Hockeysters 'als kleine kinderen
weggestuurd'
Door onze redacteur MARK HOOGSTAD
SYDNEY, 25 SEPT. Gezellig is het
in Sydney geen moment geweest in het kamp van de Nederlandse
hockeysters. Na vandaag zal dat niet anders zijn aan de eettafel in het
olympisch dorp. Met maar liefst 5-0 ging het zieltogende elftal van
bondscoach Tom van 't Hek over de knie bij het energieke
Australië, de ploeg met wie de hockeysters vooraf meenden de strijd
om de gouden medaille aan te kunnen gaan.
Die gedachte bleek vorige week al op drijfzand gebaseerd. China (1-2),
Zuid-Afrika (2-2) en Argentinië (1-3) maakten dankbaar gebruik van
de overmoedige houding. Titelverdediger Australië liet vandaag in
het uitverkochte State Hockey Centre (15.000 toeschouwers) geen spaan
heel van het laatste restje zelfvertrouwen, en plaatste zich moeiteloos
en als eerste voor de finale. Hekkensluiter Nederland heeft, na twee
nederlagen op rij in de medaillepoule, nog slechts een theoretische
kans op het bereiken van de troostfinale. Met het schaamrood op de kaken
slopen de hockeysters vorige week het olympisch dorp binnen, na weer
een beschamende prestatie. Terwijl elders op Olympic Park de ene na de
andere topprestatie werd geleverd door een lid van de Nederlandse
afvaardiging, volhardden de meiden van Van 't Hek in hun tenenkrommende
gestuntel. "We werden nog net niet met de nek aangekeken", verzuchtte
Van 't Hek, die in Sydney een steeds moedelozer indruk maakt. Gisteren,
na het ontluisterende optreden tegen het puntloze Argentinië (1-
3), speelde de bondscoach zijn laatste troefkaart uit. In een
emotioneel betoog veegde hij de vloer aan met zijn selectie, in een
poging zijn ploeg weer aan de praat te krijgen. "Meer dan de helft van
deze selectie hoort hier niet thuis", brieste hij. "Op mentaal vlak
leggen wij het af. Vandaag zijn we als kleine kinderen op een
grotemensenfeest weggespeeld."
Die doorzichtige poging tot reanimatie bleek verspilde energie, al mocht
zijn ploeg zich vandaag één helft de gelijke wanen van
Australië. Van 't Hek vervult dezer dagen de rol van kleuterleider
die te pas en te onpas zijn kroost tot de orde moet roepen. Eigen
verantwoordelijkheid is een van de sleutelwoorden in de filosofie van
de bondscoach. Maar met die weelde weten de hockeytoeristen geen raad.
Zelfs een psycholoog zou daar volgens Van 't Hek geen verandering in
kunnen brengen. "De intrinsieke motivatie van een sporter moet de
grootste drijfveer zijn. Als die ontbreekt, ben je gezien." Zo
ontgoocheld over de mentale tekortkomingen van zijn ploeg is Van 't Hek
dat hij het liefst meteen zijn ontslag zou indienen. "Het is dat wij
hier nog een keer moeten spelen en ik geen wegloper ben. Maar als ik
een doorlopend contract zou hebben gehad, was ik na dit toernooi
opgestapt. Zes jaar is kennelijk toch te lang."
"Harde en confronterende gesprekken" voerde Van 't Hek, nadat hij vorig
jaar, na het EK in Keulen, al signaleerde dat gemakzucht bezit dreigde
te nemen van zijn selectie. Maar de voormalige spits van Kampong stond
de voorbije maanden tegen een muur te praten. Daarom zocht hij zijn
toevlucht tot het doorvoeren van een aantal personele wijzigingen,
zoals het ontslaan van Carole Thate als aanvoerster ten gunste van
Dillianne van den Boogaard.
Het schokeffect was van korte duur: Nederland won begin juni nog het
toernooi om de Champions Trophy. Maar dat was wel met meer geluk dan
wijsheid, zoals iedereen toen reeds kon zien, en niet maatgevend omdat
de overige vijf ploegen hun krachten spaarden met het oog op de
naderende Olympische Spelen in Sydney. Natuurlijk besefte Van 't Hek
dat. Zijn woedende uitval aan het adres van de pers, op de slotdag van
het toernooi, was dan ook vooral een uiting van onmacht.
Vraag is of Van 't Hek geen drastischer maatregelen had moeten nemen.
Nee, zo vond hij zelf. "Ik heb niet de illusie dat we hier beter hadden
gepresteerd als ik acht andere speelsters had geselecteerd. In de
Nederlandse competitie lopen nu eenmaal geen betere speelsters rond."
Het moet gezegd: Van 't Hek heeft zijn nek durven uitsteken. Toch rest
de oud-international overmorgen, na het afsluitende duel tegen Spanje,
niets anders dan de bittere constatering dat zijn missie hopeloos
mislukt is. Daarmee sluit hij aan in een lange en trieste rij. Sinds
Gijs van Heumen, succescoach van de 'gouden generatie', ging de ene na
de andere vrouwencoach (Roelant Oltmans en Bert Wentink) ten onder in
een topsportvijandige sfeer die het Nederlandse vrouwenhockey zo eigen
is.
Lange tijd zag het er naar uit dat Van 't Hek zou breken met die
naargeestige traditie. Maar het brons van Atlanta, de twee Europese
titels, het zilver bij het WK in Utrecht en de winst van de Champions
Trophy het zijn stuk voor stuk herinneringen die de voorbije dagen
verschrompelden tot irrelevante wapenfeiten van een generatie die in
Sydney werd ontmaskerd als "een stelletje kleine kinderen", zoals Van
't Hek het verwoordde.
Voor zijn opvolger Marc Lammers, in Sydney bondscoach van het stugge
Spanje, had Van 't Hek een dringend advies in petto. "Misschien moet
voortaan meer op mentale weerbaarheid geselecteerd worden. In het
moderne hockey gaat het niet meer om of een speelster een balletje
lekker kan meenemen met de stick of een leuke schijnbeweging in huis
heeft." Als dank voor die wijze raad kan Lammers overmorgen al wat
terugdoen, wanneer Spanje de laatste tegenstander is van Nederland.
Een gelijkspel tegen Pakistan, morgen in het laatste groepsduel, is
voldoende voor de hockeymannen om de halve finales te bereiken.
Nederland speelde zaterdag met 2-2 gelijk tegen Duitsland. Pakistan
moet morgen winnen. Duitsland heeft tegen de reeds uitgeschakelde
Britten voldoende aan een gelijkspel. De groepswinnaar stuit in de
halve eindstrijd op de nummer twee van groep B: gastland
Australië, India of Zuid-Korea.