U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Oost-Timor

Nieuws

VN-Interventie

Crisis

Achtergrond

Links

Referendum | Zelfstandigheid | Hoofdrolspelers |
Geschiedenis

Felle reacties op uitlatingen van generaal;

'Indonesië zet de klok twintig jaar terug'

Door onze correspondent DIRK VLASBLOM

JAKARTA, 18 OKT. De bewering van een Indonesische generaal, eerder deze week, dat drie vooraanstaande dissidenten 'communisten' zouden zijn, heeft felle reacties losgemaakt. Organisaties voor de rechten van de mens reppen van een 'politiek vonnis zonder bewijsvoering'. Een religieuze leider noemde de beschuldiging "een politieke truc" en een minister in Soeharto's kabinet zei dat dergelijke aantijgingen "de klok twintig jaar terug zetten". De drie dissidenten hebben de verdachtmaking als laster van de hand gewezen.


Luitenant-generaal Soeyono, chef-staf algemene zaken van de Indonesische strijdkrachten (ABRI), noemde de schrijver Pramoedja Ananta Toer, de vakbondsleider Muchtar Pakpahan en de kritische politicoloog George Aditjondro dinsdag 'communisten nieuwe stijl', die erop uit zouden zijn de regering omver te werpen. Marzuki Darusman, een lid van de Commissie voor de rechten van de mens (Komnasham), een semi-officieel college dat dit jaar kritische rapporten uitbracht over het legeroptreden in Oost-Timor en Irian Jaya, zei over Soeyono's uitspraak: "Dit is niet de juiste manier om de waakzaamheid voor gezagsondermijnende activiteiten te verhogen. Het noemen van namen in dit verband schendt de mensenrechten van betrokkenen." Darusman karakteriseerde de beschuldiging als een "politiek vonnis, dat een troebele en intimiderende sfeer schept".

Twee niet-gouvernementele organisaties, het Instituut voor Rechtshulp (LBH) en het Instituut voor verdediging van de mensenrechten (LPHAM) - het laatste wordt geleid door J.C. ('Poncke') Princen - noemden de beschuldiging van de generaal een "schending van het beginsel dat een verdachte onschuldig is totdat het tegendeel is bewezen". Zij achten dit 'onwettig'. Ook Abdurrahman Wahid, de vrijzinnige voorzitter van Nahdlatul Ulama, 's lands grootste moslimorganisatie, reageerde afwijzend: "Dit is een truc om de aandacht af te leiden van de vele problemen waarvoor de regering staat. In politieke crisis-situaties zoekt men nu eenmaal naar een gemeenschappelijke vijand". Zelfs een minister, de bewindsman van milieu Sarwono Kusumaatmadja, die als student meedeed aan anti-communistische demonstraties, toonde zich geërgerd. "Ik dacht dat we op de drempel stonden van de 21ste eeuw", zei Sarwono gisteren, "maar als ik dit lees, waan ik me terug in de jaren zeventig. Moeten we echt teruggrijpen naar de methoden van die tijd?" Dr. Muchtar Pakpahan, jurist en voorzitter van de door de regering niet erkende vakbond SBSI, noemde Soeyono's uitlatingen 'lasterlijk' en zei gerechtelijke stappen te overwegen tegen de generaal. Hij vroeg zich af "of Soeyono me nu laat doodschieten, want het afmaken van communisten geldt in dit land als een wettige daad".

De communistische partij van Indonesië (PKI) werd na een mislukte coup van linkse officieren in 1965 buiten de wet gesteld. Honderdduizenden leden en sympathisanten werden gedood, vele anderen werden jarenlang opgesloten en na hun vrijlating tot tweederangs burgers gedegradeerd. Ananta Toer, een schrijver van wereldfaam die in de jaren zestig een literaire rubriek verzorgde voor een PKI-gezinde krant en veertien jaar gevangen zat, reageerde lakoniek: "Ik ben gewend geraakt aan dit soort aantijgingen. Al sinds jaar en dag ben ik brievenbus voor beschuldigingen van de regering." Dr. George Aditjondro, die tijdelijk is verbonden aan een universiteit in het Australische Perth, zei 'diep bezorgd' te zijn over Soeyono's aantijging, die hij karakteriseerde als 'vendetta' en 'heksenjacht'.

Intussen krijgt Soeyono bijval uit andere geledingen van de strijdkrachten. De woordvoerder van ABRI, brigadier-generaal Suwarno Adiwijaya, zei gisteren dat de genoemde dissidenten er slechts drie zijn op een lijst van personen die ABRI beschouwt als activisten die erop uit zijn de regering te ondermijnen. Door hun namen te noemen "hoopt het leger de waakzaamheid van het publiek voor het latente communistische gevaar te verhogen", aldus Suwarno. De assistent sociaal-politieke aangelegenheden van ABRI, generaal-majoor Syarwan Hamid, zei dat de PKI "springlevend is en zich tegenwoordig manifesteert in andere vormen". Hij zei dat "dertien niet-gouvernementele organisaties onder het voorwendsel van verdediging van personen en van de democratie methoden gebruiken die sterk lijken op die van de PKI". Hij noemde geen namen.

NRC Webpagina's
18 oktober 1995

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad