|
Reacties van lezers
Het artikel van Paul Scheffer lokte bij de lezers van NRC Handelsblad verschillende reacties uit. Hieronder een overzicht van enkele van die reacties.
Foto: Fotopersbureau Dijkstra
Multicultureel Zijn ongenuanceerde benadering van de islam toont aan dat ook zijn aandacht stiekem verschuift van het beleid naar de allochtoon. Hij heeft natuurlijk gelijk dat de islamitische nieuwkomers niet delen in ons ethos dat op gezamenlijke herinneringen stoelt. De taak van de multiculturele samenleving bestaat daarin een nieuwe gedeelde biografie van positieve herinneringen mogelijk te maken. Zijn twijfel aan de mogelijkheden van de islam op dit punt berusten op een zeer selectieve lezing van Brugman. Wel wordt diens, overigens betwistbare, mening aangehaald over het conservatieve karakter van de moderniseringsbewegingen van de islam, maar niet zijn mening dat juist in het Westen de islam nieuwe, moderne mogelijkheden heeft.
Tevens vergeet Scheffer dat de kerken en de humanistische instellingen samenwerken met islamitische bewegingen.Het gaat niet aan in een dergelijke gevoelige kwestie alleen toevallig gehoorde meningen van een toevallige groep Amsterdamse moslims over hun burgemeester te vermelden.
Scheffer geeft enkele malen blijk van een beperkte, statische en monolithische kijk op culturen, waarbij een traditioneel deel model staat voor het geheel. Hij doet alsof alle migranten uit islamitische landen overtuigde traditionele moslims zijn en blijven, met een voor iedereen gelijkluidende visie. De islam is een abstractie. In werkelijkheid zijn er allerlei stromingen. Ook zijn er vele gradaties variërend van zeer militant en conservatief, tot veel milder, minder conservatief en progressief. Daarnaast is een groot deel van hen geen praktiserend moslim meer. Scheffer is te somber, ook waar het moslims betreft. Hij verwacht dat het wonder van de gepacificeerde verzuiling zich nu niet meer zal herhalen. Het lijkt me geen sterk argument in een mondialiserende wereld die alle culturen tegelijkertijd met hetzelfde sausje overgiet. Ook het verschil in taal is geen sterk argument. Alle kinderen leren hier op school Nederlands en krijgen een stevige dosis Nederlandse cultuur mee. Daar doet het feit dat hun niveau een of twee jaar achterloopt op dat van Nederlandse leerlingen niet veel aan af. Lagere toetsscores voor Nederlands staan integratie en wederzijds begrip niet in de weg. Wel vermindert het hun kansen. Zeker, het integratiebeleid behoeft versterking en het onderwijs moet worden verbeterd, in het bijzonder het onderwijs in de Nederlandse taal.
Wellicht het belangrijkste is dat sommige minderheidsgroepen op hun houding en gedragspatronen moeten worden aangesproken wanneer die patronen de integratie en de emancipatie in de weg staan. Paul Scheffer ziet één belangrijk punt over het hoofd. Het is waar dat in de westerse cultuur officieel een scheiding van kerk en staat geldt. Maar hoe ligt dat in de praktijk? Het lijkt erop dat deze samenleving zodanig is doordrenkt met christelijke en humanistische beginselen dat die scheiding eigenlijk een farce is. Kerken en actiegroepen, comités en intellectuelen menen dat het mogelijk is een staat te funderen op op zichzelf mooie principes als naastenliefde en zelfverloochening. Maar dat lukt vanzelfsprekend niet. Deze begrippen zijn daar ook niet voor bedoeld. Zij kunnen hoogstens in een zéér harde situatie enigszins verzachtend zijn. Maar van de harde wetgeving waarop een gezonde samenleving moet rusten, is weinig te merken. Tegenwoordig is de softheid zelfs meerdimensionaal: de fundamenten zijn zelf al verregaand gehumaniseerd en daar bovenop komen dan nog de pleidooien voor meer tolerantie, gedogen en begrip.
Zo loopt de situatie op alle grote probleemterreinen vast. Maar de moralisten zien dat niet in, en de machthebbers willen het niet inzien.
