|
Oerol 2000
Vraaggesprek met Joop Mulder, directeur van het Oerol-festival
|
Asielzoekers bij hoog en laag tij
TERSCHELLING, 21 JUNI. Het witgeverfde hotel, voorzien van een vierkante toren, ligt als een burcht op de duinen aan het strand bij West aan Zee op Terschelling. Voluit heet het: 'Hotel Café Restaurant Paal 8'. Tot vorig jaar was in dit strak ontworpen gebouw uit de jaren vijftig een hotel gevestigd. Sinds kort is het een asielzoekerscentrum. Het parkeerterrein ziet er desolaat uit, kinderen voetballen er op het harde asfalt vol stenen en keien. De asielzoekers kunnen er echter maar kort verblijven. Het hotel gaat tegen de vlakte. Er komt een vijf verdiepingen tellend hotelcomplex. Langs de vloedlijn van de Noordzee staat vlakbij, op steenworp afstand, een intrigerende installatie opgesteld als onderdeel van het Oerol Festival. Beeldend kunstenaar en theatermaker Robbert van der Horst (1963) plaatste op het wijde strand stoelen, een tafel en bed, een televisie, potkachel, boekenkast en zelfs een box. In het zand ligt een zwanenhals als symbool voor het keukenblok. Het zijn voorwerpen afkomstig uit Hotel Paal 8. Van der Horst verfde alles helgroen. Zo op het eerste gezicht lijkt het een gezellige huiskamer, zonder dak en muren maar wel met een ver uitzicht. Uit een luidspreker komen flarden muziek en de verhalen van asielzoekers, mensen die hun huis en geboortegrond kwijt zijn. Het dramatische van de installatie schuilt in het getij dat de contouren van het eiland beheerst. Van der Horst bond de voorwerpen vast met touwen, waardoor de stoelen en het bed niet door de vloedstroom meegesleurd kunnen worden de zee in. De zee vernietigt echter wel tweemaal per etmaal de kamer, het interieur als een chaos achterlatend. Subtiel detail zijn de groene klompen die bij de entree staan en die, bij vloed, als kleine groene bootjes op de golven drijven terwijl de kast en de televisie onder het water zijn verdwenen. De zeespiegel kan tot een meter rijzen bij hoog tij. Het langzame verzinken van de huiskamer bij opkomend water en tijdens de ebstroom het geleidelijk aan te voorschijn komen van de met zand besmeurde spullen staat in onmiddellijke relatie tot het lot dat asielzoekers is beschoren: telkens weer moeten zij hun huis verlaten om elders opnieuw te beginnen. Er is geen rust of duur. Datzelfde geldt voor de installatie, die aan voortdurende veranderingen onderhevig is. Het thema van Oerol dit seizoen is 'Als het tij keert'. Robbert van der Horst is een kunstenaar die in zijn creaties denkt aan mensen, aan hun levensloop. Het helgroen van de voorwerpen staat voor het heimwee dat de asielzoekers hebben. Voor Van der Horst is groen de kleur van het verlangen. Een willekeurige voorbijganger of badgast zal in dat handjevol voorwerpen niet meteen het drama herkennen. Voor hem is een stoel een stoel. Dat is het knappe van de installatie. Onder een ogenschijnlijk eenvoudig samenstel van bed, tafel en stoel schuilt een diepere tragiek.
De vloedlijn. Terschelling. T/m 25/6. Inl. (0562) 448448; www.oerol.nl.
|
NRC Webpagina's 21 juni 2000
|
Bovenkant pagina |
|