Gouden medaille dankzij eerzucht en klasse
De hockeyploeg van bondscoach
Hendriks tartte in Sydney het noodlot, maar won uiteindelijk wel de
gouden medaille.
Door onze redacteur MARK HOOGSTAD
SYDNEY, 2 OKT. Mocht hij even van het succes genieten? Net olympisch
kampioen geworden of Maurits Hendriks kreeg een spervuur aan lastige
vragen voorgelegd. Hoe groot de inbreng bijvoorbeeld was geweest van de
bondscoach die sinds zijn aantreden, in februari van het vorig jaar,
nooit het volledige vertrouwen van zijn hockeyselectie had genoten. Hoe
zwaar de laatste stappen op weg naar de gouden medaille waren geweest?
Hendriks doorstond de vuurproef, zoals hij de afgelopen dagen toch al
overeind bleef in de storm die opstak na de 'bijna-uitschakeling',
dinsdag als gevolg van de verrassende nederlaag tegen Pakistan. Wie kon
hem bovendien wat maken? Hendriks gaat na zaterdag, na de benauwde
strafballenwinst op Zuid-Korea, de boeken in als de eerste hockeycoach
sinds 1956 (India) die erin slaagde om de belangrijkste titel te
prolongeren.
Eerzucht en individuele klasse hielden de hockeyers in Sydney op de
been, al leek de ploeg voortdurend het noodlot te willen tarten.
Dinsdag, na het verlies in de afsluitende groepswedstrijd tegen
Pakistan, leek uitschakeling een feit. Groot-Brittannië reikte de
hockeyers evenwel de hand, door tot ieders verrassing Duitsland met 2-1
te verslaan. De titelverdediger leefde weer en leek bevrijd van de druk,
toen het twee dagen later gastland Australië via strafballen de
toegang tot de finale ontzegde.
Zaterdag kwam de ploeg weer met de schrik vrij. Zuid-Korea toonde in de
eerste helft te veel ontzag voor de regerend kampioen. Pas na rust wierp
het elftal van bondscoach Kim Sang Ryul de schroom van zich af. Een
stormachtig slotoffensief, bij een 3-1 voorsprong voor Nederland,
resulteerde in vijf doldwaze slotminuten, waarin de Koreanen een
verlenging afdwongen. Die leverde niets op. In de daaropvolgende
strafballenserie moesten de Aziaten alsnog het hoofd buigen. Uitgerekend
sterspeler Seung Tae Song faalde vanaf zes meter veertig, de vijf
strafbalspecialisten van Nederland hielden het hoofd wel koel.
Dat laatste was een wonder, want rustig verliep de voorbereiding op de
finale allerminst, zoals aanvoerder Stephan Veen naderhand zei. "We
vormen een lastige groep die op een gegeven moment uit een aantal
BV'tjes bestond. Het kostte veel moeite om dat voor de finale weer recht
te breien." Dat lukte. Met dank aan het begeleidingsteam, manager
Maarten van Heeswijk in het bijzonder, die een dreigende opstand de kop
indrukte door een brug te slaan tussen de muitende spelersgroep
enerzijds en de technische staf (Hendriks en assistent Marc Delissen)
anderzijds. "Behoorlijk heavy", zo typeerde Hendriks de roerige
aanloop naar de finale.
Zelfs de grootste critici binnen de selectie (Ronald Jansen en Jacques
Brinkman) twijfelen niet aan Hendriks' kennis. Maar het is zijn bijna
neurotische aanpak, met meer oog voor speltechnische details dan voor
sociale omgangsvormen, die kwaad bloed zette.
In februari leek de lucht geklaard. Na een pijnlijk eerste jaar onder
Hendriks verlies Champions Trophy en EK vertelden de internationals
elkaar de waarheid. Hendriks op zijn beurt beweerde leergeld te hebben
betaald. Voortaan zou hij minder dogmatisch te werk gaan, beloofde hij.
Maar daarmee was de pijn niet verdwenen, bleek in Sydney. Bij de minste
of geringste tegenslag, laaide de onvrede weer op. Met Brinkman en
Jansen in de rol van boodschappers van het kwade nieuws. Na de nederlaag
tegen Pakistan deden de routiniers hun beklag over de lakse houding van
de jonge garde.
Die mededeling was aan de ene kant bedoeld om de ploeg aan te zetten tot
meer daadkracht, maar aan de andere kant een uiting van persoonlijke
frustraties. Brinkman (34) en Jansen (36) zijn nog niet vergeten hoe
Veen (30) vier jaar geleden door Hendriks' voorganger Roelant Oltmans
naar voren werd geschoven als opvolger van de vertrekkende aanvoerder
Delissen. Beiden voelden zich gepasseerd, door een speler met een minder
lange staat van dienst.
Dat mag zo zijn, maar uitgerekend aan Veen was het te danken dat
Brinkman en Jansen met een gouden medaille op het vliegtuig stapten.
Hoewel in Sydney niet in zijn allergrootste vorm bezorgde de balvirtuoos
niet alchzelf, maar ook de overige drie afzwaaiende internationals
(Brinkman, Jansen en Wouter van Pelt) een droomafscheid. In zijn laatste
interland nam Veen alle treffers voor zijn rekening. Bovendien benutte
hij de beslissende strafbal.
Zo redde hij het gezicht van de bondscoach die na alle successen van de
laatste jaren niet te benijden was toen hij anderhalf jaar geleden de
taken van Oltmans overnam. In januari loopt Hendriks' contract af. Hij
weigerde zaterdag te speculeren over zijn toekomst. Mocht hij even van
het succes genieten?