Nederlanders evenaren record: zes keer goud
Door onze sportredactie
ROTTERDAM, 21 SEPT. Zwemster
Inge de Bruijn heeft het totaal aantal gouden medailles voor de
Nederlandse ploeg op de Olympische Spelen vandaag op zes gebracht. Dat
is een evenaring van het record dat dateert uit 1928 van de Olympische
Spelen in Amsterdam. Ook in Berlijn (1936) werd dat record
geëvenaard door de Nederlandse ploeg. Wielrenster Leontien van
Moorsel won vandaag in Sydney een zilveren medaille bij de puntenkoers.
De Bruijn veroverde in het Sydney Aquatic Centre haar tweede olympische
titel. Zondag was ze de beste op de 100 meter vlinderslag. Zoals
verwacht was de wereldrecordhoudster (53,77) op de 100 vrij de
concurrentie de baas. De 27-jarige zwemster uit Barendrecht tikte in de
finale na 53,83 seconden aan. De Zweedse Therese Alshammar was een
halve seconde langzamer en eindigde als tweede. De Amerikaanse
zwemsters Dara Torres en Jenny Thompson legden de afstand in dezelfde
tijd af, 54,43, en wonnen beiden een bronzen medaille. Wilma van Rijn-
van Hofwegen werd met 55,58 achtste.
Bij de mannen stelde Marcel Wouda teleur met zijn vijfde plaats op de
200 meter wisselslag. Dat onderdeel geldt juist als de specialiteit van
de Nederlander. Na de derde plaats op dinsdag van de mannen-
estafetteploeg bij de 4 200 vrij is Wouda vooral dankzij de prestatie
op dat onderdeel van Pieter van den Hoogenband in het bezit van een
bronzen medaille.Van Moorsel werd maandag olympisch kampioene op de
drie kilometer achtervolging. Vandaag leed ze naar eigen zeggen
"onmenselijke pijn" tijdens de puntenkoers. Aan het begin van de
honderd rondjes op de olympische wielerbaan en halverwege nog eens
stond ze op het punt op te geven. "Ik stikte van de angst en voelde
overal pijn. Ik stierf duizend doden." Volgende week rijdt Van Moorsel
de tijdrit en de wegwedstrijd. Op beide onderdelen is ze kandidate voor
een medaille. De Franse atlete Marie-José Perec,
titelverdedigster op de 200 en 400 meter, is Australië ontvlucht.