Het artikel van Paul Scheffer is mij uit het hart gegrepen. Want ook ik ben, vanwege het gebrek aan evenwicht in de verhouding tussen immigratie en integratie, bezorgd over de toekomst van de cultuur in Nederland. Dat daarin een polarisatie zal optreden die diepere en bredere kloven trekt dan de verzuiling ooit gedaan heeft.
En dat het draagvlak voor een reeks van essentiële normen en waarden, die nu tot de volstrekte vanzelfsprekendheden behoren, zal afnemen. Het is te hopen dat het artikel tot een groter bewustzijn van dit dringende probleem zal leiden, opdat men nog bijtijds een wending ten goede kan geven.
Mijn complimenten voor het moedige artikel van Paul Scheffer. Toch gaat hij voorbij aan de andere kant van het immigratie/integratie-probleem. De financiële kosten van opvang, huisvesting, andere faciliteiten en uitkeringen van alleen al Turken en Marokkanen in Nederland bedragen sinds 1974 70 miljard gulden. De opvang van ook andere allochtonen kost Nederland per jaar 13,7 miljard. Ik weet niet of de 1 miljard voor opvang in gevangenissen daarbij is inbegrepen. ( P. Lakeman, Binnen zonder klippen, p. 132-134). Deze enorme uitgaven zijn, alweer volgens Lakeman, voor de helft gefinancierd door te korten op uitkeringen voor de laagstbetaalden en op de ambtenarensalarissen. Over de gevolgen voor het onderwijs zwijg ik. Natuurlijk, echte vervolgden moeten worden opgenomen. Maar niet iedereen die bij de grens of op Schiphol `Help, asiel!' roept, is ook een echte vervolgde. Verwaarlozing of minachting van aandacht voor de gevolgen die de Nederlandse bevolking door de immigratie ondervindt, is funest. Zelfs de discussie daarover is taboe, namelijk wat te doen als de `integratie' mislukt en blijft mislukken, zoals Scheffer lijkt te verwachten? Met succes is menigeen tot nu toe de mond gesnoerd met volstrekt onterechte verwijzingen naar de jodenvervolging. Ook officieren van justitie zijn er als de kippen bij om op grond van vermeende `discriminatie' en `vreemdelingenhaat' in actie te komen.
Dit verdringen van discussie, gepaard aan gebrek aan aandacht voor de overlast die vele Nederlanders ondervinden, kan leiden tot het ontstaan van een zee van protest die we beter kunnen voorkomen. Wordt dan geen lering getrokken uit het lot van de multinationale en multiculturele samenlevingen in Oost-Europa? Het artikel van Scheffer laat inderdaad geen andere conclusie dan dat een parlementair onderzoek naar het immigratie- en integratiebeleid vereist is. Het is verbazingwekkend, misschien zelfs beangstigend dat daartoe nog geen aanstalten gemaakt zijn. Het parlement blijft navelstarend om de hete soep heendraaien, onderwijl hopend dat de problemen zich als vanzelf zullen oplossen. Escaleren de problemen niet door politici die zich, tegen beter weten in, verschuilen achter de `multiculturele samenleving'. Wat wordt hiermee bedoeld? Wat zijn dan de grenzen van dit `multicultureel' zijn? Ronald Lermer, Bergschenhoek Paul Scheffer beschrijft goed wat mis is in Nederland, hij draagt ook oplossingen aan, maar de oplossingen zijn alleen symptoombestrijdend en getuigen van een defaitisme, alsof het een natuurramp is. Wij moeten echter naar oplossingen zoeken, die het probleem voorkomen en de oorzaak aanpakken. Na de watersnoodramp in 1953, kwamen wij met een Deltaplan. Zo zou er ook voor de immigratieproblematiek een Deltaplan moeten komen. Dit zou kunnen door onmiddellijk en absoluut alle vormen van immigratie stop te zetten, niet alleen in Nederland, maar in heel West-Europa. De meeste landen hebben min of meer dezelfde problemen. Ook het actief verwijderen van de illegalen hoort daarbij. De huidige, overleefde, internationale verdragen op dit gebied moeten aangepast worden. Bovendien kunnen rechtvaardige en aantrekkelijke remigratieprogramma's opgesteld worden.
