Dubbeldam en Voorn in tranen na
medaillewinst
Door JACOB MELISSEN
SYDNEY, 2 OKT. Jeroen Dubbeldam
kon zijn tranen niet bedwingen toen hij klaar stond om de hoogste trede
van het ereschavot in Horsley Park te betreden. Hij kon het nog niet
geloven dat het hem gelukt was om olympisch kampioen te worden.
De 12-jarige schimmel De Sjiem maakte in de drie rondes slechts
één foutje, waardoor een zinderende barrage nodig was. In
die barrage pakte Dubbeldam het goud en Albert Voorn zilver, met zijn
paard Lando. Voorn wilde zonder medaille geen afscheid nemen van de
hengst die hem in recordtijd naar de wereldtop heeft gebracht.
Beide mannen zochten op dat podium even steun bij elkaar, want de
emoties werden ze bijna te veel. Logisch, wanneer je zoals Dubbeldam
steeds naast de hoofdprijzen grijpt bij alle belangrijke wedstrijden.
Want steeds zijn anderen net even sneller, springen net even verder of
dat kleine beetje hoger. Als je het dan meemaakt dat jouw paard op die
eerste oktober in het Horsley Park de olympische leus helemaal in
praktijk brengt? Dan sta je versteld van je paard, van jezelf en van
het resultaat. Dan ben je zonder het te beseffen op 27-jarige leeftijd
olympisch kampioen. Dan maak je het mee dat ruiters waar je tegen
opkijkt als Beerbaum, Pessoa, Fuchs en Melliger met lege handen staan en
dat jij de gouden medaille om je nek gehangen krijgt.
Of dan is je naam Albert Voorn en heb je twintig jaar lang met de moed
der wanhoop gevochten om erkenning. Steeds werd je te licht bevonden
door kapitaalkrachtige lieden om het waard te zijn een toppaard van hen
te mogen rijden. Dan komt er een Deen met een hengst in de aanbieding
die door veel ruiters is geprobeerd, allen net als Voorn talentvol.
Voorn accepteerde de uitdaging en wist al voordat hij Lando op stal
kreeg dat het paard verkocht moest worden en dat hij er alleen maar op
mocht zitten om de verkoopprijs te laten stijgen. Voor Indoor Brabant,
maart dit jaar, lag de prijs van deze dekhengst beneden het half
miljoen gulden. Na een voortreffelijke prestatie in de
Wereldbekerwedstrijd op datzelfde concours oversteeg de prijs dat half
miljoen, maar een echte liefhebber die ermee instemde dat Voorn het
paard zou blijven berijden zou een potentiële koper zijn. Voorn
werd vervolgens in Hoofddorp dit jaar Nederlands kampioen en reed zich
daarmee de nationale equipe binnen. Er werd overeenstemming bereikt met
de eigenaar dat Voorn in ieder geval tot en met Sydney de ruiter van
Lando zou blijven. Vlak voordat de paarden naar Sydney vertrokken heeft
de Duitse paardentycoon Paul Schockemöhle de hengst aangeschaft
voor een miljoen gulden en was de beslissing genomen: na de Spelen
raakte Voorn zijn paard kwijt.
Nu is Lando een veelvoud waard want hij kan werkelijk alles springen en
is Otto Becker, zijn nieuwe berijder, de lachende derde. "In de eerste
manche had ik in de driesprong pech en kreeg een foutje. In de tweede
ronde had ik daar evenveel geluk en bleef toen foutloos", lachte Voorn.
Van de als laatste startende Braziliaan Rodrigo Pessoa werd verwacht dat
hij net zo nonchalant het goud ging incasseren als hij dat twee jaar
geleden deed op de wereldkampioenschappen in Rome. De hengst Baloubet
weigerde tot drie maal toe voor een hindernis en zette zich schrap in
het zand van de piste. Hevig gedesillusioneerd zocht de Braziliaan de
stal op. Tijdens deze tragedie vierde Nederland op het inspringterrein
al een klein feestje, want zowel Voorn als Dubbeldam waren hierdoor
zeker van een medaille. Alleen de kleur was nog onbekend. Zou die exoot
uit Saoedie Arabië, wiens enige wapenfeit bestond uit deelname aan
de Olympische Spelen van Atlanta en tweede worden in de grote prijs van
Amman, roet in het eten kunnen gooien? Kahled Al Eid ondernam een
moedige poging met de 13-jarige Khashm Al Aan, maar hij bleef niet
foutloos en was een fractie langzamer dan Voorn.
De beide Nederlandse ruiters waren zwaar onder de indruk van hun
prestaties en raakten behoorlijk geëmotioneerd. "Ik wilde zo graag
eens een Grote Prijs winnen op één of ander concours.
Steeds lukte het ons om in de barrage van start te mogen gaan, maar
altijd was er wel iemand anders sneller en nu hebben we dan toch maar
de Olympische Spelen gewonnen."
Voorn: "Ik heb dat paard in mijn stal gekregen om het in de kijker te
rijden. Dat is gelukt en hij is verkocht. Ik ben blij dat hij bij Otto
Becker terecht komt, die ik als een topruiter beschouw. Maar
één ding weet ik zeker. Ik kom terug, want dit voelt zo
vreselijk goed!"