Hockeyers naar finale door winst op
Australiërs
Door onze redacteur MARK HOOGSTAD
SYDNEY, 28 SEPT. Wakker geschud
door de benauwde ontsnapping, dinsdag door toedoen van Groot-
Brittannië, hebben de Nederlandse hockeyers hun ware gezicht laten
zien. In de halve finales van het olympisch hockeytoernooi dompelde de
ploeg van bondscoach Maurits Hendriks gastland Australië in rouw.
Nederland nam de noodzakelijk geworden strafballen beter dan
Australië. Na de reguliere speeltijd en de verlenging was de stand
nog 0-0. Tegen Zuid-Korea, dat eerder met 1-0, van Pakistan won, krijgt
Nederland overmorgen de kans om in navolging van India (Melbourne 1956)
de olympische titel te prolongeren.
Met enig angst en beven was uitgekeken naar de confrontatie met
Australië. Die ploeg kon op eigen bodem tot dusverre nog niet
imponeren, maar bleef wel ongeslagen in een groep met verraderlijke
tegenstanders als Zuid-Korea en India. Nederland stelde daar zeer
wisselvallige prestaties tegenover, met als dieptepunten de nederlaag
tegen Pakistan (2-0), het gelijkspel tegen Maleisië (0-0) en de
tweede helft tegen Duitsland (2-2).
Vraag was bovendien in hoeverre de selectie de mentale inzinking van
dinsdag (het verlies tegen Pakistan) had verwerkt. Doelman Ronald Jansen
en middenvelder Jacques Brinkman, lieten in hun nabeschouwing weliswaar
niet het achterste van hun tong zien. Maar tussen de regels door werd
duidelijk dat een aantal spelers weinig of geen vertrouwen meer hebben
in de aanpak van bondscoach Maurits Hendriks.
Aangevuurd door 15.000 toeschouwers wist geen van beide ploegen het duel
in het State Hockey Centre open te breken. Stijf van de zenuwen stonden
de spelers, die bovendien de pech hadden dat scheidsrechters Deo en Ruiz
te vaak het spel stillegden. Vergeefs zocht Nederland, de beter
combinerende ploeg van de twee, naar openingen in de Australische
defensie. De thuisploeg stelde daar weinig tegenover. Te weinig in elk
geval om Jansen te verontrusten.
Het duurde tot de 24ste minuut voordat de eerste kans zich voordeed.
Maar Remco van Wijk liet de bal op knullige wijze van zijn stick
springen. Dergelijke slordigheden ontsierden het spel van de titelhouder
wel meer, en verklaarde het gebrek aan stootkracht in de voorste linie.
Zo had Jaap Derk Buma dertien minuten na de onderbreking de
openingstreffer voor het intikken, maar de spits sloeg in het zijnet.
Pas diep in de tweede helft, toen Nederland het initiatief in handen
had, kwam de eerste strafcorner van de wedstrijd, na een overtreding van
Brinkman. De variant van de Australiërs mislukte. Daarna moest de
Australiër Livermore tijdelijk naar de kant, als gevolg van een
tweede gele kaart. Nederland speelde korte tijd met een man meer.
Hendriks greep tegen Australië terug op aloude zekerheden die hij
in feite al veel eerder had moeten inbouwen: Teun de Nooijer, tot
vandaag om onbegrijpelijke redenen opnieuw misbruikt als diepste spits,
op de positie van linksmidden. Zoals de bondscoach dinsdag in de tweede
helft met eigen ogen heeft kunnen zien, komt de 24-jarige balvirtuoos op
die plaats verreweg het beste tot zijn recht. Vanuit die positie kan De
Nooijer zijn snelheid immers kwijt, en is hij in staat om het elftal van
creatieve impulsen te voorzien.
Als centrumspits liep de Bloemendaal-speler het gehele toernooi in een
fuik van verdedigers. Van ellende liet hij zich in zijn honger naar de
bal steeds vaker terugzakken naar het middenveld, met als gevolg dat hij
zijn medespelers meestal hinderlijk voor de voeten liep. Marten
Eikelboom, tegen Pakistan nog verantwoordelijk voor het missen van twee
opgelegde kansen, kreeg vandaag een herkansing in de punt van de aanval.
Tegen Australië ging het niet beter.
Spelverdeler Jeroen Delmee moest een linie zakken, om Erik Jazet te
assisteren in het centrum van de defensie. Dat ging ten koste van
Diederik van Weel, een van de weinige spelers die tot dusverre zijn
gebruikelijke niveau hebben weten te halen. Om de puzzel compleet te
maken: linksmidden en 'stofzuiger' Brinkman schoof op naar de positie
van centrale middenvelder.
Met de wijzigingen viel Hendriks terug op het succesvolle spelsysteem
dat twee jaar geleden bij het WK in Utrecht, na het afhaken van Leo
Klein Gebbink, aan de basis stond van de eindoverwinning. Al had de
bondscoach het zichzelf een stuk makkelijker kunnen maken door Brinkman
naar de bank te verwijzen.
Vraag was of dat verstandig was. Brinkman is een waardevolle speler.
Maar in Sydney ontbreekt het de 34-jarige ijzervreter aan
wedstrijdritme, na een blessure (gebroken knieschijf) die hem drie
maanden aan de kant hield.
Vier jaar geleden in Atlanta sleepte de strafcorner de ploeg een aantal
keren over het beruchte dode punt. In Sydney daarentegen haperde het
wapen waarmee Nederland in het verleden zo vaak succesvol was, dankzij
erbarmelijk slecht aangeven van zowel Brinkman als zijn vervanger, Van
Weel.