Daartegenover moeten meer ontwikkelingshulp en een grotere defensieinspanning staan om vluchtelingenstromen te voorkomen of aan de bron tegen te houden. Desnoods dienen zij met met internationale hulp in de regio's te worden ondergebracht. Dat vergemakkelijkt te zijner tijd de terugkeer. Het betoog van Paul Scheffer over het mislukken van de multiculturele samenleving lijkt te deugen. Maar het artikel deugt niet. In de eerste plaats wordt een beroep gedaan op de gevoelens van angst voor het vreemde en het verstoren van de eigenwaarde door de talloze vreemdelingen. In de tweede plaats wordt geen oplossing aangedragen, maar versterkt het de gemakzuchtige denkwijze door het problematiseren en marginaliseren van de etnische minderheidsgroepen in Nederland. Dit laatste noemt Scheffer terecht als verklaring voor de toenemende segregatie in de samenleving. Deze segregatie loopt echter niet alleen volgens etnische scheidslijnen. De mislukking van de integratie wordt niet veroorzaakt door het op provocerende wijze vasthouden aan eigenheid van minderheidsgroepen, maar door de arrogante miskenning van het naar zelfverwerkelijking strevend individu binnen een moeizaam emancipatie- en socialisatieproces. De veel beklaagde zogeheten zwarte scholen zijn het voorbeeld hoe binnen een setting van grote etnische diversiteit er een omgang kan zijn gebaseerd op respect, begrip en tolerantie. Dat komt omdat de jongeren op deze scholen in de eerste plaats de overeenkomsten in het menselijk streven zien en de verschillen zien als uitingen die aan het wezen van het mens zijn niets af doen. Jans Haandrikman, Den Haag
Naast de noodzakelijke actieve en passieve beheersing van de Nederlandse taal zou aan allochtone jongeren begrip moeten worden bijgebracht voor, zoals Paul Scheffer stelt, de grenzen van de culturele pluriformiteit in een open samenleving als de onze. Deze grenzen worden duidelijk getrokken in de internationale verdragen betreffende burgerrechten en politieke rechten en economische, sociale en culturele rechten van 1966, waarbij ook Nederland partij is en die mede de inhoud bepalen van onze openbare orde. De preambule van deze verdragen houdt onder meer in dat ook op de individuele mens de verantwoordelijkheid rust te streven naar de bevordering en de naleving van de in deze verdragen genoemde rechten, terwijl artikel 5 van beide verdragen bepaalt dat niemand op grond van enige bepaling uit de tekst van deze verdragen het recht heeft de rechten en vrijheden die hierbij zijn voorzien te vernietigen of te beperken.
Dit betekent dat de inhoud van deze verdragen in gelijke mate voor iedere inwoner van Nederland geldt, en dat beginselen als scheiding tussen politiek en religie, verbod van discriminatie en gelijke rechten voor man en vrouw geen vrijblijvende zaak zijn. Zowel in het artikel van Paul Scheffer als in de vele reacties daarop ontbreekt de expliciete constatering dat er op zijn minst twee noodzakelijke voorwaarden zijn voor het kunnen bestaan van een zogenaamde ‘multiculturele samenleving'.
De eerste is dat er sprake moet zijn van een natie-staat waarin een gezonde dosis patriottisme wordt gecultiveerd. De tweede dat binnen de zogeheten ‘multiculturele samenleving' één cultuur duidelijk dominant is, maar tegelijkertijd tolerant. Volkomen terecht benadrukt Paul Scheffer in zijn betoog over de multiculturele samenleving het belang van kennisneming van de Nederlandse geschiedenis, juist ook door ‘allochtone' leerlingen. Besef van de historische verworvenheden is onontbeerlijk voor een geslaagde integratie. Het is een voorwaarde voor een (op zijn minst gedeeltelijke) identificatie met die Nederlandse samenleving.
Jammer dat Peter van der Veer (5 februari) dit afdoet als een ,,pleidooi voor ouderwetse vaderlandse geschiedenis aan allochtone kinderen''. Alleen al uit de door Scheffer genoemde aandachtspunten (WO II, slavernij) blijkt dat hij dat niet bedoelt en zich ook wel kan verenigen met de door Van der Veer voorgestane internationale context, waarin de vaderlandse geschiedenis zou moeten worden ingebed.
Want die context is inderdaad nodig, mits de mijlpalen in de geschiedenis van de democratie zélf daarbij niet uit het oog worden verloren. Lees de reacties.
|
NRC Webpagina's 10 februari 2000
|
Bovenkant pagina |
|