G O U D E N K E T T I N G E N
Manhattan, Coney Island High, een alternatieve nachtclub in de trendy
East Village. Donderdagavond: 'Konkrete Jungle'. Michael, een jonge
Zweed, draait. Een grote, brede homey met gouden kettingen staat te
rappen. T.C. Islam, de zoon van Afrika Bambataa, de oervader van de
hiphop.
|
|||||||||||||||||||
|
De bezoekers staan in een cirkel. Kleine jongens in trainingspakken joelen terwijl ze om de beurt acrobatisch het middelpunt kiezen: headspins, handstand, pirouettes op de hurken. Breakdancing. ,,De hiphop heads beginnen het te begrijpen,'' zegt T.C. ,,Drum 'n' bass en hip hop komen uit dezelfde bron. Het zijn dezelfde bouwstenen, alleen in een andere mix.'' Hip hop en drum 'n' bass zijn beide variaties op de Jamaicaanse traditie van ragga, dub en toasting. Op Jamaica circuleren al decennia-lang dubs, ritme-tracks van bestaande platen, zonder vocalen. Op ragga-feestjes, de straatcultuur waar reggae een uitvloeisel van is, draaien dj's niet alleen gewone platen, maar ook dubs, waar overheen zij zelf, of speciale mc's (masters of ceremony) ter plekke praten of zingen: toasting. In New York ontstond op feestjes op straat en in het park eind jaren zeventig op die manier hiphop, met pioniers als Grand Master Flash. In jungle werd niet de loom voortkabbelende groove gesampeld, maar de breaks: heftige tempowisselingen. Drum 'n' bass tot slot kleedde het geluid weer uit - verzwaarde de bassen tot gruizige, oneindig lage scheepstoeters en verlichtte de drums tot het karakteristieke frisgewassen, hartklop-vormige snaregeluid: doom-tsjakka, doom-tsjakka. Voor T.C. spreekt het voor zich dat er opnieuw een kruisbestuiving moet komen. Maar hij geeft toe dat hij nog een uitzondering is. De mainstream hiphop-wereld heeft weinig boodschap aan opgefokte, onbegrijpelijke muziek van bleke Engelse faggots, zegt T.C. ,,En waarom zou je een dj in de spotlights zetten als je zelf als rapper al een ster bent?'' ,,Vergeet het maar,'' zegt een medewerker van een grote platenmaatschappij. ,,Drum 'n' bass maakt hier geen schijn van kans.''
Electronica, de Amerikaanse verzamelnaam voor Europese dansmuziek van
house via de blanke big beat van de Chemical Brothers tot jungle, is een
actueel, en controversieel onderwerp in de traditioneel op pop en rock
ingestelde popwereld. Al heeft house een korte, hevige bloeitijd gehad
in de jaren tachtig en begin jaren negentig in steden als New York,
Chicago, Detroit en San Francisco, de overweldigende cultuurverschuiving
van pop- naar dansmuziek, van concert naar rave zoals in Europa, heeft
zich hier niet voorgedaan. Het pop-establishment, dat wil zeggen de
grote bladen als Rolling Stone, Spin en Ray Gun, weet zich met de nieuwe
muziek nog altijd niet zo goed raad. Dat geldt voor de industrie nog
veel sterker. ,,Niemand weet wie je een contract moet aanbieden,'' zegt
de medewerker van de platenmaatschappij. ,,De ontwikkelingen gaan te
hard en de artiesten zijn vaak moeilijk te achterhalen. De scene is
volkomen chaotisch.''
Officieel bestaat drum 'n' bass in de Verenigde Staten dan ook
nauwelijks. En als het aan de industrie ligt, blijft dat voorlopig zo.
Die ziet niets in een crossover met hiphop. Het zwarte publiek wordt
bediend met hiphop, het blanke met rock. Nu de rockmarkt de afgelopen
jaren drastisch is ingestort, is dat de plek waar ze 'electronica'
zullen slijten. 'Alternatieve' blanke college kids, studenten, zijn de
doelgroep, toegankelijke, op de rock-gevoeligheid van de Amerikaanse
blanke tiener aansluitende acts als de in Amerika inmiddels succesvolle
Engelse Prodigy en Chemical Brothers het product. Acts met videoclips en
persmappen, die de promotie-dollars van de industrie, langs MTV en
Rolling Stone, die aan hen wel veel aandacht besteedden, snel
terugverdienen.
,,De industrie wil gezichten,'' zegt Carlos Soul Slinger van het New-
Yorkse Liquid Sky, leider van het enige Amerikaanse gespecialiseerde
drum 'n' bass label Jungle Sky. ,,En drum 'n' bass is vaak gezichtsloze
muziek.''
Liquid Sky heeft een ruime, zonnige winkel op Lafayette Avenue waar
hippe giechelende Japanse meisjes t-shirts bekijken, een paar deuren van
de X-Large kledingwinkel van de Beastie Boys midden in Manhattans
veryupte Soho. In de platenzaak in de kelder staan duizenden 12-inches.
Vooral Britse import. Er verschijnt nog maar erg weinig eigen productie,
en dat wat uitgebracht wordt is hilarisch slecht. De eerste Liquid Sky
verzamelaars staan vol bijna vertederend lompe computerloopjes, met als
hoogtepunt een tuba hoempa jungle deun van Soul Slinger zelf.
,,We moeten het duidelijk nog leren,'' verontschuldigt de jongen achter
de toonbank zich. ,,Je hoort nu bijna alleen nog maar rip-offs van
Engelse dj's als Optical en Ray Keith.''
|
||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
Bovenkant pagina | |||||||||||||||||||
NRC Webpagina's © 1 MEI 1998 NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) |