|
|
Referendum | Zelfstandigheid | Hoofdrolspelers | Geschiedenis
Nieuwe hoop voor oud ideaal na Soeharto
ROTTERDAM, 20 MEI. De president van de Onafhankelijke Republiek West-Papoea, Seth Rumkorem, woont in Wageningen. Hij is, zegt hij zelf, president in ballingschap, opperbevelhebber van het Papoea-bevrijdingsleger en voorzitter van de Organisasi Papua Merdeka, de beweging voor Vrij Papoea. Volgens organisaties voor mensenrechten worden Papoea's in Indonesië gemarteld door militairen, ze 'verdwijnen'. Vanaf het begin van de strijd om onafhankelijkheid, midden jaren zestig, zouden zo'n honderdduizend Papoea's zijn omgekomen. Maar wat deed Papoea-leider Rumkorem begin deze week? Hij schreef een brief aan de Indonesische president Soeharto en bood hem politiek asiel aan, in het westen van Papoea-Nieuw Guinea. Omdat Rumkorem christen is, zegt hij, en bereid tot ,,vergeving''. Maar vooral ook omdat er iets tegenover staat: Soeharto moet, voordat hij aftreedt en zich terugtrekt op Papoea-grondgebied, West-Papoea onafhankelijk verklaren. Rumkorem en de andere leiders van de Papoea's - er zijn er nog een paar die zich 'president' noemen - kunnen zich niet voorstellen dat Soeharto dit aanbod afwijst. Zij bereiden zich voor op de aanstaande onafhankelijkheid. Hun plannen houden ze geheim. Rumkorem wil niet meer kwijt dan: ,,In West-Papoea zelf hebben we achthonderd strijders. Deze kans moeten we grijpen. Wij hebben de sleutel in handen, Soeharto kan straks nergens anders nog terecht. Dit gaat lukken.'' De omwenteling in Indonesië is ,,onvermijdelijk'' geworden, zegt José Amorim Diaz, vluchteling uit Oost-Timor en stafmedewerker van de UNPO (Unrepresented Nations and Peoples Organization) in Den Haag. ,,Wij zijn heel gelukkig met wat er nu in Indonesië gebeurt. Dit zal goed voor ons uitpakken.'' In 1975 werd Oost-Timor door Indonesië geannexeerd. Ook over dit gebied melden mensenrechtenorganisaties gruwelijke feiten over het optreden van Indonesische militairen. Eind april organiseerden de Oost-Timorese comités in Europa een bijeenkomst in Lissabon. Ze voorzagen de opstand in Indonesië, de Indonesiërs waren ontevreden over hun president. De Oost-Timorezen vonden dat ze snel en eensgezind een grondwet moesten maken. José Amorim: ,,We wilden er klaar voor zijn. Onafhankelijkheid is alleen nog een kwestie van tijd.'' Amorim heeft vertrouwen in de Indonesische oppositieleider Amien Rais van de moslimorganisatie Mohammadiyah. Vorige week zei Rais dat in Oost-Timor een referendum moest worden gehouden: als de inwoners van dat gebied vrij wilden zijn, dan moesten ze vrij zijn. Ook Pieter Thenau, vice-president van de Molukse regering-in-ballingschap - van de RMS, de Republik Maluku Selatan - gaat ervan uit dat de Indonesische regering ná Soeharto de Molukkers zelfstandigheid gunt. ,,De oppositie erkent onze claim op zelfbeschikking.'' Wat er nu gebeurt, was volgens Thenau al eerder door de Molukse minister-in-ballingschap Lokollo voorspeld: ,,Die zei: op de puinhopen van Jakarta zal de RMS herrijzen. Dit is de meest concrete situatie in 45 jaar die we kunnen gebruiken om ons ideaal te verwezenlijken: een onafhankelijke staat.'' De RMS-leiding moet nog wel een intern probleem oplossen, zegt Erms Suripatty, redacteur van het maandblad Marinjo voor de Molukse gemeenschap. In Nederland wonen ruim 40.000 Molukkers, Marinjo heeft een oplage van 10.000. ,,Er is een gezagscrisis in de RMS. Jongeren komen in opstand, net als de studenten tegen Soeharto. De derde generatie Molukkers in Nederland verzet zich, mede geïnspireerd door de gebeurtenissen in Indonesië, tegen de niet-democratisch gekozen autoriteit van de RMS. De leiding is nooit succesvol geweest in het vestigen van onafhankelijk Zuid Molukken op de Indonesische archipel. Over de inhoud van het RMS-beleid wordt nooit iets gezegd. Daarom weet ook niemand wat het voorstelt.'' Ook de plannen die er nu zijn, blijven geheim. Vertegenwoordigers van tien RMS-organisaties vergaderden afgelopen weekend in Krimpen aan de IJssel. Volgens vice-president Thenau om ,,intensievere samenwerking'' tot stand te brengen en een ,,gezamenlijke strategie'' te bedenken. De Molukse gemeenschap heeft contact met andere groepen die onafhankelijkheid willen, zegt Thenau: uit Atjeh, Oost-Timor en West-Papoea. En het afgelopen weekend werd de RMS-leiding benaderd door revolutionairen uit Sulawesi. Thenau: ,,We willen de gelederen sluiten en een front vormen, ook met de democratische oppositie in Indonesië zelf. We werken nu dus ook samen met de Javaanse boer, om het zo maar eens te zeggen.'' José Amorim Diaz, vertegenwoordiger van de Oost-Timorese verzetsbeweging in Nederland, ontkent de samenwerking. Hij zucht. ,,Helaas is er niets gemeenschappelijks tussen ons en de andere groepen. Ik weet ook niets van hun stratiegie. Het zou goed zijn als we elkaar steunen.'' Veel verder moeten de groepen ook eigenlijk niet gaan, vindt Amorim. Voor de Oost-Timorezen zou samenwerking onverstandig zijn. Oost-Timor heeft volgens hem de eerste rechten op onafhankelijkheid. ,,Oost-Timor hoorde nooit bij Indonesië, de andere delen die nu onafhankelijk willen zijn wél. Als we nu met die andere groepen optrekken, zal de Indonesische regering dat tegen ons gebruiken en zeggen: de Oost-Timorezen verspreiden separatisme in Indonesië.'' Ook de Papoea's - in Nederland wonen er ongeveer duizend - weten niets van samenwerking met andere groepen die onafhankelijk willen worden van Indonesië. Seth Rumkorem van de beweging voor Vrij Papoea is er niet tegen, zegt hij. Maar hij vermoedt dat de Papoea's toch echt als eersten in aanmerking komen voor zelfstandigheid. Niemand heeft nog zo'n goede zet gedaan als de Papoea's: Soeharto asiel aanbieden. En mochten ze nu wél op dat idee komen: ,,Soeharto is niet gek. Hij weet dat hij nergens anders veilig is.''
|
NRC Webpagina's 20 mei 1995
|
Bovenkant pagina |
|