Angst regeert bij hockeysters
Door onze redacteur MARK HOOGSTAD
SYDNEY, 19 SEPT. Het olympisch
toernooi is nog geen drie dagen onderweg of de Nederlandse hockeysters
maken zich al op voor de terugreis. Na het gelijkspel tegen Zuid-Afrika
(2-2), vandaag in de tweede speelronde in Homebush Bay, mag de Europees
kampioen slechts hopen op een wonder, met duels tegen Nieuw Zeeland
(morgen) en Duitsland (vrijdag) in het vooruitzicht.
Angst heeft de hockeysters in een ijzeren wurggreep, zo wist bondscoach
Tom van 't Hek vandaag. "We spelen te afwachtend", concludeerde de oud-
international, die zondag al met 2-1 verloor van het modale China. "Het
is niet zozeer het resultaat dat mij ontevreden stemt, maar vooral de
wijze waarop dat gebeurt. Het lijkt alsof we zo snel mogelijk de
Olympische Spelen willen verlaten."
Zover is het nog niet, al mogen Nieuw Zeeland en Duitsland aanzienlijk
hoger worden aangeslagen dan China en Zuid-Afrika, respectievelijk de
nummers elf en zeven van het laatste WK, twee jaar geleden in Utrecht.
Daar haalde Nederland de finale, waar het uiteindelijk nederig het hoofd
moest buigen voor Australië, sinds '93 heer en meester in het
vrouwenhockey.
In Sydney zouden de hockeysters, vier jaar geleden in Atlanta winnaar
van het brons, de regerend wereld- en olympisch kampioen van de troon
stoten, zoals drie maanden geleden bij de Champions Trophy. Dat zei Van
't Hek en hoopten de speelsters. Maar daarbij werd gemakshalve vergeten
dat nagenoeg alle ploegen, titelverdediger Australië in het
bijzonder, het toernooi in Amstelveen als een veredelde oefenstage
beschouwden in de aanloop naar de Olympische Spelen in Sydney.
Maar de gedachte aan olympisch goud, of beter: wensdroom, kan het
zieltogende gezelschap na de wanvertoningen tegen China en Zuid-Afrika
maar beter uit het hoofd zetten. Een plaats in de volgende ronde, de
zogeheten medaillepoule, zou een prestatie van wereldformaat zijn. Hoop
kunnen Van 't Hek en de zijnen wellicht putten uit de opmerkelijke
puntendeling van topfavoriet Australië, die vandaag in groep A op
1-1 bleef steken tegen Spanje.
Van de vijf landen uit groep B gaan de eerste drie met behoud van het
onderling resultaat door naar de volgende ronde. Na twee speelronden
bezet Nederland met Zuid-Afrika de laatste plaats. "We hebben alles nog
in eigen hand, maar er is geen weg terug meer. We zullen twee keer
moeten winnen", besefte Van 't Hek.
Diens analyse klonk opvallend realistisch. Veel keuze had Van 't Hek ook
niet, want zelfs de grootste hockeyleek kon vandaag zien hoe Nederland
in de eerste tien minuten van geluk mocht spreken dat het 0-0 bleef.
Toen de aanvalsgolven van Zuid-Afrika luwden, kregen de hockeysters "de
2-0 in de schoot geworpen", in de woorden van Van 't Hek. Doelpunten van
Ageeth Boomgaardt (strafbal) en Minke Smabers, na een fraaie actie van
spits Suzan van der Wielen, leken de rust ten goede te komen.
Het tegendeel gebeurde evenwel na rust, toen Zuid-Afrika, verrast door
de terugtrekkende bewegingen van Nederland, het initiatief hernam en
dankzij Pietie Coetzee (strafcorner) en Alison Dare (tip-in) langszij
kwam. Nederland bleef het antwoord schuldig en mocht volgens Van 't Hek
van geluk spreken dat de tegenstander genoegen nam met een puntendeling.
Van 't Hek moet zo langzamerhand gillend gek worden van de vormcrisis
die te pas en te onpas te kop opsteekt. Als verdoofd stond zijn ploeg
vandaag op het kunstgras van het State Hockey Centre, op een toernooi
waar zo lang naar is toegewerkt en uitgekeken. "Olympische Spelen roepen
normaal gesproken een speciaal gevoel op", wist Van 't Hek. "Helaas is
dat bij onze tegenstanders wel zichtbaar en bij ons niet."
Om de vrouwen nu reeds af te schrijven is verleidelijk, maar niet
verstandig. Zo vaak al is het elftal uit de dood opgestaan (Kaapstad '95
en Atlanta '96) dat die wetenschap onderhand de laatste strohalm is waar
Van 't Hek zich aan vast kan klampen. Al deed de berusting die
routiniers Carole Thate en Van der Wielen uitstraalden, ditmaal het
ergste vrezen.
Van 't Hek rest slechts de hoop dat de praatsessies, in het verleden al
vaker een beproefd recept bij de hockeysters, vruchten zullen afwerpen.
De kwaal die hij moet bestrijden is een aloude vijand: een gebrek aan
mentale hardheid. "We zijn fysiek wel fit, maar mentaal niet fris", wist
Van 't Hek.