Popov zwemt met een glimlach op het gezicht
In zijn tweede vaderland
Australië staat Alexander Popov (28) voor de ultieme uitdaging:
uitgroeien tot de eerste zwemmer die drie gouden medailles op rij wint
bij de Olympische Spelen. Hoewel? "Ik heb alles al bewezen."
Door onze redacteur MARK HOOGSTAD
SYDNEY, 16 SEPT. Zelfs Vladimir Poetin moest een pas op de plaats maken.
In een zoveelste verwoede poging de publieke opinie te bespelen, had de
Russische president vorige maand voor het oog van talloze camera's en
fotografen maar wat graag de hand willen schudden van 's lands
beroemdste zwemmer en lid van het Internationaal Olympisch Comité
(IOC). Maar wat zei deze toen de uitnodiging vanuit het Kremlin hem ter
ore kwam? "Sorry, geen tijd."
Als Poetin zonodig een praatje wilde maken met de viervoudig olympisch
kampioen, moest Ruslands sterke man, zo vlak voor de Olympische Spelen
in Sydney, maar op het vliegtuig naar Australië stappen. Zo luidde
de onomwonden boodschap van de even ondoorgrondelijke als fijnzinninge
grootmeester van de sprint. Maar goed, hij is ook niet zomaar iemand.
Hij is Alexander Sasja Popov, van 16 november 1971 te Sverdlovsk.
Wie hem ziet lopen en praten, is getroffen door zijn verschijning.
Alexander Popov straalt rust uit, en wat belangrijker is: hij straalt
klasse uit. Geen wonder dat vrouwen in katzwijm vallen voor de 28-
jarige zwemmer die niet voor niets ooit het evenbeeld werd genoemd van
de vermaarde balletdanser Rudolf Nurejev.
Wie hem door het water ziet gaan, zou kunnen vermoeden dat zwemmen geen
moeite kost. "Poetry in motion", zo verwoordde de Nederlandse
teammanager Ad Roskam de gracieuze stijl van Popov eerder deze week nog.
Dat was een rake typering: zijn techniek is inderdaad ongeëvenaard.
Geen zwemmer die zo weinig slagen nodig heeft om 50 meter te overbruggen
als de 'Tsaar van de sprint'.
Een plaats in de geschiedenisboeken heeft hij al lang en breed
verworven. Vier gouden medailles, keurig verdeeld over twee Olympische
Spelen, heeft Popov in zijn bezit. Wie kan hem dat nazeggen? In
Barcelona ('92) verbaasde hij vriend en vijand door zowel op de 50 als
op de 100 meter vrije slag de gedoodverfde favoriet, the All American
guy Matt Biondi, af te troeven. Vier jaar later herhaalde hij die
stunt. In het hol van de leeuw, Atlanta, beet local hero Gary
Hall junior zijn tanden stuk op het Russische fenomeen.
In zijn tweede vaderland Australië staat Popov, een ingezetene van
Canberra, voor de ultieme uitdaging: uitgroeien tot de eerste zwemmer
die drie gouden olympische medailles op rij wint. Daarmee zou hij
aanstaande woensdag, de dag van de finale van het koningsnummer, in de
voetsporen treden van de legendarische Dawn Fraser, de Australische die
in eigen land nog altijd op handen wordt gedragen.
Maar al slaagt hij niet in de opdracht, het is Popov om het even. Het
heilige moeten heeft hij afgezworen. "Het is voor mij niet belangrijk
een olympische medaille te winnen. Ik heb alles al gewonnen, ik heb
alles al bewezen. Andere zwemmers kunnen mijn succes alleen maar
evenaren, niet overtreffen. Neem Pieter van den Hoogenband. Hij is 22
jaar. Als hij in Sydney wint en hij wint in Athene, dan heeft hij twee
gouden medailles. Op zijn dertigste zal hij niet nog een medaille
winnen."
Nee, zijn leven is volmaakt. Gelukkig getrouwd, vader van een zoon, een
snelle sportwagen voor de deur. Wat wil een mens nog meer? "Het doet er
niet toe wie straks wint. Mijn leven wordt er niet slechter van. Mijn
leven wordt alleen maar beter, met of zonder medaille. Ik heb geen
oogkleppen op. Vroeger wel, maar mijn ongeluk heeft veel veranderd. Het
is alsof je van een Alfa overstapt in een Mercedes. Daarna ga je nooit
meer terug naar die Alfa. Jullie denken altijd dat winnen op de Spelen
alles is. Dat is het niet. Ik wil in Sydney deelnemen met een glimlach
op mijn gezicht."
Vier jaar geleden, vlak na de Spelen in Atlanta, kwam de ommekeer, toen
Popov in de straten van Moskou na een hoogoplopende ruzie werd
neergestoken door een meloenverkoper uit Azerbeidzjan. "In het
ziekenhuis kwam de grote schoonmaak. Ik realiseerde me plotseling wie
een vriend was en wie niet. Op het moment van de steekpartij was ik in
het gezelschap van de verkeerde mensen. Zij hebben mij in een
gevaarlijke situatie gebracht. Die mensen zijn uit mijn leven verdwenen,
terwijl de goeden zijn teruggekeerd."
Eén van hen is zijn trainer, vriend en leermeester Gennadi
Turedski, met wie Popov in 1993 neerstreek in Canberra aan het
Australian Institute of Sports. Turedski heeft een dubieuze
reputatie, een man die volgens sommigen niet zelden als een dolle stier
door het leven stapt en een passie voor de wodkafles koestert. Popov
kent die geluiden, maar: "Gennadi is een bijzonder mens. Het is moeilijk
uit te leggen wat hem zo bijzonder maakt. Het is zijn toewijding,
kennis, talent, opleiding, het is alles. Van hem leer ik ook dingen
buiten het zwembad. Het is een voortdurend proces."
Bijzonder is ook zijn vaderland Rusland en vraag hem dus niet waarom hij
nooit een Australisch paspoort heeft aangevraagd. "Ik ben en blijf een
Rus, dat zal niet veranderen. Ook al kom ik er niet zo vaak meer. Ik
houd van Australië, omdat het land mij een kans heeft gegeven. Maar
ik heb er verder niets of niemand."
Rusland zit in zijn hart, ook ligt hij voortdurend overhoop met de
voorzitter van de nationale zwembond. Stellig: "Ik zeg liever niets over
hem. Maar in het leven zijn er mensen die je niet wilt kennen en met wie
je niet wilt omgaan." En Australië? Australië mag Turedski -
tevens trainer van medaillekandidaten Matthew Dunn en Michael Klim - en
hem dankbaar zijn. "Australiërs waren altijd al snel, maar vooral
op de lange afstanden. Nu kunnen ze ook sprinten. Dat is niet het werk
van hun eigen coaches, maar van Gennadi. Die deelt zijn kennis met
anderen."
Nee, Alexander Popov is Australië niets verschuldigd. De vraag
alleen al, zo lijkt hij met zijn norse gezichtsuitdrukking duidelijk te
willen maken. Waar hij ook zo moe van wordt: het aanhoudende geleur om
quotes van Nederlandse verslaggevers die, veelal met een licht
ironische ondertoon, informeren naar zijn mening over Pieter van den
Hoogenband. Alsof hij, niet voor niets voorzien van de bijnaam
'Alexander de Grote', zich bekommert om het wel en wee van een jongen
uit het Brabantse Geldrop. Ook al is dat de zwemmer die hem vorig jaar
in Istanbul van de troon stootte op de 100 vrij. Zuchtend: "Pieter is
a nice guy, he really is. Maar ik denk zelden of nooit aan hem."