Dat is de conclusie van een eerste politierapportage over de gebeurtenis, gisteravond gepresenteerd aan de Groningse gemeenteraad op een ingelaste vergadering van de raadscommissie voor veiligheid. Nog niet duidelijk is of het falen van de politie personele gevolgen krijgt.

Korpschef J. Veenstra schrijft in zijn rapport dat de afwezigheid van de politie een ,,volstrekt onacceptabele situatie'' was die ,,het vertrouwen dat burgers in de politie behoren te kunnen hebben ernstig heeft geschaad''. Uit de eerste rapportage blijkt dat in de nacht van 30 op 31 december van 22.00 uur tot 2.20 uur afgezien van een paar observanten in burger geen politie aanwezig was in de wijk, terwijl om 21.50 uur de eerste meldingen van bewoners waren binnengekomen. Een groep van naar schatting zestig jongeren plunderde drie huizen, waarvan het meubilair naar buiten werd gegooid en in brand gestoken. Korpschef J. Veenstra vernam pas de volgende ochtend via Teletekst van de rellen. Volgens zijn rapportage had hij veel eerder moeten worden ingelicht, had de politie niet geheel afwezig mogen zijn en werd de ME te laat gewaarschuwd.

De politiebonden hebben kritisch gereageerd op het rapport. Volgens de Algemeen Christelijke Politiebond (ACP) is vooral het niet adequaat ingrijpen van burgemeester Ouwerkerk van Groningen reden voor het volstrekt uit de hand lopen van de ongeregeldheden. De ACP meent dat Ouwerkerk de eindverantwoordelijkheid te snel en te gemakkelijk heeft afgeschoven op de politie. Volgens de bond heeft Ouwerkerk gefaald, omdat hij had moeten zorgen voor voldoende politiepersoneel. Ook de Nederlandse Politiebond (NPB) is ontevreden over de rapportage. Volgens NPB-voorzitter Van Duijn blijven veel vragen onbeantwoord en is het nog niet mogelijk te beoordelen wat er precies is gebeurd. De politie kondigde gisteren een uitgebreider onderzoek aan, dat klaar moet zijn voor 21 januari.

terug naar achtergronden.