|
|
Referendum | Zelfstandigheid | Hoofdrolspelers | Geschiedenis Dertien jaar voor "brein' achter betoging; Zware eis Timor-proces Door onze correspondent DIRK VLASBLOM JAKARTA, 27 APRIL. De openbare aanklager in Jakarta heeft zaterdag dertien jaar gevangenisstraf geëist tegen Joao Freitas Da Camara, die een week na de schietpartij in Oost-Timor, op 12 november vorig jaar , een protestdemonstratie van Oosttimorese studenten leidde in de Indonesische hoofdstad.
De 37-jarige Freitas Da Camara, volgens de officier van justitie
"het brein" achter de protestactie, wordt beschuldigd van
"staatsondermijnende activiteiten", waarop in Indonesië maximaal
de doodstraf staat. Hij zou ook oprichter zijn van een ondergrondse
studentenorganisatie die zich verzet tegen wat de "integratie van
Oost-Timor" heet. Aan de vreedzame betoging op 19 november namen enkele tientallen
Oost-Timorezen deel. Ze protesteerden tegen de inlijving van hun
provincie bij Indonesië en tegen de schietpartij een week daarvoor,
die volgens een officiële onderzoekscommissie aan "ten minste
vijftig" mensen het leven kostte.
De kwestie Oost-Timor kwam vorige week ook aan de orde tijdens het
bezoek van de Australische premier Paul Keating aan Indonesië.
Jakarta is zeer te spreken over deze visite en in dat prettige klimaat
kon de premier een lezing houden voor het Forum Buitenlandse Politiek.
Keating rechtvaardigde bij die gelegenheid de "disproportionele
aandacht" in Australië voor de voormalige Portugese kolonie op
grond van "de bewogen geschiedenis van het gebied, dat zo dicht bij ons
ligt". Australische commando's bonden destijds in Oost-Timor de strijd aan met
de Japanse invaller en kregen voedsel en onderdak van de plaatselijke
bevolking. Keating noemde de reacties van Jakarta op het bloedbad vorig
jaar - een officieel onderzoek en disciplinaire maatregelen tegen
verantwoordelijke officieren - "geloofwaardig".
Een tweetal bezoekende Amerikaanse senatoren, de Democraten Claiborne
Pell en David Boren, besprak vorige week met president Soeharto de
toestand in de voormalige Portugese kolonie. "De manier waarop de
president het incident heeft afgehandeld, verdient respect", aldus de
senatoren. Ze noemden de betrekkingen tussen Jakarta en Washington
"goed", al waren die "licht onder druk" komen te staan door het
bloedbad in Oost-Timor.
Na hun vertrek verklaarde de Amerikaanse ambassade
dat Claiborne Pell,die voorzitter is van de senaatscommissie voor buitenlandse
zaken, tegenover Soeharto de mogelijkheid had geopperd van een
"volksraadpleging in Oost-Timor onder supervisie van de VN". De
president zou aanvankelijk zelf het algemene beginsel van
"zelfbeschikking" hebben aangesneden. Pell poogde dat in de loop van
het gesprek te vertalen in een volksraadpleging in Oost-Timor, aldus een
woordvoerder van de ambassade.
Deze verklaring leidde zaterdag tot een ontkenning van de Indonesische
minister van buitenlandse zaken Ali Alatas: "Dat klopt niet", aldus de
bewindsman, "het thema Oost-Timor is slechts kort aan de orde
geweest". De senatoren hadden overigens toestemming gevraagd om de
provincie te bezoeken, maar dat verzoek werd als "thans niet
opportuun" van de hand gewezen.
|
NRC Webpagina's 27 april 1992
|
Bovenkant pagina |
|