U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Multiculturele Samenleving

Artikel Paul Scheffer

Reacties

Politieke discussie

Discussie

Links

Het politiek-culturele drama

Mark Kranenburg
,,De integratie van minderheden is zo'n moeilijk probleem dat het alleen met durf en creativiteit kan worden opgelost. Voor vrijblijvendheid noch taboes is daarbij ruimte. Er is een groot debat nodig waaraan alle politieke partijen deelnemen, over wat mag en wat kan, wat moet en wat anders dreigt.''

Dit schreef Frits Bolkestein in 1991 aan het slot van zijn befaamde Volkskrant-artikel waarmee hij in Nederland het minderhedendebat opende. Het is inmiddels negen jaar verder. Wederom verschijnt een spraakmakend artikel over het minderhedenbeleid. Dit keer in deze krant van de hand van publicist en voormalig PvdA-ideoloog Paul Scheffer. Aan het eind van zijn op 29 januari gepubliceerde bijdrage stelt hij: ,,De politieke bovenlaag die vroeger over een duidelijke beschavingsmissie beschikte, twijfelt aan zichzelf en verliest meer en meer zijn greep op de maatschappelijke werkelijkheid. Zo kan men de weigering begrijpen van kabinet en parlement voor iedereen zichtbare en vaak gesignaleerde problemen rondom etnische minderheden onder ogen te zien. Een parlementair onderzoek naar het immigratie- en integratiebeleid is nodig, want nu worden hele generaties onder het mom van tolerantie afgeschreven.''

Net als Bolkestein toen, heeft Scheffer in feite niet meer gedaan dan een aantal bekende zaken en feiten op een rij gezet en daarbij indringende vragen geformuleerd. En net als Bolkesteins stuk toen, heeft het artikel van Scheffer een lawine aan reacties losgemaakt.

Een duidelijk geval van wat Amerikanen `the big mo' plegen te noemen, het goede moment dus. Maar toch is dat vreemd. Het betekent dat de algemene erkenning om een fors beleid te voeren, dat negen jaar geleden toen Bolkestein zijn steen in de vijver wierp ontstond, langzaam maar zeker weer is weggeëbd. En dat terwijl de toen gesignaleerde problemen in getalsmatige zin alleen maar zijn toegenomen. De instroom van allochtonen is in versnelde mate voortgezet en hetzelfde geldt voor de segregatie: de zwarte scholen van negen jaar geleden zijn nog zwarter geworden.

Scheffer hanteerde in zijn artikel zware woorden. ,,De tolerantie kreunt onder de last van achterstallig onderhoud. Het multiculturele drama dat zich voltrekt is dan ook de grootste bedreiging voor de maatschappelijke vrede.'' Met die apocalyptische toonzetting stelde hij zich kwetsbaar op. En zo kon Roger van Boxtel, minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, dan ook in zijn afgelopen zaterdag in deze krant gepubliceerde reactie op het stuk van Scheffer zeggen dat de overheid een groot aantal van diens zorgen deelde, maar niet het gevoel van verslagenheid dat uit zijn bijdrage sprak. Er waren immers toch ook zoveel bemoedigende ontwikkelingen.

Bemoedigend? Een citaat dan maar uit een reportage in de Volkskrant van gisteren over de Rotterdamse Agnesschool: ,,`En nu gaan we grote voetballen tekenen', zegt juf Eugenie van Canoy tegen een groepje zesjarigen. `Waarmee doe je dat, tekenen?', vraagt juf. `Met je neus', roept Parveen.''

Natuurlijk, is dit maar één voorbeeld en het is zonder meer waar dat er tal van positieve ontwikkelingen te noemen zijn. Maar wat zou juf Van Canoy van die Rotterdamse klas nu vinden van een minister die zegt dat we niet te veel moeten somberen en dat de problemen opgelost kunnen worden. Zij kan zich met recht afvragen wat er dan is gebeurd tussen nu en negen jaar geleden toen de structurele taalachterstand ook al als een van de belangrijkste struikelblokken voor verdere integratie werd beschouwd. Er gebeurt veel, maar niet genoeg. Simpelweg omdat het gevoel van urgentie in de politiek ontbreekt.

Scheffer heeft het over het multiculturele drama. Maar daarnaast is er het politiek-culturele drama dat ertoe leidt dat het zo noodzakelijke aanhoudende debat over het minderhedenbeleid niet of op een bedroevend niveau wordt gevoerd.

In Nederland is in een hoog tempo een nieuwe onderklasse aan het ontstaan. Het taalachterstandsprobleem is immens, de werkloosheid onder allochtonen is viermaal zo hoog als onder autochtonen, niet-westers allochtone huishoudens hebben volgens een recente publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek bijna een kwart minder te besteden dan autochtone huishoudens.

Dit zijn de smeulende lonten, maar de politiek komt niet veel verder dan het zoveelste debat over aantallen asielzoekers. Terwijl de ogen zijn gericht op de grenzen is in eigen land buiten het gezichtsveld van de politici de etnisch bepaalde tweedeling aan het groeien.

Jarenlang is gewoonweg ontkend dat Nederland feitelijk een immigratieland is. Van dat woord zou wel eens een uitnodigende werking kunnen uitgaan, stelden niet de minste politici. Minister Van Boxtel komt de eer toe het taboe op dit woord eind 1998 in zijn minderhedennota te hebben opgeheven. Ook toen nog bestond het CDA Tweede-Kamerlid Maxim Verhagen dit als een `bizarre uitspraak' te kwalificeren.

Het gevolg van het stelselmatig ontkennen van de werkelijkheid is niet geweest dat er fors minder immigranten naar Nederland zijn getrokken. Wel heeft het ertoe geleid dat het minderhedenvraagstuk veelal als een vraagstuk van voorbijgaande aard werd beschouwd. Van die instelling worden nu de hardhandige gevolgen ondervonden.

Natuurlijk heeft iedereen die stelt dat de integratie van de allochtonen een opdracht is voor de samenleving als geheel het bij het rechte eind. Integratie kan nu eenmaal niet per decreet uit Den Haag worden afgekondigd. Maar Bolkestein had gelijk toen hij in 1990 tijdens een rondreis van Nederlandse fractievoorzitters in toen nog de Sovjet-Unie zijn collega's van CDA, PvdA en D66 voorhield dat de minderhedenproblematiek de belangrijkste politieke zaak was van de komende tien of twintig jaar.

Dat signaal is in het begin van de jaren negentig heel eventjes opgepakt. Daarna is het in de politiek versplinterd over de talloze sectorspecialismen, waardoor het breed gedragen gevoel van een stevige en onconventionele aanpak is verdampt. Directeur Paul Schnabel van het Sociaal en Cultureel Planbureau noemt in een deze week verschenen essay de blijvende vestiging van grote groepen allochtonen een van de grootste veranderingen van de afgelopen 25 jaar in Nederland. Latere geschiedschrijvers zullen die omwenteling niet kunnen aflezen uit de politieke agenda van dezelfde tijd. Dat is pas echt dramatisch.

NRC Webpagina's
17 februari 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad