsverkiezingen met hun hart en bij
statenverkiezingen steeds meer met hun voeten: ze blijven eenvoudigweg
thuis.
Het eerst blijven thuis: Jongeren, lager opgeleiden en niet-gelovigen.
Hoe meer opleiding iemand heeft, des te groter de kans is dat hij gaat
stemmen. Ook naarmate iemand ouder wordt neemt die kans toe. Ten slotte
is er de religie als stembusfactor. Confessionele kiezers, en onder hen
protestanten weer meer dan katholieken, zijn trouwe stemmers: uit
traditie en uit plichtsbesef. Een lage opkomst is dan ook relatief in
het voordeel van partijen als het CDA en de kleine confessionele
partijen.
Inkomen speelt een minder grote rol dan vaak wordt gedacht. Alleen de
laagste arbeidersklasse - een kleiner wordende groep - geeft een
duidelijk lagere opkomst te zien. ,,Maar dat mensen met lage inkomens
minder snel gaan stemmen, is echt een onzinverhaal'', zegt Van der Eijk.
Hoe krijg je meer kiezers naar de stembus voor de provinciale
verkiezingen? Bundel de verkiezingen met bijvoorbeeld de
gemeenteraadsverkiezingen, zeggen steeds meer politici. Bij de Partij
van de Arbeid is Tweede-Kamerlid Peter Rehwinkel al langer een
pleitbezorger van die bundeling. Hij gaat zelfs nog een stap verder:
laat de kiezer voor de provinciale staten, de gemeenteraad en de Tweede
Kamer op een dag stemmen: een superverkiezingsdag.
Het idee is enkele jaren geleden uitgewerkt door de Tilburgse
bestuurskundigen Pieter Tops en Paul Depla. Zij kregen van de toenmalige
staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, Kohnstamm,de opdracht uit te
zoeken of spreiding van verkiezingen de nationale dominantie zou
verminderen en het zelfstandige belang van lokale verkiezingen zou
vergroten.
Een idee dat recentelijk ook werd bepleit door de fractieleider van het
CDA, Jaap de Hoop Scheffer. Tot hun verrassing ontdekten de onderzoekers
dat losse verkiezingen, zoals bijvoorbeeld die voor herindeling van
gemeenten niet meer, maar juist minder kiezers naar de stembus brengt.
Depla: ,,Het scheelt kennelijk toch als gemeenten niet mee kunnen liften
met de landelijke trend.'' THUISBLIJVERS
`Lage opkomst is zo weer vergeten'
Bundeling van lokale en nationale verkiezingen roept ook bezwaren op.
Politicoloog Van der Eijk signaleert dat bij de val van een kabinet het
ritme van gebundelde verkiezingen wordt doorbroken. In Zweden wordt dit
opgelost door na de tussentijdse verkiezingen op de reguliere
verkiezingsdatum weer gebundelde verkiezingen te houden.
PvdA-Kamerlid Rehwinkel krijgt in eigen partij steun voor de bundeling
van lokale en regionale verkiezingen. ,,Prima plan, eindelijk een zinvol
voorstel voor staatkundige vernieuwing'', lieten regionale bestuurders
hem nog de afgelopen dagen weten. Gisteren sprak ook premier Kok zich
uit voor een bundeling van de lokale en regionale verkiezingen. Hij zou
daar voor zijn als vandaag blijkt dat de dubbele verkiezingen in een
deel van Brabant waar door herindelingen ook raadsverkiezingen worden
gehouden tot een hogere opkomst leidt.
Af en toe duikt in de discussie herinvoering van de opkomstplicht als
uiterste remedie op. Fractieleider Jan Marijnissen van de SP pleitte er
gisteren voor. Kiezers op straffe van een boete verplichten tot een gang
naar de stembus, zoals tot 1970 het geval was. ,,Volstrekt ijdele
praat'', oordeelt politicoloog Van der Eijk. ,,Ik denk niet dat de
huidige generatie kiezers zich zal laten dwingen. En wat doen we dan als
ze niet gaan stemmen: sturen we de politie op ze af?''
Hoeveel kiezers komen er vandaag op? Onderzoekers als Maurice de Hond
rekenen op een opkomst die niet veel lager zal zijn dan die van 1994,
rond de 50 procent. Politici hopen vooral dat de daling niet verder
doorzet. En Statenleden menen dat de legitimiteit van het provinciaal
bestuur in het geding komt als nog minder kiezers naar de stembus gaan.
Een op de twee statenleden ziet bij een opkomst van minder dan 40
procent de wettigheid van het provinciaal bestuur wegvallen, zo bleek
vorige week uit een onderzoek van Leidse bestuurskundigen onder
statenleden in alle twaalf provincies.
Politicoloog Van der Eijk vindt de opvatting van de statenleden ,,loos
gebabbel''. ,,Wat moet ik me daarbij voorstellen: nemen die statenleden
straks hun zetel niet in? Nee, de legitimiteit van de provincie zou pas
echt worden aangetast als burgers en bedrijven besluiten van de
provincie niet meer zouden naleven.'' Hij ziet veel opportunisme in de
politieke bezorgdheid over een lage opkomst. ,,Natuurlijk is er oprechte
bezorgdheid, maar er worden ook veel krokodillentranen geplengd. Een
week na de verkiezingen is de opkomst van ieders verdwenen.''
|