|
Oerol 2000
Het Oerol-festival, het programma en de kaartverkoop
Vraaggesprek met Joop Mulder, directeur van het Oerol-festival
|
Overal liggen plots die damestasjes
Door KESTER FRERIKS
Terschelling, 17 juni. Verstilling en kaarslicht, het zijn niet de allereerste woorden waaraan
we denken bij het festival voor locatietheater Oerol. Een stuntman die
zich Hendrick-Jan noemt en zich ophoudt in het Koreabos, ja zoiets
klopt, of Het boerendrama in een schuur waar Heidi en Peter
dromen over een leven dat het vuil en de zorgen van een boerderij
ontstijgt, ook dit verwachten we. Het verlangen van de eeuwig bemodderde
boerenzoon Peter reikt verder dan Midsland: Frankrijk, daar moet hij
heen, weg van het Wad.
's Avonds, rond zonsondergang, verzamelen duizenden mensen zich bij voorstellingen als Peer Gynt, Le Point de vue van het Fran se gezelschap Zur, of bij Zep, de jongens van de theaterversie van Trainspotting. Namen als van andere planeten. Het oog transformeert zich tot vlindernet: het ziet iets mooi-dwarrelends, oplichtends, en vangt dat. Ik had die ervaring bij het gezelschap Warner & Consorten met Doing doing. Over het spiegelgladde duinmeer van Hee komen figuren aangefietst op toestellen die ontworpen konden zijn door Tingueley. Ze spelen droeve saxofoonmuziek. Een optocht van slag-, strijk- en blaasinstrumenten voert door het bos. Ergens is een geheimzinnige toverplek: vrouwen, getooid met damestasjes, zagen doodernstig het hoofd van een man uit de grond. Ineens verschijnen, hoog op het duin, drie witte gestalten met wapperende doeken. Beelden uit een film, lichtgevende nachtvlinders uit een andere wereld. De broosheid mag niet lang duren, vanaf beneden schiet een middeleeuwse katapult naar de figuren met, alweer, de befaamde damestasjes. De gestalten op het duin doven. Ik kijk om me heen: overal verspreid liggen opeens damestastjes. Er klinkt muziek uit, een lampje brandt erin, het lijkt de buit van tasjesdieven. Niemand vraagt naar de betekenis. Elke toeschouwer heeft associaties, met film vooral (Fellini, Bergman). Herinneringen, ze zijn overal. De toeschouwers nemen straks in hun hoofd een doosje mee, zoals de kinderen van het eiland dat maakten, met daarin opgeborgen enkele kostbare beelden.
|
NRC Webpagina's juni 1999
|
Bovenkant pagina |
|