|
|
Referendum | Zelfstandigheid | Hoofdrolspelers | Geschiedenis Referendum Oost-Timor kan averechts werken
Door onze correspondent FRANK VERMEULEN
Het moet een historische dag worden voor de bevolking van de omstreden Indonesische provincie Oost-Timor. Na 23 jaar geleden te zijn geannexeerd door de Republiek Indonesië mogen ongeveer 450 duizend inwoners van deze voormalige Portugese kolonie zich komende maandag per referendum in een daad van zelfbeschikking uitspreken over de toekomst van hun land. Oost-Timor werd in 1976 door Indonesië geannexeerd, nadat het gebiedsdeel door de Portugezen was verlaten en een bloedige burgeroorlog was uitgevochten tussen de verschillende groeperingen in de voormalige kolonie. In de jaren volgend op de inlijving bij Indonesië vonden volgens mensenrechtenorganisaties 200.000 Timorezen de dood door geweld van het Indonesische leger, ondervoeding en ziekten. De linkse Fretilin guerrilla-organisatie, later omgedoopt tot Falintil, bleef actief in het moeilijk doordringbare bergland van Oost-Timor. Gedurende 23 jaar Indonesische overheersing kreeg de bevolking van het gebiedsdeel te maken met structurele mensenrechtenschendingen als verkrachtingen, verdwijningen en executies, zonder dat dit veel aandacht trok. Maar sinds het Indonesische leger in 1991 voor het oog van de internationale pers het vuur opende op ongewapende demonstranten kwam de 'kwestie Oost-Timor' hoog op de internationale agenda te staan en werd druk op het regiem van oud-president Soeharto van Indonesië opgevoerd. Jakarta stelde daar tegenover dat Indonesië de volksgezondheid en het onderwijs op het eiland op een hoger peil heeft gebracht en heeft gezorgd voor een infrastructuur. Al snel na het aftreden van Soeharto, vorig jaar mei, zei diens opvolger president Habibie dat hij een eind wilde maken aan het slechte imago van Indonesië op het terrein van mensenrechten. En in januari dit jaar maakte hij onverwacht bekend dat hij het volk van Oost-Timor via een peiling de gelegenheid wilde geven te kiezen voor een autonome status binnen de republiek. Mochten de Timorezen dat aanbod afslaan dan zou het gebiedsdeel per 1 januari van het jaar 2000 onafhankelijk worden. De uitspraak van de president leidde op 5 mei in New York tot een overeenkomst tussen Portugal en Indonesië om onder auspiciën van de VN in augustus dit jaar een volksraadpleging te houden in Oost-Timor. Jakarta heeft sindsdien echter een tweesporenbeleid gevolgd. In de internationale diplomatie houdt de Indonesische regering vast aan de afspraak om een referendum te houden. In Oost-Timor zelf organiseerden echter delen van het Indonesische leger zogeheten milities die door middel van uitgebreide terreurcampagnes willen verhinderen dat de bevolking zich uitspreekt voor autonomie. Deze week doopte José Alexandre Xanana Gusmão, de nog altijd gevangen leider van de onafhankelijkheidsbeweging CNRT, Oost-Timor alvast om tot 'Timor Lorosae'. Gusmao verwacht ondanks de terreur van de milities een overweldigende overwinning voor zijn beweging. Maar militie-leiders voorspellen een bloedbad. Dat dit geen loos dreigement is, bewijzen de tientallen doden die inmiddels gevallen zijn door de terreur van deze bendes. Gisteren nog werden volgens de Indonesische politie zes mensen doodgeschoten in de provinciehoofdstad Dili, anderen liepen steekwonden op. Journalisten werden aangevallen en achternagezeten. Een fotograaf van het persbureau Reuters kreeg een kogel door zijn been geschoten. Van verschillende kanten is bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aangedrongen op het zenden van een gewapende VN-vredesmacht die de veiligheid van de burgers van Oost-Timor en een eerlijk verloop van het referendum moet garanderen. Afgelopen dinsdag deed dat de Nobelprijswinnaar bisschop Belo, vandaag riep ook Gusmão op tot het zenden van een vredesmacht, terwijl hij tegelijkertijd zijn eigen Falintil-troepen opriep om geen tegenaanvallen te ondernemen. Van een vredesmacht voor Oost-Timor zal voorlopig echter geen sprake zijn. De Veiligheidsraad stelt zich op het standpunt dat Indonesië krachtens het akkoord van New York van 5 mei verantwoordelijk is voor de handhaving van de rust en orde. Wel blijkt uit Australische kranten dat deze oosterbuur van Indonesië een interventiemacht gereed houdt om Australiërs te evacueren uit Oost-Timor wanneer hun leven in gevaar komt. Gusmão heeft de Indonesische opperbevelhebber en minister van Defensie generaal Wiranto er regelmatig van beschuldigd achter het geweld te zitten. ,,Wij spreken over vrede, zij over oorlog. Wij nodigen uit om te komen tot verzoening, zij antwoorden met geweld.'' Het referendum van aanstaande maandag kan een historische eerste stap zijn op weg naar een onafhankelijk Timor, zoals Gusmão droomt. Maar veel hangt nog steeds af van de opstelling van militairen en politici in Jakarta. In weerwil van de beloften van president Habibie zijn er aanwijzingen dat zij nog lang geen afscheid genomen hebben van de '27ste provincie'. Oost-Timor vertegenwoordigt volgens critici voor bepaalde legeronderdelen een aanzienlijk economisch belang. Bovendien zijn Jakartaanse politici bevreesd voor een domino-effect: behalve in Oost-Timor klinken ook separatistische geluiden in de Noord-Sumatraanse provincie Atjeh en, in mindere mate, in Irian Jaya in het uiterste oosten van de archipel. Niet alleen politici van de regeringspartij Golkar vrezen het domino-effect. Ook Megawati Soekarnoputri, de leider van de Strijdende Democratische Partij van Indonesië (PDI-P), heeft onlangs nog tijdens een bezoek aan Oost-Timor het belang van de eenheid van de republiek benadrukt. De PDI-P kwam als overwinnaar uit de parlementsverkiezingen en Megawati wordt beschouwd als de belangrijkste kanshebber voor de presidentsverkiezingen in november dit jaar. Via reclamespotjes op televisie, die deels in het Tetum, de lokale taal van de provincie, zijn gesteld, doet Megawati op dit moment dagelijks een oproep aan de Timorezen om deel uit te blijven maken van ,,de grote Indonesische familie.''
|
NRC Webpagina's 27 augustus 1999
|
Bovenkant pagina |
|