Nog maar acht delegaties in Sydney
vrouwloos
De Olympische Spelen van de Dames
Honderd jaar geleden mochten er
voor het eerst vrouwen aan de Olympische Spelen meedoen. Van de 199
landen, die in Sydney deelnemen, zijn er nog acht zonder vrouwelijke
sporter.
Door onze redacteur HANS KLIPPUS
SYDNEY, 30 SEPT. De Olympische Spelen van Sydney kunnen gerust de Spelen
van de Vrouwen worden genoemd. Of nog mooier: de Spelen van de Dames.
Het zijn de vrouwen die op het olympische toneel het meeste opvallen. De
enorme populariteit van Cathy Freeman, de (mislukte) goudjacht van
Marion Jones en de schoonheid van polsstokhoogspringster Tatiana
Grigorieva. Daar kan in Sydney geen man tegenop.
En de vrouwen hebben ook nog eens niet alleen vertegenwoordigers van
koninklijk bloed achter de bestuurstafel, maar ook onder de deelnemers:
prinses Haya van Jordanië. Ze deed met haar paard Lucilla mee aan
de individuele wedstrijd springen.
Maar wat voor de olympische vrouwenbeweging nog veel meer telt dan
genoemde bekende namen, is het sterk afgenomen aantal landen dat geen
vrouwelijke sporter naar de Olympische Spelen heeft afgevaardigd. Nog
maar acht delegaties zijn vrouwloos. In Atlanta waren dat er vier jaar
geleden zeventien. "Ik hoop van harte we op een dag niet meer over
dergelijke getallen hoeven te spreken, omdat elk land dan vrouwen in
zijn olympische ploeg opneemt", zegt Anita DeFrantz. De Amerikaanse ex-
roeister werd in 1997 de eerste vrouwelijke vice-voorzitter van het IOC
en ze is voorzitter van de werkgroep 'Women and Sport' van het IOC.
Het is alweer honderd jaar geleden dat er voor het eerst vrouwen aan de
Olympische Spelen mochten meedoen. Dat was vier jaar na de eerste Spelen
in de moderne tijd, in 1896. In Parijs 1900 deden de vrouwen mee aan
twee onderdelen: golf en tennis. Er waren in totaal negentien
inschrijvingen. Daarna kwamen er steeds meer sporten voor vrouwen bij.
De atletes moesten tot 1928 wachten, maar toen mochten ze nog geen
afstanden van boven de 200 meter lopen, omdat het anders te vermoeiend
voor de vrouwen zou zijn.
In Sydney zijn nog maar drie van de 28 takken van sport alleen
toegankelijk voor mannen: boksen, honkbal en worstelen. Honkbal kan
worden weggestreept tegen softbal, waaraan weer alleen vrouwen mogen
meedoen. En IOC's vice-voorzitter DeFrantz zou er geen moeite mee hebben
als ook boksen en worstelen voor vrouwen toegankelijk zouden worden op
de Olympische Spelen. Inmiddels bestaat er een regel dat nieuwe sporten
alleen een kans maken om olympische status te krijgen als ze ook door
vrouwen worden beoefend.
Voor deze Spelen werden 23 nieuwe disciplines voor vrouwelijke sporters
aan het olympische programma toegevoegd. Aan moderne vijfkamp,
gewichtheffen, polsstokhoogspringen en kogelslingeren mochten in Sydney
voor het eerst in de geschiedenis vrouwen meedoen. Van de 11.084
deelnemers, die zijn ingeschreven, is 38,3 procent vrouw.
In Atlanta was dat nog maar 34 procent. Toch is er nog veel werk te doen
voor de werkgroep 'Women and Sport'. Dat sommige landen weinig of geen
sportvrouwen naar de Olympische Spelen sturen, heeft er vaak mee te
maken dat ze de kwaliteit niet hebben om op topniveau mee te doen. Het
IOC biedt in die gebieden financiële hulp aan sporters en hun
coaches, maar dat geeft geen garantie voor succes. Het is altijd weer
afwachten of betreffende vrouwen inderdaad talent bezitten en of ze het
vervolgens volhouden om hard te trainen.
Nog moeilijker ligt het met landen, waar om culturele en religieuze
redenen vrouwen niet mogen sporten of dat alleen in besloten,
vrouwelijke kring mogen doen. Maar ook daar probeert het IOC te helpen.
Het fundamentalistische Iran zond één vrouw naar Sydney.
Manijeh Kazemi deed mee aan het schieten en kon zodoende gesluierd haar
sport bedrijven. Haar verrichtingen konden thuis in Iran niet worden
gevolgd. Want de staatstelevisie zendt geen beelden van
vrouwenwedstrijden uit, omdat daarbij te veel blote lichaamsdelen te
zien kunnen zijn. Toen tijdens de opening van de Spelen Cathy Freeman in
haar glimmende tenue op punt stond de fakkel over te nemen, ging in Iran
het beeld op zwart. Ze zag er volgens de keurmeesters te gewaagd uit en
zo konden de kijkers pas weer iets zien op het moment dat het olympisch
vuur was aangestoken.
Een ander moslimland, Bahrein, schreef voor de eerste keer heel gewaagd
meteen zelfs twee vrouwen, of beter gezegd meisjes, in. Atlete Mariam Al
Hilli liep 13,98 seconden over de 100 meter en Fatema Gerashi zwom 51,15
seconden over 50 meter vrije slag. De twee kregen een vrouwelijke
chaperone mee naar Sydney, die ze geen moment uit het oog verliest. Om
mee te mogen doen, hadden de twee toestemming van hun familie, zeg maar
vader, nodig. Eén sportster werd teruggetrokken, omdat haar vader
het niet zag zitten zijn dochter voor het oog van de wereld te laten
optreden.
Gerashi, die wel mocht meedoen, is van 26 maart 1988 en daarmee de
jongste deelnemer in Sydney. Ze laat in het olympisch dorp weten zwemmen
leuk te vinden, maar eigenlijk is voetbal haar favoriete sport. Alleen
lukt het in Bahrein niet om een elftal, en het liefst nog twee
elftallen, met voetballende vrouwen bij elkaar te krijgen. Maar
desondanks zijn ze in Bahrein al verder in het accepteren van
vrouwensport dan in andere golfstaten. Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-
Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten behoren tot de landen,
die geen vrouwelijke sporters naar Sydney hebben meegenomen. Gelukkig
zijn dat gezien de cijfers steeds meer uitzonderingen.
Het is niet vreemd dat uitgerekend in Australië sprake is van de
'Spelen van de Dames'. De vrouwensport in dat land staat op een hoog
niveau. De grootste sportsterren zijn vrouw, zoals zwemster Dawn Fraser.
Van de Australische deelnemers aan de Olympische Spelen tot aan Sydney
was twintig procent vrouw, maar behaalden ze wel veertig procent van de
behaalde medailles. Dus is het niet zo gek dat de sportvrouwen uit de
hele wereld zich in Australië thuisvoelen.